2023-05-18

Breakfast in Vegas

Inhoudstafel

Iets minder dan twee weken geleden zaten we nog in een overwegend rood, heet landschap te bakken. Ondertussen zitten we opnieuw in de bergen, omringd door sneeuw. Hoe snel het allemaal kan gaan!

Zondag 7 mei - Bryce Canyon

Zondag reden we redelijk vroeg naar Bryce Canyon National Park. Een drukbezocht park op een zondag: we verwachtten ons aan een stormloop. Gelukkig viel dat al bij al nog mee - we waren zelfs vroeg genoeg om nog een plekje in te pikken op de first come, first serve camping tegenover het visitor center.

We lieten de Terrymobiel achter op de camping en stapten richting de bushalte om gebruik te maken van de shuttleservice die ook hier aanwezig was. Onze eerste halte bracht ons naar het hoogste punt dat uitkijkt over het meest bekende deel van het park: het amfitheater.

Dat amfitheater staat vol met hoodoos: de gekartelde steentorens die in allerhande maten komen, van Lienig klein tot Thomasig groot. Die rotsformaties zijn over de hele wereld te vinden, maar hier vind je ze in de grootste concentratie.

Hun typerende vorm komt grotendeels omdat er hier één specifieke vorm van erosie het grootste werk verricht: freeze-thawing. Dat is een vorm van mechanische erosie (zoals watererosie - in tegenstelling tot chemische erosie) waar water overdag in het gesteente sijpelt en 's nachts bevriest, waardoor de rots uiteen geduwd wordt. Herhaal dat een paar keer over enkele miljoenen jaren et voila: hoodoos a volonté!

Vanaf de rand van het amfitheater kan je normaal gezien op drie verschillende plekken de canyon in stappen en zo een paar leuke wandelingen maken. Jammer genoeg waren twee van de drie paden gesloten omwille van winterschade, het was dus héél druk op de Queen's Garden trail - de enige die nog open was. Wij stapten dus zo snel mogelijk - tussen en rond onervaren wandelaars door1 - naar beneden om iets lager in de canyon de Peek-a-boo luswandeling af te stappen.

Iķ vermoed dat de naam van de trail gekozen is omdat je achter elke bocht of beklimming verrast wordt met een nieuw uitzicht waar je even moet van genieten (of kan van verschieten - peek-a-boo!). Dat in combinatie met een pak minder mensen (aja, de meeste mensen stappen maar tot de eerste fotospot en keren daarna terug) maakt het tot een uitstekende wandeling!

Op de terugweg naar boven konden we ook nog een muildierhert spotten. Zo genoemd omdat de grote oren wel iets mee hebben van een muilezel.

Maandag 8 mei - Van Bryce Canyon naar Zion

's Anderendaags stapten we de auto in om de scenische weg door het hele park af te rijden, tot het hoogste punt op bijna 2800 meter - Rainbow Point. Hier lag er wel nog een pak meer sneeuw, waardoor het niet mogelijk was om te wandelen (zonder het nodige materiaal). We reden dus redelijk snel terug richting de ingang van het park.

Onderweg konden we ook nog de meest bekende diertjes van Bryce spotten: Utah prairie dogs. Het antwoord op de vraag: hoe zou het nageslacht van een marmot en een stokstaartje er uit zien?

Net buiten het park deden we nog wat inkopen en daarna reden we verder naar het volgende park op de planning: Zion National Park. We kwamen binnen via de oostelijke ingang en wandelden nog een korte trail die ons uitzicht gaf op de Pine Creek Canyon.

De campings in het park zelf waren al maanden op voorhand volgeboekt, dus zat er voor ons niets anders op dan een klein halfuurtje buiten het park te rijden om in het wild te kamperen.

Dinsdag 9 mei - Zion National Park

De dag nadien begon vroeg, aangezien we overal gelezen hadden dat de parkings in het park heel snel vol staan. We reden dus terug naar het visitor center en konden gelukkig nog een plaatsje bemachtigen. Daarna was het opnieuw de shuttlebus in (in het hoogseizoen mag niemand met eigen auto de canyon in rijden - behalve als je in de Lodge verblijft) om naar het einde van de canyon te rijden. Daar begonnen we aan een wandeling, maar we beslisten redelijk snel om terug te keren en te wachten tot de zon ook van de partij zou zijn.

Zion Canyon is namelijk een heel traditionele canyon (of toch hoe ik een traditionele canyon zou omschrijven): twee torenhoge rotswanden met in het midden een rivier (in dit geval de Virgin). En aangezien de canyon op een noord-zuid as ligt, kan de zon 's ochtends maar één zijde belichten en duurt het tegen de middag voor de temperatuur wat begint te stijgen. En dan gaat het natuurlijk snel en wordt het heel snel, heel warm.

