2017-02-10

Trust me on the sunscreen

Tijdens onze eerste dag in Queenstown werd ons al snel duidelijk dat het stadje wat te druk was voor ons. Daarom besloten we dus om maar één dag te blijven. Om de rug van Lien wat te ontzien (maar om toch nog in beweging te blijven, aangezien dat soms de beste remedie is voor zulke dingen) maakten we in de ochtend een korte, maar pittige wandeling naar de top van Queenstown Hill.

Het dennenbos op de flanken van de heuvel stond vol met vliegenzwammen en wanneer we de top bereikten, hadden we uitzicht op Lake Wakatipu voor ons en kleinere bergen en heuvels rond ons.

De rest van de dag slenterden we wat rond in de stad en bereidden we ons voor op de vierdaagse trek die we gingen ondernemen: de Greenstone and Caples Tracks. We kochten tickets om te kunnen kamperen bij de hutten en we brachten een bezoek aan de lokale supermarkt om nog wat voorraad in te slaan.

's Anderendaags reden we van Queenstown naar Glenorchy en verder tot we bij het startpunt van de wandeling waren. We reden continu langs de oevers van Lake Wakatipu, wat niets dan mooie zichten opleverde. We stopten ook nog even bij een stukje natuur waar een scene voor de Lord of the Rings films opgenomen werd. We plaveiden ons als Frodo en Sam neer en fantaseerden er de olifaunten en Haradrim bij.

De laatste kilometers naar de parking bij het startpunt gingen iets moeizamer, aangezien we een drietal stroompjes moesten oversteken. Het was soms spannend, maar ons Duffy ging er zonder problemen door. Een groter probleem was de kudde schapen die ons vanuit de tegenovergestelde richting de weg versperde. Er zat niets anders op dan te wachten tot de herder zijn kudde beestjes voorbij geloodst had.

De namiddag was al redelijk gevorderd toen we uiteindelijk aan de tramp konden beginnen. De eerste dag was een opwarmertje: een goeie twee uur de vallei van de Caples rivier inwandelen tot aan de Mid Caples Hut.

Alhoewel de track als easy tramping geclassificeerd wordt, was er soms toch een accuut gebrek aan pad. Meestal kwam dat door een teveel aan water, waardoor we soms als volleerde gymnasten op takken en stenen moesten balanceren om onze voeten droog te houden.

De kampeerlocatie bij de Mid Caples Hut was prachtig, temidden de riviervallei. Iets minder prachtig waren de gigantische zwermen bloedzuchtige sandflies. Zodra je meer dan een seconde stilstond, kwamen er enkele tientallen op je afgevlogen. De klootzakjes durfden dan ook nog eens gebruik te maken van de ruimte tussen de binnen- en buitentent om te schuilen voor de wind die buiten aan het aanwakkeren was.

Na een goede nachtrust begonnen we aan de tweede en meteen ook langste dag van de trek. We wandelden stroomopwaarts tot het begin van de vallei en begonnen dan aan de klim naar het McKellar Sadle om over te steken naar de vallei van de Greenstone rivier.

Ook in dit deel van de wandeling was er voldoende water (en dus ook modder), waardoor we na een tijdje besloten dat het sneller zou gaan om er gewoon over en door te stappen. De vuile schoenen en voeten namen we erbij en werden op tijd en stond afgewassen tijdens het oversteken van een proper beekje.

Op het zadel zelf zaten we al hoog genoeg om in wat regen/mistwolken te lopen, waardoor we niet meteen konden genieten van het uitzicht - maar de nabije flora maakte dat grotendeels goed.

Na de afdaling van het zadel restte er ons nog een uurtje stappen tot aan de McKellar Hut, waar we opnieuw ons tentje placeerden. De dag nadien volgden we de linkeroever van de Greenstone rivier stroomafwaarts. We werden de hele dag achtervolgd door regenwolken, maar konden snel genoeg doorstappen om ze telkens een beetje voor te zijn.

Omdat het maandag 6 februari Waitangi Day was in Nieuw-Zeeland, hadden veel mensen een verlengd weekend, waardoor het pad redelijk druk bewandeld werd. Dat was op veel plekken te zien (en te voelen) aan de kapotgetrapte grond.

Onderweg kwamen we ook nog een Kea tegen - een iets leukere ontmoeting dan wanneer we de beestjes omsingeld zagen door toeristen tijdens onze rit van Milford Sound naar Te Anau.

De laatste avond kampeerden we bij de Greenstone Hut en maandag restte er ons nog een drietal uur stappen tot aan de parking. Aangezien er opnieuw hevige regen voorspeld werd, vertrokken we vroeg en stapten we aan een stevig tempo door. Dat was wel nog niet stevig genoeg voor de warden van de Greenstone Hut die ons na een tweetal uur voorbijvloog aan looptempo: hij had nog een klein uur om de laatste 6 kilometer af te leggen en zijn lift te halen die hem om 11:00 uur kwam oppikken. Hij is er uiteindelijk nog ruim op tijd geraakt.

