2016-09-12
Better together
Waar waren we gebleven? We zaten in Donegal en de ketting van Lien was net (nog) een schakel kleiner geworden. De volgende dag fietsten we dus op het gemak naar Ballyshannon. Onderweg konden we nog even heel up-close genieten van de Wild Atlantic. Van mijn overmoedige poging om te surfen met bepakte fiets zijn er gelukkig geen foto's. Ik kan nu wel bevestigen dat de panniers van Ortlieb ook van langs onder waterdicht zijn.
Nadat de tent opgezet was spurtte ik nog even heen en weer naar Bundoran waar ik gelukkig een nieuwe ketting vond in de plaatselijke fietswinkel. Het is natuurlijk altijd riskant om een nieuwe ketting op oude tandwielen te leggen, dus voorlopig houd ik hem nog bij voor wanneer de oude ketting definitief de geest geeft (wat tot nu toe dus nog niet gebeurd is!).
De volgende ochtend begonnen we met een kleine ommeweg die ons een dag of drie moest bezig houden. We fietsten oostwaarts richting Noord-Ierse grens om een tochtje rond het Lower Lough Erne te maken. Dat toertje voerde ons door de Fermanagh Lakelands. Een regio waar de braambessen nog weelderig langs de weg groeien - iets waar Lien zéér dankbaar gebruik van maakte.
We volgden de NCN 91 via Irvinestown, door Enniskillen, langs Blacklion tot in Sligo. In Blacklion sliepen we trouwens op onze eerste (en enige) 5 sterrencamping. Een prachtige locatie aan de oevers van Lough Macnean waar de wind korte metten maakte met onze natte handdoeken (die we zelfs niet eens moesten ophangen).
Waarom we ons enkele daagjes moesten bezighouden voor we in Sligo konden zijn? De mama van Lien was jarig geweest en haar vriend had haar een verrassingsreisje naar Ierland cadeau gedaan. En hun hotel lag (geheel toevallig) in Sligo. En al even toevallig hadden wij net voorzien om enkele dagen in Sligo te blijven. :)
Na een hartelijk weerzien dat de eerste avond met voldoende drank en eten gevierd werd, konden we de dag erop gebruik maken van hun huurauto om de streek rond de stad te verkennen. We gingen van Strandhill (waar we even uitgeregend werden) naar Rosses point, waar een standbeeld de vrouwen huldigt die soms lange tijd moesten wachten om hun zeevarende mannen terug te zien. Gelukkig was Bert (de vriend van de mama) er om haar te troosten
Daarna ging de rit verder naar Drumcliff, waar de Ierse dichter W. B. Yeats begraven ligt. Bij de kerk is er een beeldhouwwerk dat één van zijn best bekende gedichten uitbeeldt: The Cloths of Heaven.
Had I the heaven's embroidered cloths,
Enwrought with golden and silver light,
The blue and the dim and the dark cloths
Of night and light and the half-light;
I would spread the cloths under your feet:
But I, being poor, have only my dreams;
I have spread my dreams under your feet;
Tread softly because you tread on my dreams.
Na een bezinningsmoment over deze mooie woorden gingen we verder naar Mullaghmore: een stukje land dat uitsteekt in de Atlantische oceaan waarop een kasteel staat dat door leden van de Britse koningsfamilie als buitenverblijf gebruikt wordt. In 1979 pleegde het IRA hier een aanslag op de boot van Lord Mountbatten - een verre achterneef van de queen herself - waarbij diezelfde lord en 2 van zijn kleinkinderen het leven lieten. Die lugubere geschiedenis doet natuurlijk weinig af van de schoonheid van het kasteel (waar we natuurlijk niet al te dicht bij konden komen) of van de kliffen die de Atlantische golven trotseren.
De volgende bezienswaardigheid (die eigenlijk al de hele dag in zicht was) was de imposante Benbulbin berg die de skyline van Sligo en omstreken inpalmt. De gletsjers die hem vorm gaven moeten zeer avant-garde geweest zijn, want het is op zijn minst een interessante verschijning te noemen.