Zodra de zon van de partij was, stapten we richting de Upper Emerald Pools: een waterpoel die vooral tijdens de lente gevoed wordt door een waterval van smeltwater. En aangezien het hier een uitzonderlijke winter geweest is, was de waterval des te imposanter!

We gingen ook nog terug naar het einde van de canyon (of toch het einde van de weg) om The Narrows te bewandelen. Dit relatief korte pad loopt langs de rivier tot waar de wanden van de canyon nog maar een paar tientallen meter van elkaar verwijderd zijn. Normaal gezien kan je dan de rivier instappen en nog verder de canyon in wandelen, zolang je durft.

Jammer genoeg was dat nu niet mogelijk. De wandeling wordt afgesloten zodra het waterdebiet meer dan 150 cubic feet per second overschrijdt - en omwille van het smeltwater zat het debiet nu comfortabel boven de 1000 cps. Hoeveel is dat precies? Wel, 1 kubieke voet (dus voet tot de derde) komt ongeveer overeen met een basketbal. Dus als je in het water zou gaan, krijg je 1000 basketballen per seconde te verwerken. En dan hebben we het nog niet over de steenbrokken, takken en zelfs volledige bomen die je soms ziet passeren.

Na een drukke dag hielden we het voor bekeken en reden we terug naar het plekje waar we de nacht voordien geslapen hadden. Ik nam ook nog even de tijd om mijn geologieanalogieën (Scrabble-monster!) in de praktijk te bestuderen.

Woensdag 10 en donderdag 11 mei - Vegas, baby!

Woensdagochtend bleven we, uitzonderlijk, eens wat langer in bed liggen - tot de zon besliste om de auto om te toveren naar een sauna. Daarna was het rijden richting een nieuwe staat: Nevada, met als einddoel Las Vegas - sin city!

Maar nog even over die staten en dan vooral het tijdsverschil (je neemt er misschien best even een kaartje bij!). Toen we van Arizona naar Utah gingen (twee staten die zo goed als dezelfde lengtegraden innemen), keken we raar op toen onze horloges plots een uur later toonden.

Wat blijkt? Alhoewel Arizona en Utah in dezelfde tijdszone zitten (Mountain Standard Time), houdt Arizona géén rekening met zomertijd. Dus voor de helft van het jaar, heb je een uur verschil tussen de twee staten.

En nu reden we Nevada binnen, die in een andere tijdszone zit (Pacific Standard Time) - maar wel rekening houdt met zomertijd (Pacific Summer Time). En daardoor op dit moment dus dezelfde tijd heeft als Arizona. Met andere woorden: we moesten onze klokken opnieuw een uurtje terug draaien.

Nu kan je voor of tegen de zomertijd zijn, maar het zou verdomme handig zijn als ze wel consequent toegepast worden. Er zijn al genoeg andere uitzonderingen en special cases als het om tijd gaat. Mijn medeprogrammeurs zullen de miserie ongetwijfeld herkennen.

Maar dus: Las Vegas. We stopten eerst nog even in de stadsrand om nieuwe schoenen voor Lien (women, am I right?) en een late lunch en daarna reden we via de Las Vegas Strip richting ons hotel.

Na een deugddoende nachtrust (en douche!) gingen we de dag nadien op verkenning. We begonnen met een wandeling naar en door Venetië.

Daarna stapten we door een winkelcentrum in het oude Rome om uit te komen in Parijs.

De kortste route vinden doe je hier trouwens niet via Google Maps, aangezien je vrijwel altijd een korter pad kan vinden als je rechtstreeks door één van de vele casino's stapt. Het beeld dat ik in mijn hoofd had (tientallen poker-, roulette- en blackjacktafels) viel trouwens al snel aan diggelen: vrijwel alles is digitaal (alhoewel er nog een old-fashioned, analoog pokertoernooi aan de gang was) en de overgrote meerderheid van de felbelichte kastjes zijn slots.

Voor zover ik het begrijp is dat aan de (digitale) hendel trekken en hopen dat je drie (of vijf) dezelfde figuurtjes op een rij krijgt. Er zijn ongetwijfeld ontelbare varianten en regeltjes, maar ik vermoed dat het eindresultaat altijd ongeveer hetzelfde is: puur geluk in een spel waar de kansen altijd in het voordeel van het casino zelf zijn.