Uiteindelijk kwamen we mooi op tijd aan op de parking en vertrokken we met Duffy terug richting Glenorchy. De stroompjes die we drie dagen voordien over moesten steken waren door de regen iets sterker geworden, maar niets dat onzen Duf niet aankon. Op de terugweg zagen we ook nog het waarschuwingsbord dat we blijkbaar gemist hadden tijdens de heenreis. Oops.

Toen we in Glenorchy aankwamen, was de voorspelde regen al gretig aan het vallen, dus boekten we ons een kamertje om het slechte weer uit te zitten en om wat te rusten.

Dinsdag was de zon opnieuw van de partij en reden we richting het paradijs. Nee, echt, naar het gehuchtje Paradise dat in de vallei van de Dart rivier ligt. In die vallei werden ook enkele scenes voor de Lord of the Rings films opgenomen: de omringende bergen werden gebruikt als achtergrond voor Isengard en we passeerden bij de locatie waar Gandalf de Wizard's Vale binnenreed.

We hadden graag tot het einde van de weg gereden en nog een wandeling gedaan, maar één van de laatste stroompjes die we moesten doorwaden met Duffy zag er iets te gevaarlijk uit, dus besloten we het zekere voor het onzekere te nemen en rechtsomkeer te maken.

Langs de oever van Lake Wakatipu reden we opnieuw richting Queenstown en verder tot we in Arrowtown aankwamen. Ook hier gingen we op zoek naar een bekende LotR locatie: de ford van Bruinen, waar de Nazgûl tevergeefs probeerden te wakeboarden toen ze Frodo bij Arwen wilden weghalen (alhoewel zij daar in het boek helemaal niet bij was, maar soit, ik geef Peter Jackson geen ongelijk dat hij wat meer van Liv Tyler wou zien).

De rest van de dag liepen we rond in het gezellige stadje, dat een western-sfeer uitstraalde (er werd hier dan ook veel goud gevonden). Voor we de dag nadien verder reden hadden we daar graag nog een (grotere) wandeling gedaan, maar na een halfuurtje stappen, moesten we rechtsomkeer maken: we vonden het correcte pad niet en hadden niet direct genoeg proviand mee voor een volledige dagwandeling.

Daarom reden we een stukje terug om te wandelen rond Lake Hayes: een meer dat vroeger deel uitmaakte van Lake Wakatipu en dus door dezelfde gletsjer gemaakt werd. Dat moet nogal een ijsblokske geweest zijn!

Na die verkwikkende wandeling ging de rit opnieuw verder. We stopten nog één keer om een filmset te bezoeken: deze keer de kloof waar de Argonath (je weet wel, die 2 gigantische standbeelden langs de Anduin waar het gezelschap tussenvaart - een soort Trump-wall avant la lettre) op wacht stonden. De standbeelden moesten we er bij fantaseren, maar de Anduin konden we wel herkennen in de Kawarau rivier (alhoewel er verschillende rivieren gebruikt werden voor verschillende scenes op de Anduin).

Daarna reden we verder tot in Wanaka, bij het gelijknamige meer. Aangezien we wat voor lagen op schema, hadden we nog tijd om een uurtje te kajakken.

Voor we het voor bekeken hielden die dag, namen we nog wat tijd om Duffy eens goed te verwennen. Na een stevige wasbeurt zag ze er al heel wat beter uit, klaar om ons nog vele kilometers ver te brengen.

Maar die vele kilometers zijn voor wat later, aangezien we gisteren ook nog in Wanaka bleven. We vertrokken 's ochtends voor de pittige trek richting Roys Peak. Twee uur stevig klimmen later konden we genieten van een prachtig uitzicht op het meer en de bergen van Mount Aspiring National Park in de verte. De zon was van de partij en het was al te lang geleden dat we nog naar Baz Luhrmann geluisterd hadden, dus tegen het einde van de wandeling waren we beide gezegend met een beetje verbrand vel.

Vandaag was er opnieuw wat slechter weer voorspeld, dus planden we een bezoek naar Puzzling World, waar je ondergedompeld wordt in verschillende optische en andere illusies. En er is een gigantische buitendoolhof (waar we succesvol uit geraakt zijn)!

Het slechte weer dat voorspeld was, bleef gelukkig uit, dus maakten we gebruik van het onverwachte zonnetje om te lunchen op de oevers van Lake Wanaka en voor de rest een lazy afternoon te nemen.

Morgen laten we Wanaka voor wat het is en rijden we opnieuw verder. We rijden op het gemak richting westkust om dan noordwaarts te gaan tot het noordelijke punt van het zuidelijke eiland - maar dat is maar voor binnen enkele weekjes.

Tot dan blijven wij duchtig aftersunnen en kunnen we den Baz enkel maar bijstaan in zijn goede raad (als er al eens wat zon te zien is in België): wear sunscreen.


PS: voor de cartofielen onder ons - bij deze een detailkaartje van onze avonturen de laatste week én een geüpdatet overzichtskaartje.