2016-08-09

Right near the end

Inhoudstafel

Alweer een hele week zonder blogpost. En deze keer wordt het nog wat moeilijker, want het dagboek is ook leeg gebleven. Als er dus fantastische, onwaarschijnlijke of ronduit ongeloofwaardige anekdotes naar boven komen, kan het zijn dat ik iets uit dromenland verwar met wat er echt gebeurd is. Of het kan natuurlijk ook gewoon echt zijn, we zijn tenslotte in Schotland.

Dinsdag 2 augustus

En in Schotland zijn we vorige week dinsdag al aangekomen. Na een overnachting in het youth hostel van Carlisle (een omgebouwde brouwerij, aanrader!) vertrokken we noordwaarts en binnen de kortste keren (in dit geval waren die keren een vijftiental kilometer) reden we de grens Engeland-Schotland over. Een vriendelijke wegwijzer liet ons ook weten dat we (in vogelvlucht, dan) al de helft van onze reis richting John o' Groats afgelegd hadden. Hoopgevend!

Het was van die eerste dag al duidelijk dat die Schotten maar rare mannen (en vrouwen) zijn. Zo hebben ze hun eigen idee over hoe een fiets eruit moet zien. Tja, zoiets kan je natuurlijk verwachten van het volkje dat een sport als golf uitgevonden heeft1. Maar ze hebben ook hun goede kantjes: zo zijn er hier al heel wat meer campings te vinden waar je met je tentje mag toekomen. En dat voor een aangenaam prijsje: onze eerste Schotse camping in Beattock was de goedkoopste tot nu toe - 12 Schotse ponden!

Woensdag 3 augustus

De volgende dag liet ons meteen ook kennismaken met het Schotse weer. We waren verplicht de hele dag voort te ploeteren door wat in de meteorologische vakliteratuur T-rex-regen genoemd wordt. Zolang je stilstaat is er niets aan de hand, maar zodra je beweegt wordt je door- en doornat. Gelukkig was het tegen de avond wat droger (naar Schotse normen, dan) en de laatste kilometers leidden ons langs de rivier Clyde (en bijhorende watervallen) tot het charmante dorpje New Lanark2.

Donderdag 4 en vrijdag 5 augustus

Donderdag fietsten we de resterende kilometers naar de hoofdstad van Schotland: Edinburgh (a.k.a. mispronunciation capital). We hadden hier op voorhand een AirBnB geboekt voor 2 nachten zodat we de vrijdag een dagje konden uitrusten en citytrippen (het ene werd wat belet door het andere, maar dat maakte niet veel uit). Na het beklimmen van Arthur's Seat (wat ons enkele mooie vergezichten over de stad opleverde), liepen we de Royal Mile af van het Schotse parlementsgebouw tot aan Edinburgh Castle. Er was al heel wat bedrijvigheid in de straten aangezien het Fringe festival de dag nadien van start ging.

Aangezien die mensenmassa een beetje te druk was na enkele weken (relatieve) rust, zijn we dan maar de kleinere straatjes gaan opzoeken. Zo zijn we via enkele restanten van Flodden's Wall terecht gekomen bij het standbeeld(je) van Bobby - een hond die op een bepaald punt de sleutel van de stad Edinburgh gekregen heeft. Ik zei het al: rare mannen die Schotten. Om al die absurditeit weg te drinken doken we even weg in een coffee shop (zo met van die echte barista's) waar we naast een koekje ook nog wat wijsheid voorgeschoteld kregen.

Daarna was het nog wat winkels aflopen om enkele zaken op te pikken. Zo vond Lien dat we er iets opvallender mochten uitzien - dus kochten we wat extra fluo-items. En ik was gedwongen om op zoek te gaan naar nieuwe schoenen, aangezien mijn ouwe getrouwe voetlappen na verschillende jaren trouwe dienst de geest gegeven hebben. Daarnaast sprongen we ook de Decathlon even binnen (handig dat die er bijna identiek uitziet als in België) om wat onderhoudsmateriaal en een geïmproviseerd achter-spatbord voor mijn fiets. 's Avonds konden we vanuit onze kamer nog even meegenieten van het vuurwerk ter ere van de Royal Edinburgh Military Tattoo voor we dromenland opnieuw opzochten.