We stapten nog even verder tot in New York voor we rechtsomkeer maakten en de rest van de warme namiddag gingen uitzitten in onze hotelkamer. Zodra de zon onder was gingen we natuurlijk nogmaals op pad om Vegas by night te beleven.

Bij Treasure Island is er jammer genoeg al tien jaar geen show meer te zien, maar bij The Bellagio heb je om het kwartier wel een fonteinshow. En bij The Mirage kan je om het uur een vulkaan zien uitbarsten. Of toch hoe dat er uit zou moeten zien, op zijn Vegas.

En daar hielden we het bij voor onze eerste (en waarschijnlijk laatste) Vegaservaring. Verrassend genoeg was het allemaal wat minder spectactulair dan we in gedachten hadden. Alles in de stad leek er te zijn met één doel: mensen doen drinken, feesten en gokken. En die zin verdient waarschijnlijk de No shit, Sherlock award van de eeuw, maar ik had ergens verwacht dat het allemaal wat subtieler zou gebeuren. Veel lichtjes, veel lawaai, veel alcohol en wat nep-uitziende decors - meer is er blijkbaar niet nodig om heel wat mensen tevreden te houden (en opnieuw: no shit, Sherlock).

Vrijdag 12 en zaterdag 13 mei - Death Valley

Vrijdag reden we dus met weinig tegenzin weg van Vegas en richting Death Valley National Park. We voelden ons opnieuw als de Drie Wijzen aangezien we vanuit het oosten kwamen binnengereden en startten met een rit naar een uitzichtspunt op de vallei.

Daarboven viel de temperatuur nog mee, maar toen we richting de bodem van de vallei reden naar de camping begon de temperatuur toch al aardig op te lopen. Gelukkig nog ver weg de absolute recordtemperatuur van 57 graden Celsius, maar toch al genoeg om de warme auto wat te vermijden. We bleven dus zo lang mogelijk buiten zitten en konden genieten van een prachtige sterrenhemel.

Waarom het hier zo warm is? Wel, daar zijn meerdere redenen voor, maar de twee belangrijkste zijn: droogte en hoogteverschil. Omdat de lucht hier zo droog is, wordt het zonlicht door vrijwel niets geblokkeerd en kan het dus haar volledige energie tot op de grond brengen. Daardoor warmt de lucht op en begint ze te stijgen. En normaal gezien wordt die warme lucht dan door een windje wat weggeblazen, maar door het hoogteverschil tussen de bodem van de vallei (87 meter onder de zeespiegel op het laagste punt) en de bergen aan beide kanten (de hoogste piek tikt 3300 meter aan) is er niet veel wind te vinden. Die warme lucht koelt dus net voldoende af om terug naar de grond te zakken, waar ze nog een extra portie zonne-energie krijgt. Herhaal die cyclus ad nauseum et voila! 't Wordt warm. Héél warm.

"Maar Thomas, hoe komt het dan dat het zo droog is? En er zo'n groot hoogteverschil is?" Intelligente vraag, beste lezer! En het antwoord is opnieuw: tiramisu tectonische activiteit. Het stuk land van Death Valley tot de westkust lag vroeger op één groot, lekker, sappig stuk tiramisu. Maar daaronder liggen twee borden tectonische platen die weg van elkaar aan het bewegen zijn. Daardoor scheurde de tiramisu op meerdere plekken van noord naar zuid en begonnen die aparte stukjes tiramisu allemaal naar dezelfde kant te hellen. Zo werden er dus meerdere sets van noord-zuid bergketens en valleien gevormd.

Als er nu heden ten dage vochtige lucht van de Pacifische Oceaan komt aangewaaid, botst die op de eerste bergketen, wordt de hoogte ingeduwd, koelt af en condenseert en begint het te regenen. De rest van de lucht (nu een pak droger) gaat aan de oostelijke kant van de bergketen verder in een regenschaduw (waar het dus minder regent). Als je dat een vijftal keer doet, heb je in de laatste regenschaduw geen druppel regen meer over. Et voila! Droog. Héél droog.

Maar genoeg geleuterd over gebak wetenschappelijke dingen. Hoe ziet dat er dan uit? Wel... Zout. Veel zout. Al het water dat naar de vallei komt, blijft er grotendeels tot het verdampt is en er zout achterblijft. Één van die zoutvelden hebben ze The Devil's Golf Course genoemd. Enerzijds omdat het verdomd moeilijk zou zijn om er je balletje te slaan en anderzijds omdat je er heel soms (in de perfecte omstandigheden) fragiele zoutformaties krijgt die op een golfballetje lijken.

