2017-02-19

Ice Ice Baby

Ik bereid me voor op heel wat "Liar, liar, pants on fire" gesneer, aangezien ik in de vorige blogpost een Trumpke gedaan heb en op het einde een alternative fact vermeldde. Ik beweerde dat we vorige week zaterdag niet meer in Wanaka zouden zijn, maar na een wandeling naar de Rob Roy Glacier (waarvoor we een dertigtal kilometer over een hobbelige backcountry road moesten rijden) besloten we toch nog een nachtje door te brengen in het holiday park in Wanaka. Bij deze mijn excuses aan iedereen die onze vooruitgang tot op de minuut opvolgt: jullie zullen sinds de vorige blogpost niet meer exact mee zijn.

De wandeling naar (een uitzichtpunt op) de Rob Roy Glacier is een eenvoudige klim van een klein anderhalf uurtje. Onze klimbeentjes zijn ondertussen al goed getraind, dus we gingen vlotjes naar boven en staken heel wat andere wandelaars voorbij. Dat de wandeling populair is, is geen verrassing wanneer je de gletsjer voor het eerst ziet opduiken. Voor een minieme, fysieke inspanning krijg je een prachtig stukje ijs voorgeschoteld, knus genesteld tussen een drietal bergtoppen.

Het was dus al zondag 12 februari toen we Duffy instapten om verder te rijden richting Haast. Jammer genoeg was het weer alweer spelbreker: vanaf de middag ging het regenen. Ook de dag nadien beloofde niet veel goeds: er zou een storm over het zuidelijke eiland trekken (de tweede sinds wij hier zijn!), met veel regen als gevolg.

Zondagochtend konden we ons dus onderweg nog een snelle stop bij een meer veroorloven, maar tegen de middag hield de regen ons tegen om enkele geplande (korte) wandelingen te doen. Voor de twee watervallen die we tegenkwamen, trotseerden we wel even de nattigheid, maar daar hielden we het dan ook bij.

Toen we (vroeger dan gepland) in Haast aankwamen, bevestigde de dame aan de balie in het DOC informatiecentrum nogmaals de weersvoorspelling. Meer nog: de wandeling die we gepland hadden voor woensdag en donderdag was al gesloten voor het publiek tot het regenweer voorbij zou trekken. Aangezien er in Haast weinig te beleven viel, reden we onmiddellijk door naar Fox Glacier. Alhoewel de navigatie-app héél optimistisch was over hoe snel we er zouden raken, was het toch al laat in de namiddag toen we daar aankwamen. We boekten een kamer in één van de plaatselijke hostels en nestelden ons in voor een avondje en dagje binnenzitten. We maakten van de gelegenheid gebruik om nog eens naar de eerste Hobbit-film te kijken: nog steeds gigantische bagger!

Maandag verliep zoals verwacht: veel regen en veel binnenzitten en bezighouden met van alles en nog wat. Dinsdagochtend viel het resterende hemelwater op de grond, maar tegen de middag konden we gelukkig terug buiten om enkele korte wandelingen te maken. We liepen rond Lake Matheson, waar je normaal gezien een prachtig zicht hebt op de zuidelijke Alpen die weerspiegeld worden in het meer, maar het View of Views werd wat verpest door de wind die het water lichtjes liet golven.

Na een verfrissende koffie en brownie, reden we nog snel naar de start van de vallei die door de Fox Glacier uitgehouwen werd. Enkele honderden meters voor we aan de parking kwamen, stond een bordje dat aangaf tot waar de gletsjer in 1935 kwam - een niet zo aangename herinnering aan het hele global warming gedoe1. Een korte wandeling bracht ons naar een punt met uitzicht op de gletsjer zelf. Vooral de steile rotswanden die door het terugtrekkende ijs achtergelaten werden, lieten een immense indruk na. Dat moet Regi ook gedacht hebben toen hij hier kwam zwemmen in de rivier van het smeltwater van de gletsjer (ze hebben zelfs gedenkbordjes voor hem gemaakt!).

Aangezien het valentijn was, besloten we om ons 's avonds te trakteren op een (gratis) plonsje in de hot pools van het holiday park waar we bleven slapen. Aangezien we de dag nadien de Mount Fox track gingen wandelen (onze eerste wandeling die door het DOC als advanced geclassificeerd wordt), leek het ons aangewezen om onze spieren nog even te verwennen.

En die spierontspanning bleek een heel goed idee te zijn. Dinsdagochtend reden we naar de start van de Mount Fox Track en het bord loog er niet om: 8 uren 'wandelen' (op de meeste plekken eerder over rotsen en boomwortels omhoog klauteren) om een goeie 1000 meter hoger een uitzicht op de volledige Fox Glacier te hebben (in tegenstelling tot het kopke dat we de dag voordien zagen).