De laatste stop van de dag was de Glencar Waterfall. Een mooie waterval zonder meer, maar de taart en andere zoetigheden in de cafetaria vlakbij leken ons op dat moment interessanter.
De volgende dag stond een iets verdere roadtrip op de planning: een bezoek aan Achill Island, waar blijkbaar prachtige kliffen en stranden te zien zijn. Jammer genoeg begon de dag met minder dan optimaal weer om van die dingen te kunnen genieten. Veel regen en nog meer wind zorgden voor een typisch Iers sfeertje tijdens de rit naar het eiland.
Gelukkig begon het weer na de middag wat meer mee te werken. Telkens als we bij een mooi uitziend punt kwamen (zoals Keem strand), hield de regen even op en kon de zon soms zelfs doorbreken. Pas wanneer we opnieuw in de wagen zaten, op weg naar het volgende punt, werden we getrakteerd op nog meer regen. Een bezoek aan het verlaten dorpje rond Slievemore herinnerde ons nog even aan de gigantische impact van de grote hongersnood in Ierland tussen 1845 en 1852.
Na een korte stop bij Keel strand gingen we verder naar de absolute topper van de dag: the Atlantic Drive rond de zuidkaap van het eiland. Hier beukt de Atlantische oceaan zonder weerga in het vasteland en het resultaat daarvan zijn imposante kliffen. De wind, die ondertussen Windkracht 10 proporties had aangenomen, maakte het water nog wat woester en maakte het ook moeilijk om recht te blijven staan. Het filmpje doet het hele schouwspel geen eer aan.
Voor we de reis terug naar Sligo aanvatten, stopten we nog even bij Kildavnet Castle. Een torenhuis dat de baai tussen Achill Island en het Ierse vasteland moest bewaken.
Zaterdag verliep heel wat rustiger. In de voormiddag moest ik even mijn fiets onder handen nemen. Al van in Schotland was mijn trapas subtiel aan het melden dat hij wel eens met pensioen zou willen gaan. Als volleerde Belg negeerde ik hem echter en de laatste weken was hij moeilijker en moeilijker beginnen doen. Het was alsof ik een bak met puinafval aan het meeslepen was waar er elke dag een baksteen bij kwam.
Na meerdere problemen met het online bestellen van het vervangstuk had ik het dan uiteindelijk te pakken (met dank aan Gary's Cycles in Sligo!) en kon ik mijn handen (letterlijk) vuil maken.
In de namiddag deden we nog een stadswandeling door Sligo, maar veel interessants was er niet te zien. De lokroep van de plaatselijke restaurants en pubs was dan ook iets waar we maar al te graag aan toegaven. Na een laatste avondmaal in Sligo met de oudjes gingen we richting AirBnB om ons bed in te kruipen (maar niet voordat we onze host John kennis lieten maken met Rodenbach - en hij vond het verdikke nog lekker!).
Zondag (gisteren dus) moesten we dan opnieuw de fiets op om onze tocht te hervatten. De Wild Atlantic Way laten we momenteel voor wat het is en we gaan richting Limerick via wat meer fietsvriendelijke routes. Het eindpunt van de dag was Ballina - 80 kilometer verderop. De eerste 50 kilometer gingen vlotjes, maar rukwinden tot 100 km/h (die we een tiental kilometer op kop gingen hebben) dwongen ons om de rest met de bus af te leggen.
Aangezien Lien wat ziekjes was, besloten we om een nachtje in een 4-sterrenhotel te boeken (inclusief megagroot bed). Gewoon, om er opnieuw in te komen. Ze keken wel wat raar toen we daar aankwamen, maar het gehuil van de wind en gekletter van de regen tijdens de nacht verstevigde ons geloof dat we de juiste keuze gemaakt hadden.
Na enkele dagen (zeer aangename) onderbreking gaat de reis vanaf nu dus verder tot Limerick. Daar zullen we zien wat we nog kunnen of willen doen, maar ondertussen staat de terugreis al vast: 3 oktober rollen we onze vertrouwde oprit op. Dat geeft ons een kleine 2 weken om alles in gereedheid te brengen voor de volgende stage van de reis - maar daarover later ongetwijfeld meer.