Zaterdag 6 augustus

De volgende dag mochten we weer op de fietsen kruipen voor de rit van Edinburgh naar Perth. Het weer was prachtig en de eerste 15 kilometer gingen nog door de stad, maar dan via rustige fietslanen. Onderweg kwamen we nog een Schot tegen die maar niet wou snappen waarom we niet de snelste of kortste LEJOG-route namen - maar hij wenste ons desalniettemin veel succes. We staken de baai ten noorden van Edinburgh over via de Forth Road Bridge (die links van de Forth Bridge ligt, en rechts van een brug in aanbouw) en fietsten gezwind verder richting het noorden.

Jammer genoeg duurde ook dit mooie liedje (dat liedje over het goede weer) niet lang en na een aantal leuke afdalingen en een tussenstop in een husband day care centre (of in de volksmond: café) gingen de hemelsluizen open en mochten we de laatste 25 kilometer van de dag als doorweekte wielertoeristen afleggen.

Zondag 7 augustus

Van slapen kwam er die nacht ook niet veel in huis - en dat dan nog om de verkeerde redenen. Eerst was er een Corsicaans rugby-team dat ons wakker hield met hun rumoer en daarna waaide het de hele nacht alsof er iemand in de hemel een haardroger op de stand 'droger dan Death Valley' had laten staan. Zondagochtend zagen we dan ook een leuke waarschuwing op de meteo-site van de BBC - rukwinden tot 50 mijl per uur voor de hele dag. Gelukkig ging de reis van Perth naar Pitlochry vlotjes en werden we van de ergste wind gespaard. Of we waren voldoende afgeschermd door bomen en valleien, of we hadden het geluk dat er rugwind was die ons nog wat vooruithielp.

Maandag 8 augustus

Gisteren begon heel idyllisch - inclusief ontbijt met een prachtig zicht op Pitlochry - maar er stond ons een lekker verse portie karma te wachten. De reis naar het noorden ging verder door het Cairngorms National Park met de valleien van verschillende rivieren als leidraad. Jammer genoeg fungeerden die valleien als natuurlijke windtunnels voor de wind die net voldoende gekeerd was om pal uit het noorden te komen. We hadden dus voldoende tijd om van het steeds mooier (en ruiger) wordende landschap te genieten, aangezien we enkele uurtjes aan maximum 10 km/h tegen de wind in probeerden te rijden.

Maar als rasechte alternatieve toeristen bleven we volharden en tegen het einde van de dag (wanneer we ons al officieel in de highlands bevonden) werd de wind wat milder en konden we ons rustig neerleggen op een camping in Newtonmore. Alhoewel, één van mijn panniers had een redelijk ernstig mankementje opgelopen en er was een spaak uit mijn achterwiel kapot. Het eerste probleem was relatief eenvoudig (hetzij tijdelijk) op te lossen met het meest veelzijdige gereedschap ter wereld (een snelbinder), het tweede probleem liet ik nog even rusten (er zijn tenslotte nog 35 spaken over).

Dinsdag 9 augustus

Het weer vandaag was typisch Schots: geen idee wat het nu eigenlijk wou zijn. Al sinds vanochtend was de hemel volgepakt met grijze regenwolken, maar er waren geen druppels te bespeuren. Dus vertrokken we om de 90 kilometer die tussen ons en Inverness lagen te overbruggen. Tegen de middag waren er al 50 kilometer gesneuveld, net zoals ons vertrouwen in het goede weer én een tweede spaak van mijn achterwiel. Om dus alle onaangename verrassingen te vermijden besloten we om de trip van Carrbridge naar Inverness te doen via het ijzeren spoor. Onze laatste portie geluk werd gebruikt om de trein die we nodig hadden nét voldoende vertraging te geven en om de conductrice een schelleke medelijden te geven en ons gratis te laten reizen.

Daardoor waren we in de vroege namiddag al in Inverness en konden we nog een korte citytrip doen. Jammer genoeg viel het Inverness Castle wat tegen, maar dat werd meer dan goedgemaakt door een sighting van de zeldzame flamingo-meeuw. Morgen start de dag met een bezoek aan een fietsworkshop om wat technische mankementjes te fixen en daarna zetten we de laatste ~200 kilometer in naar John o' Groats.

Hopelijk komt de volgende blog er iets sneller, want dat duurt verdikke toch eventjes voor dat allemaal upgeload en uitgetypt is...


1:

Right near the end I'll put a little flat piece with a little flag to give you fucking hope

2: New Lanark is een kleine gemeenschap die volledig opgebouwd werd rond een plaatselijke katoenweverij. Héél interessant!