Iets verder in de vallei, op het laagste punt (-87 meter) bij Badwater krijg je wat meer traditionele zoutvlaktes. Qua schaal natuurlijk een pak kleiner dan de Salar de Uyuni, dus foto's die wat spelen met perspectief kan je niet echt maken. Op de laatste foto hangt er trouwens een bordje op de rotswand waar de zeespiegel is. Leuk om te zoeken met de kindjes!

Terwijl de thermometer richting de 40 graden (Celsius) ging, reden we nog langs de Painter's Palette - een kleurrijke bergwand met dank aan heel wat verschillende mineralen.

Omwille van die mineralen zijn er trouwens toch af en toe mensen geweest die zot genoeg waren om hier te komen wonen of werken. 't Is te zeggen: ze betaalden Chinese arbeiders een hongerloon om er te komen werken. Op het einde van de twintigste eeuw hebben ze hier nog verschillende soorten zout ontgonnen, maar na minder dan tien jaar was het de moeite al niet meer waard.

Ondertussen was de 40-graden grens al overschreden, dus reden wij richting het noorden, waar we op iets grotere hoogte konden genieten van wat lagere temperaturen, een aangenaam windje en een klein kratertje: de Ubehebe Crater. Het restant van een vulkaanuitbarsting die 800 meter breed en 200 meter diep is.

En daarna begonnen we al aan de rit richting het westen. Onderweg stopten we nog bij de Mesquiteduinen, waar het zand ondertussen warm genoeg was om brandwonden van te krijgen, en gingen we nog even de bergen in om een paar houtskoolkilns te bekijken die daar in het begin van de twintigste eeuw neergepoot waren.

Zondag 14 en maandag 15 mei - Kings Canyon National Park

De dag nadien reden we verder richting Kings Canyon National Park. We verloren redelijk wat tijd aangezien highway 155 afgesloten was, maar in de late namiddag kwamen we aan bij het visitor center van Kings Canyon National Park in Grant Grove. Daar was meteen duidelijk dat ze niet aan het overdrijven waren wat betreft de uitzonderlijke winter. Het naburige Sequoia National Park was zo goed als volledig onbereikbaar en in Kings Canyon zelf was er ook maar een klein deel te bezoeken. Van sommige wegen is het zelfs al zeker dat ze dit zomerseizoen niet meer zullen open gaan.

We hadden nog net tijd om al eens een bezoekje te brengen aan de sequoias - de grootste bomen ter wereld (niet de hoogste, herlees gerust even de biologieles van enkele weken terug). Er waren jammer genoeg wel iets te veel mensen om er van te kunnen genieten, dus we reden snel nog verder richting Lake Hume voor we een plekje langs de weg zochten om er te overnachten.

Zowel 's avonds als de ochtend nadien konden we met volle teugen genieten van het zicht op de Sierra Nevada, waar een groot (onbereikbaar) deel van Kings Canyon National Park in ligt. Na het ontwaken reden we snel terug naar Grant Grove om (deze keer bijna volledig alleen) te genieten van de reuzen.

En daarna zat het er eigenlijk al op. Alle andere wandelingen waren nog niet sneeuwvrij en dus niet te begaan. Maar we besloten om even terug te grijpen naar onze Antarctica-ervaring en huurden wat sneeuwschoenen om te voet de weg te bewandelen richting Panoramic Point.

Daar namen we even de tijd om te genieten van het prachtige uitzicht en de absurditeit van onze situatie: twee dagen terug waren we nog aan het bakken in Death Valley en nu zaten we hier op meer dan een meter sneeuw te stappen. Terwijl we hierover aan het mijmeren waren, hoorden en zagen (in die volgorde) we ook nog een boom omvallen. Bij deze kunnen we (een deel van) het filosofische vraagstuk oplossen: als je er geen foto van neemt, maken ze geluid!

De terugweg was ook interessant, aangezien de bovenste laag van de sneeuw al wat aan het smelten was en het dus soms handiger was geweest om een paar ski's te hebben in plaats van een paar sneeuwschoenen.

Na onze avontuurlijke wandeling hielden we het echt voor bekeken in Kings Canyon en reden we verder naar het noorden. Volgens de planning zouden we de dag nadien Yosemite Valley bezoeken, maar online lazen we dat er op verschillende plaatsen in het park wateroverlast was. 's Avonds zou er nog een update komen, maar wij beslisten al om het er op te wagen en reden nog naar een wildkampeerplaats net buiten het park.

