2017-02-01
Every day can't be the best day
Wel wel, dat was me het weekje wel. Het weer begint al wat meer mee te werken (alhoewel er nog ruimte is voor verbetering!), maar ondertussen worden we op andere gebieden enkele porties ongeluk geserveerd.
Vorige week vrijdag tankten we in Te Anau ons Duffy nog even vol voor de rit richting Milford Sound. Van Te Anau tot daar zijn er namelijk geen tankstations én ook geen telefoonsignaal om iemand op te bellen mocht je toch zonder brandstof vallen. Omdat het goede weer pas voor zaterdag voorspeld werd, reden we op ons gemak door de Eglinton vallei.
's Ochtends was er nog wat blauwe lucht te zien tussen de wolken, maar in de loop van de dag werd alles grijs en kwam de regen opnieuw gezwind de lucht uit vallen. De Mirror Lakes, die normaal gezien een perfecte spiegel zijn, misten hun effect wat door de regen en wind.
We probeerden nog te wandelen tot aan de Key Summit, maar na een halfuurtje waren we al in de regenwolken aan het wandelen. Dus gingen we rechtstreeks naar onze kampeerplaats voor die dag en hielden we ons bezig met wat laptop-kijken in Duffy.
Toen we ons een uurtje later echter wat wilden verplaatsen, bleek Duffy's batterij platter dan plat te zijn: ik had per abuis de lichten laten aanliggen. We waren efkes bezorgd, aangezien we niemand konden opbellen en er nog bijna niemand op de kampeerplaats aanwezig was. De eerste auto die we konden tegenhouden had geen startkabels, maar we hadden toch nog een beetje geluk en de tweede auto - met een Nederlands koppel in - had hetzelfde probleem al eens gehad en zij waren er dus wél op voorzien. Vijf minuutjes later was er weer leven in Duffy's motor te horen. Oef!
Ondertussen was het weer ook aan het verbeteren en naar de avond toe moesten we zelfs de zonnecrème bovenhalen. Na het avondeten gingen we snel naar bed aangezien we de volgende ochtend vroeg op moesten om op tijd in Milford Sound te zijn voor een cruise door de fiord.
Terwijl we naar daar reden (en in het begin van de cruise) waren er nog wat wolken en mist te zien, maar gaandeweg klaarde alles op. De fiord zelf was magnifiek, met gigantische rotswanden waar bomen halstarrig aan vastklampen en gigantische watervallen.
Alhoewel de zon van de partij was, bleef het frisjes op de boot, maar dat lieten we niet aan ons hart komen. Een koffietje hielp om de innerlijke mens sterk (en warm) te houden en de uitzichten bleven verbazen, zowel de flora als de fauna.
We gingen tot de monding van de fiord in de Tasmanzee en keerden daarna terug. Op de terugweg bleven we dicht bij de andere kant van de fiord en gingen we zelfs even tot tegen één van de rotswanden varen. Onderweg kwamen we ook nog kajakkers tegen: een leuk alternatief om de fiord te verkennen, maar aangezien de prijs vijf keer hoger lag dan de cruise (en je veel minder ziet) waren we niet meteen rouwig dat we daar niet voor gekozen hadden.
Toen we terug waren in de haven was de zon ondertussen met overtuiging aan het branden. Een plaatselijke zeeleeuw maakte van het prachtige licht gebruik om zijn synchroonzwemmen wat bij te schaven.
Daarna begonnen we aan de terugreis richting Te Anau. We reden langs dezelfde weg terug maar hadden nu een volledig ander zicht op de vallei: niet alles was bedekt onder regenwolken en mist. Op één van onze stops was er een Kea aan het genieten van alle aandacht die hij (of zij) kreeg van alle toeristen.
Het goede weer betekende ook dat we onze wandeling richting Key Summit nogmaals konden doen. Deze keer werden we beloond met prachtige vergezichten over de hele Eglinton vallei.
Ook de Mirror Lakes zagen er iets beter uit in het zonlicht, alhoewel een licht windje de perfecte weerspiegeling toch nog tegenhield.