Na enkele uren klimmen kregen we achter ons een prachtig zicht op de vallei onder ons, maar boven ons was de bovenkant van de gletsjer jammer genoeg gehuld in regenwolken die in de loop van de middag gevormd werden door de vochtige zeelucht die richting de bergen geblazen werd.

Na een niet zo aangename afdaling (onze knieën waren herleid tot pudding) startten we Duffy opnieuw om verder te rijden richting de volgende gletsjer: de Franz Josef Glacier. Hier hadden we vrijdag een helihike geboekt: een korte helikoptervlucht die je tot op de gletsjer bracht, waarna je er een drietal uren rondgegidst werd.

Donderdag gingen we de gletsjer al eens van langs onder bezichtigen. We vertrokken vroeg in de ochtend om alle wolken (en de meeste mensen) voor te zijn. Ook hier was het onwezenlijk om een gigantische ijsmassa te zien die omringd wordt door regenwoud. De Franz Jozef en Fox gletsjers zijn, samen met de Perito Merino gletsjer in Argentinië, de enige gletsjers in de wereld die eindigen in een regenwoud.

In de namiddag reden we nog even heen en terug naar Ōkārito, waar we twee wandelingen deden die ons naar uitzichtpunten brachten op de Tasmaanse zee en de lagunes die rond het dorpje liggen. In de verte konden we de witte toppen zien van onder andere Mount Cook en Mount Tasman.

De dag nadien was D-day voor onze helihike en het weer werkte - na de regen in het begin van de week - meer dan mee: stralende zon en geen wolkje aan de lucht. Onze gids zei meermaals dat dit tot nu toe verreweg de beste dag op de gletsjer was deze zomer.

Tijdens onze (hele) korte helikopervlucht (5 minuutjes in de lucht) kregen we onmiddellijk een heel ander zicht op de gletsjer: de ijsmassa toonde véél groter dan wat we de dag voordien van beneden gezien hadden. Na de landing bevestigden we de stijgijzers aan onze klompen van schoenen en vertrokken we voor een wandeling over het ijs.

Het ging soms maar traag vooruit, aangezien iedereen veel foto's wou nemen en onze gids meermaals enkele treden uit het ijs moest kappen om de doortocht wat aangenamer en veiliger te maken. Toen we wat hoger op de gletsjer waren konden we wel zien waarom er continu aan het 'pad' gewerkt moest worden: het ijs van de gletsjer stroomt uit een grote kom (die zo'n 30 km² groot is) en tuimelt daarna bijna onmiddellijk 400 meter naar beneden. Gevolg: het gletsjeroppervlak waar wij op liepen beweegt tot één meter per dag - het ijs dat de rotswand afgaat, gaat zelfs tot vijf meter per dag.

Tijdens de wandeling liepen we over het ijs, tussen het ijs en zelfs onder het ijs. Terwijl we terugkeerden naar ons startpunt (waarvoor we ons op het einde door een wel héél nauwe spleet moesten duwen), zagen we meermaals trapjes in het ijs die enkele weken geleden nog gebruikt werden tijdens de wandelingen op de gletsjer, maar ondertussen al zo ver opgeschoven waren dat ze geen nut meer hadden.

Jammer genoeg was de tocht al snel gepasseerd en werden we opnieuw helikoptergewijs afgezet in Franz Josef zelf.

Daarna tankten we Duffy vol en begonnen we aan de roadtrip richting Punakaiki - waar we een drietal uur later aankwamen.

Die plotse haast was nodig omdat ik gisteren - zaterdag - een dagactivtieit geboekt had in het nabij gelegen Barrytown: een knife making course. In één dag ga je via hamer, schuurpapier en veel geduld van stalen staaf tot messcherp mes2.

In de voormiddag smeed je het zachte staal in een grove mesvorm (terwijl je zo veel mogelijk koolstof het staal inhamert om het harder te maken) en maak je een grove versie van het heft. In de namiddag werk je de hele boel af met véél schuur- en polijstwerk. Al bij al een gigantisch interessante dag én je houdt er een zelfgemaakt mes aan over!

Lien kon natuurlijk niet de hele dag stilzitten, dus zij was de pancake rocks en blowholes in Punakaiki gaan verkennen, waar we 's avonds nog samen eens naar terugkeerden.

's Avonds konden we ons op het terras van onze hostel zwieren en genieten van een prachtige zonsondergang.

Vandaag bleven we nog een dagje in Punakaiki voor wat zon, zee en strand (en bloggen!) in combinatie met een korte wandeling langs de Porarari rivier.

Morgen rijden we verder richting Murchison om wat te raften en dinsdag vertrekken we opnieuw voor een great walk: de Abel Tasman Coast Track. Daarna rest er ons enkel nog de Queen Charlotte track op het zuidereiland en dan kunnen we de oversteek naar het noorden maken. Spannend!


1: dat natuurlijk door de Chinezen uitgevonden werd om Amerikaanse jobs af te pakken
2: mensen die een betere alliteratie hebben, gelieve mij te contacteren