Dinsdag 16 mei - Yosemite Valley

's Ochtends reden we de vallei binnen en bij het eerste viewpoint zagen we onmiddellijk alle iconische plekjes van de vallei: de torenhoge rotswand El Capitan, de opstuivende Bridalveil Falls en in de verte de doormidden gesneden Half Dome. Onderaan de Yosemite Falls konden we ook al de impact van het smeltwater zien: de weide in het midden van de vallei stond op verschillende plaatsen blank.

Aan de kop van de vallei waren gelukkig wel nog enkele trails open. We beslisten dus om langs de Merced rivier te stappen richting de Vernal Falls en Nevada Fall. En die richting was vooral omhoog!

Het stukje van de trail onderaan de Vernal Falls wordt de Mist Trail genoemd, omdat het water dat naar beneden valt een fijne watermist maakt waar je doorheen moet stappen - een aangename verfrissing in de zomer. Nu was het echter nog lente en de waterval was vele keren sterker dan normaal, dus The Mist Trail was omgetoverd tot The Get-Soaked-To-The-Bone Trail. Op zich geen probleem, al was het soms wat ambetant dat er opnieuw trage mensen gevaarlijke dingen deden op de dunne trapjes. Een kleine tip: als je elkaars handje moet vasthouden om niet uit te glijden, kies je misschien beter voor een andere wandeling. En als je dan toch even wil stoppen om jezelf te kalmeren: doe dat dan niet in het midden van het pad!

Gelukkig lieten we het grootste deel van de mensenmassa achter bij de Vernal Falls. Ze hadden hun Instagrampics en konden thuis opscheppen dat ze bijna verongelukt waren, dus moesten ze niet verder richting Nevada Fall. Wij wel, natuurlijk!

En die waterval hoorden we al lang voor we ze konden zien. Ik vermoed dat het hier om meerdere tienduizenden basketballen per seconde ging, want de waterpluim die over de rotswand heen gekatapulteerd werd, was gigantisch. Foto's geven het niet echt goed weer, maar er zit een filmpje aan te komen die de ervaring wat beter vastlegt.

Na een kleine rustpauze aan de top van de waterval begonnen we terug te keren. Dat konden we gelukkig doen via een andere trail. Perfect, dachten we, dan worden we niet opnieuw doorweekt!

't Is te zeggen... Er waren geen spuigaten, dus liep het water maar op alle mogelijke locaties eruit. En ik moet er geen tekeningetje bij maken: vers smeltwater is koud, héél koud. Meerdere centimeters koud2.

Gelukkig konden we even uitdrogen en opwarmen met zicht op de (nog intacte) kant van Half Dome en de vallei voor we verder naar beneden stapten.

Zodra we terug op de bodem van de vallei waren, stapten we nog even richting de Lower Yosemite Falls (aangezien het pad naar de bovenste afgesloten was) en gingen we nog even pootjebaden op de overstroomde paadjes door de weide. Opnieuw: koud. Héél koud.

Onderweg konden we ook nog zien dat het in het verleden nog veel erger geweest is. In januari 1997 heeft een onverwachte warmtegolf een massa sneeuw doen smelten, waardoor de vallei meer dan een Lien diep onder water stond.

Daarna beslisten we om al op het gemak de vallei uit te rijden. De vallei zelf is ongetwijfeld prachtig, maar de hoeveelheid mensen en de soms heel onduidelijke informatie (zeker in vergelijking met de andere parken die we al gedaan hebben) waren toch kleine minpuntjes.

Woensdag 17 en donderdag 18 mei - Lake Tahoe

Gisteren hadden we nog eens een langere rijdag om tot in Lake Tahoe te komen. Ook hier is er nog geen tekort aan sneeuw!

In de namiddag deden we nog de was en de plas. Alle kleren nog eens in een echte wasmachine wassen en de Terrymobiel even leeghalen om ook die vanbinnen en vanbuiten proper(der) te maken.

En vandaag was opnieuw een not-so-lazy day om deze blog online te krijgen. We zijn blij dat we gekozen hebben om toch nog langs Kings Canyon en Yosemite te gaan (alhoewel er nog heel veel te doen is wanneer we terugkomen) en kijken nu verder richting het absolute hoogtepunt van de reis: Dinosaur National Monument. Ik sluit niet uit dat er voor dat bezoek een aparte, dubbele-lengte post zit aan te komen!

Overzichtskaartje



  1. we lazen onlangs dat er - een paar dagen nadat wij er waren - een wandelaar gevallen was en per helikopter gered moest worden. Wij waren alleszins niet verrast: teenslippers, Instagrammodellen of mensen die met moeite recht kunnen stappen - je ziet hier soms wat rondlopen.

  2. mijn mannelijke makkers weten waar ik het over heb!