Het weer zat nu dus redelijk snor, maar toen we opnieuw in Te Anau waren, kregen we een tweede portie ongeluk: tijdens een sprintje richting receptie van het holiday park waar we sliepen, schoot er iets in Lien's rug. Gevolg: véél pijn en bijna onmogelijk om te stappen. We lieten het een nachtje voor wat het was, maar zondag was er nog niet veel verbetering in de zaak.
Aangezien we de dag erop normaal gezien aan de Kepler track moesten beginnen, deden we die zondag niet veel. Tegen het einde van de dag was de pijn verbeterd (en beslisten we om een doktersbezoek tot nader order uit te stellen), maar de Kepler Track hadden we wel al afgeschreven: drie dagen wandelen met een zware rugzak kon de zaak alleen maar erger maken en het weer voor de tweede dag (waar de track quasi continu langs een open bergrichel gaat) was niet al te goed (de hele dag regen en rukwinden tot 110 km/h).
Daarom hakten we de knoop door om van het goede weer gebruik te maken om nog een cruise te maken, deze keer richting Doubtful Sound: de grote (en minder bekende) broer van Milford Sound. Het was maandagochtend even vloeken wanneer de wekker om 6 uur afging - aangezien we om 7 uur in Manapouri moesten staan - maar dat waren we al snel vergeten toen we in de fiord aankwamen.
Groter, mooier, imposanter en vooral: rustiger. Het was over de hele lijn een (nog) betere ervaring dan Milford Sound. En dan hadden we nog eens geluk dat we enkele dolfijnen konden zien ook, alhoewel ze niet echt zin hadden om dicht bij de boot te komen. En best of all: de koffie was gratis!
Na de cruise besloten we om opnieuw richting Te Anau te trekken om nog een korte wandeling te maken richting Brod Bay, waar we normaal gezien onze eerste nacht op de Kepler Track gingen doorbrengen. Aangezien we te laat waren om onze kampeerplaatsen te annuleren, besloten we om toch één nacht gebruik te maken van ons geld. Jammer genoeg waren de stormwinden wat vroeger dan verwacht en werden we de hele nacht getrakteerd op sterke, luide wind die ons tentje probeerde omver te blazen.
En als klap op de vuurpijl werden we midden in de nacht wakker toen ik iets over mijn gezicht voelde gaan. Wat bleek: er was een klein muisje in de tent geraakt. Gelukkig vonden we nergens muizestrontjes om de volgende ochtend op onze boterham te doen, dus deponeerden we het beestje buiten en probeerden we toch nog wat slaap te vatten.
De dag nadien (dinsdag, dus) stapten we terug naar de auto, iets trager dan de dag voordien aangezien het pad vol lag met kleine en grote takken die tijdens de stormachtige nacht afgekraakt waren. Het weerbericht bleek er pal op te zitten (een hele dag regen) en de rug van Lien was nog steeds niet volledig in orde, dus bleven we opnieuw een dagje binnen. Het regenweer (en de weinige zonnestralen die in het begin van de dag door het wolkendek raakten) leverde echter nog een prachtige regenboog boven lake Te Anau op.
Deze ochtend verlieten we Te Anau en reden we richting Queenstown. Onderweg maakten we nog een korte tussenstop bij een uitkijkpunt, voor we verder reden naar de Mavora Lakes.
Die twee meren bereikten we na een dertigtal kilometer over een grindweg. We startten met een wandeling langs de oevers van het noordelijke meer, maar uiteindelijk moesten we rechtsomkeer maken aangezien het pad wat overstroomd was en het strand langs de oevers van het meer maar een paar centimeter breed was door de regenval.
Er zat dus niets anders op dan verder te rijden naar Queenstown. Onderweg kwamen we nog verschillende, gigantische kuddes schapen tegen. En net voor we op onze bestemming aankwamen, hadden we nog een prachtig uitzicht op meer Wakatipu.
En hier zitten we nu dus, in Queenstown. Het plan is om hier enkele dagen in de buurt te blijven (en misschien richting Glenorchy te gaan voor een wandeling), maar dat hangt natuurlijk allemaal af van het weer en hoe de rug van Lien evolueert. Maar we blijven ons amuseren, het is maar normaal dat niet iedere dag vol met hoogtepunten kan zitten.