2016-08-01
Canal mania
En zo vliegt er een week voorbij waarin we ofwel geen internet ter beschikking hadden, ofwel te vermoeid waren om een blogpost uit onze gezamenlijke duimen te zuigen. Maar geen nood - hier is er weer eentje! De advocaten van de nalatenschap van Proust hebben me wel gecontacteerd met een waarschuwing dat mijn vorige post iets te veel deed denken aan zijn meesterwerk À la recherche du temps perdu - vooral dan wat lengte betreft. Dus om alle mogelijke rechtszaken te vermijden probeer ik het deze keer wat korter te houden.
Dinsdag (26 juli, voor wie een opfrisser nodig heeft) vertrokken we om onze reis door centrum Birmingham verder te zetten. De eerste 20 kilometer bleven we op oude jachtpaden naast diverse kanaaltjes fietsen. Voor wie het niet wist: voor (en vooral tijdens) de industriële revolutie werd er een gigantisch netwerk van kanalen aangelegd over het hele Britse eiland om grondstoffen en onderdelen in grote hoeveelheden te kunnen vervoeren. Uiteindelijk werden deze waterwegen een beetje langs de kant gezet door de opkomst van het spoor en de daarbijhorende treinen, maar in de latere helft van de twintigste eeuw werd er opnieuw leven geblazen in (een deel van) deze waterwegen voor recreatief gebruik. Dat hebben we ook gemerkt aan het aantal woon-, taxi- en huurboten die we gezien hebben.
Dat klinkt misschien allemaal heel intelligent, maar dat ligt dan geheel aan het feit dat ik gewoon wat parafraseer van op Wikipedia. Daar vermelden ze trouwens ook:
The Industrial Revolution required the transport of large quantities of raw materials and finished goods, and this led to a period of 'canal mania' which saw the construction of a large network of canals in the United Kingdom.
En dat er canal mania was, hebben wij nu aan den lijve mogen ondervinden. Vier dagen aaneen, van Birmingham over Stoke-on-Trent, tussen Liverpool en Manchester door1, via Preston tot in Lancaster hebben we bijna exclusief langs kanaaltjes gereden. Nu ben ik de eerste die een stukje mooie natuur kan appreciëren en niet de enige die zal giechelen bij een dubbelzinnig klankgeluid zoals kanaal, maar de woorden van de heer Vanden Boeynants kunnen hier niet meer van toepassing zijn: trop is te veel en te veel is trop.
Niettemin was het in het begin wel nog leuk om de vele sluizen te passeren en met millimeters overschot onder een brugje door te rijden. Ook de occasionele verkeersopstropping door de locale fauna was een aangename afleiding. Het enige wat nooit leuk geweest is, waren de poortjes die op maat gemaakt zijn om nét te klein te zijn voor een normale fiets of mountainbike. Vergeet dus maar om er met een zwaarbeladen fiets door te manoeuvreren. En net wanneer je een systeem uitgedokterd had voor één type poort, kwamen ze met een nieuwe uitvinding af. Soms een combinatie van voorgaande systemen. Ik denk dat er enkele Britten raar opgekeken hebben bij het horen van de vele 'verdommes' en 'godvers' die over onze lippen rolden.
Maar dat zijn natuurlijk allemaal dingen die pas verveling beginnen op te wekken na ettelijke uren in het zadel. Gelukkig hadden we nog elkaars goede gezelschap en soms een niet-natuurlijke (maar daarom niet minder mooie - alhoewel Lien dat in twijfel trekt) afleiding.
Ook ons systeem om de fietsen droog te houden tijdens de nacht begint stilaan concrete vorm te krijgen. En onze reisgezel heeft ook al wat vriendjes gevonden.
Donderdag moesten we wel even het onvermijdelijke slikken: regen in Engeland (pas na anderhalve week!). Gelukkig waren we erop voorbereid en al onze wet-weather uitrusting heeft de test met glans doorstaan. Een hele dag af-en-aan regen en er was niets onherroepelijk nat. Het enige dat ik nog had kunnen gebruiken was een spatbord voor mijn achterwiel. Momenteel vliegt alle water en modder in een mooie boog omhoog en landt alles op mijn bagage en rug.
Vrijdag regende het nog de hele voormiddag, waardoor we wat later gestart zijn, maar tegen de middag kwam de zon er opnieuw door. Onderweg was het soms ploeteren omdat sommige bermen langs de kanalen hervormd waren tot modderbaden, waardoor we soms wat strategische veranderingen aan de route gemaakt hebben om toch maar wat asfalt onder de banden te hebben. 's Avonds was de zon in volle glorie van de partij wat de perfecte gelegenheid was om alles nog eens goed te laten uitdrogen (en zelfs nog een snel wasje te doen).
Zaterdag hebben we dan de laatste kilometers tot in het Lake District afgetrapt. Met een korte tussenstop in Lancaster om wat nieuwe remblokjes voor Lien, waren we in de vroege namiddag al in Kendel. Terwijl we daar even aan het rusten waren in een plaatselijk parkje kwam er een vrouw langs die ons een kopje koffie aanbood. Vriendelijke mensen daar in Lakeland! De laatste kilometers naar Windermere voelden een beetje aan als thuiskomen. We wisten al dat er hier enkel prachtige uitzichten waren, maar we lieten ons opnieuw telkens verrassen door de omgeving.
Gisteren zijn we gezapig begonnen met een ferry van Bowness-on-Windermere tot in Ambleside. Nog een shopping-run langs enkele winkeltjes om wat brandalcohol en dan konden we onze tanden zetten in wellicht de zwaarste klim van de reis: Kirkstone Pass. De weg die wij nemen heet héél toepasselijk The Struggle. Vanaf de eerste meters is het huffen en puffen met een gemiddelde helling die ergens tussen de 15 en 20% ligt. Wij waren dan ook bijzonder blij (en een beetje verrast) toen er plots een hoogzwangere vrouw de baan kwam afgelopen en ons een lift aanbood in haar VW campervan.
Ze had ons zien sukkelen in het naar boven gaan en aangezien ze een fietsrek heeft en haar man de hele dag bezig was met de lengte van Ullswater af te zwemmen (zomaar, want wat moet een mens anders doen op een zondag?) had ze de tijd om onze reddende engel in nood te zijn. Enkele minuutjes later stonden we bovenop de pas en om ons gigantische geluk te vieren dronken we er een cider op.
Aangezien het ondertussen al na de middag was, gingen we nu ook geen moeite meer doen om ons deftig op te warmen, dus een tiental kilometer later stapten we de fiets al af in Glenridding. Nog snel een plekje voor de tent geboekt bij het Helvellyn youth hostel en na de klim ernaartoe (die verreweg het lastigste van de dag was) konden we - na wat eten en een kampvuurtje - al tussen het warme dons kruipen.
Vandaag moest er dan wel wat meer afgetrapt worden. Langs Ullswater verlieten we de valleien van het Lake District2 om uiteindelijk in Carlisle te stranden. Onze laatste slaapplaats in Engeland voor we morgen afzakken naar de linguïstische laatkomer van de Britse familie: Schotland.
-
kwestie van geen voetbalfans de indruk te geven dat we een voorkeur hebben voor een specifiek team. Ik had geen zin om getrakteerd te worden op een pak slaag (of een spontane zangstonde).
↩ -
in de laatste vallei stond er trouwens een bord om ons te waarschuwen voor wilde Fords. Gelukkig was er maar één te zien en die lag stevig in slaap. ↩