2017-01-26
No sun in our own summer
Nadat we een dagje in Dunedin de storm uitgewacht hadden, vertrokken we vrijdag 20 januari opnieuw om onze reis zuidwaarts verder te zetten. We namen de scenische route richting Slope Point - het meest zuidelijke punt van het zuidelijke eiland. Onze eerste stop lag op het schiereiland ten oosten van Dunedin: Sandfly Bay. Die baai wordt zo genoemd omdat de zuidelijke wind er onophoudelijk het zand landinwaarts blaast, niet omdat het er wemelt van de bloedzuigende zandvliegjes - oef!
De zon was op dat moment nog van de partij en gunde ons een prachtig uitzicht op de baai terwijl we het strand afwandelden. Tegelijk zagen we twee zeeleeuwen (waarvan er eentje al surfend het strand opkwam - jammer genoeg waren we te laat voor een foto) en een koppel vogels die familie moeten zijn van de strandloper.
Na de verfrissende strandwandeling sprongen we opnieuw Duffy in om de rit verder te zetten richting volgende halte: de vuurtoren op Nugget Point. Om daar te raken moesten we ook langs Kaka Point rijden, maar om kinderachtige kluchtjes te vermijden zijn we daar snel voorbijgereden (het was trouwens ook aan het regenen).
We hadden nog maar net de deuren van Duffy dichtgetrokken toen het opnieuw begon te regenen, dus reden we met de ruitenwissers aan richting de Purakaunui Falls. Hier was de flora overduidelijk gewend aan de vele nattigheid - we waanden ons tijdens de korte wandeling naar de watervallen in het regenwoud.
Iets verder de weg op stopten we bij de Matai Falls voor we doorreden naar de meest indrukwekkende waterval van de drie: de McLean Falls.
Als laatste stop van de dag (de Cathedral Caves waren jammer genoeg niet toegankelijk door het regenweer) gingen we de restanten van een versteend bos gaan bekijken in Curio Bay.
Aangezien onze slaapplaats net vóór Slope Point was, reden we de ochtend nadien de laatste kilometers richting meest zuidelijke punt van het zuidelijk eiland. Een bordje herinnerde ons er aan dat we eigenlijk nog maar halverwege tussen de evenaar en de zuidpool zaten. Ons bolleke is toch groter dan je soms zou denken.
Daarna stopten we nog even bij de vuurtoren op Waipapa Point voor we verder reden richting Bluff, waar we in de namiddag de ferry zouden nemen richting Stewart Island.
We hadden namelijk beslist om de weersvoorspellingen (die toch om de vijf minuten leken te veranderen) professioneel te negeren en toch aan onze eerste great walk te beginnen. Vanop de heuvel nabij Bluff konden we met wat moeite het derde Nieuw-Zeelandse eiland uit de wolken zien verrijzen. Een uurtje later zetten we al voet aan wal in Oban, het enige dorp op Stewart Island. We spendeerden de rest van de avond met wat biljart tegen de eigenaar van de hostel waar we kampeerden, voordat we (iets later dan gezond was) de slaapzak gingen opzoeken.
Zondagochtend brak aan en alhoewel het nog steeds wat aan het druppelen was, bleven we bij onze beslissing om de Rakiura trek te starten: een driedaagse luswandeling door het zuidelijke deel van het eiland. De eerste dag stapten we langs de kust van Oban tot aan de eerste kampeerplaats.
In de hostel hadden enkele meisjes ons gewaarschuwd dat het pad er door de storm soms héél modderig bij lag, maar dat leek ons wat overdreven. Het duurde de tweede dag echter niet lang voor we merkten dat ze eigenlijk wel gelijk hadden.
Het eerste deel van de dag bracht ons snel naar wat restanten van de boskapindustrie uit het begin van de twintigste eeuw op het eiland - een paar stoomlocomotieven die gebruikt werden om gevelde bomen te verslepen. Het tweede deel ging heel wat minder vlot aangezien we schijnbaar om de 10 meter een modderpoel moesten omzeilen.
Gelukkig bleef het weer echter meewerken (meer dan wat gedruppel hadden we niet tijdens het wandelen) en kwamen we in de vroege namiddag al aan bij onze kampeerplaats. Pas wanneer we knus in de tent lagen gingen de hemelsluizen opnieuw open.
De derde (en laatste) dag was meer van hetzelfde: mooi aangelegd pad afgewisseld met modderpoelen en op één plaats zelfs een ware aardverschuiving.
Eenmaal aangekomen in Oban wachtten we op de ferry om ons terug naar het vasteland te brengen, waar we nog wat inkopen gingen doen vooraleer we Duffy op een holiday park placeerden voor die nacht.
Gisteren ('t is te zeggen: woensdag voor ons - soms wat moeilijk te volgen met de halve dag tijdsverschil) reden we verder vanuit Invercargill richting Te Anau. Onderweg stopten we nog bij Howells Point en (iets verder) Monkey Island - een klein eilandje waar we jammer genoeg niet naartoe konden door de vloed.
Ook op onze route lagen de Rakatu Wetlands, een groot natuurgebied waar er getracht wordt om enkele moerassige ecosystemen nieuw leven in te blazen.
Uiteindelijk kwamen we aan in Manapouri, waar we een slaapplaats geboekt hadden en aangenaam verrast waren toen bleek dat we een eigen blokhutje hadden - inclusief houtkachel.
Het plan was om vandaag een cruise te doen richting Doubtful Sound, maar (alhoewel de foto's misschien anders laten uitschijnen) het weer blijft wispelturig en dus moesten we het houden bij een rit richting Te Anau en een korte wandeling langs de oevers van Lake Te Anau (zelfs tijdens die wandeling werden we nog een keer uitgeregend).
Onze planning wordt dus op korte termijn continu aangepast door het weer (enkele Nieuw-Zeelanders hebben ons al verteld dat dit de worst summer ever is), maar er lijkt beterschap op komst. Tegelijkertijd hebben we ook nog wat geluk op wandelvlak want er zijn enkele slaapplaatsen vrijgekomen op de drukke (en continu volgeboekte) Kepler Track - één van de meest bekende great walks door het Fiordland van Nieuw-Zeeland.
Het huidige plan is dus om ons de volgende dagen te vergapen (tussen de resterende regenbuien door) aan het landschap rond Milford Sound en dan maandag de Kepler Track aan te vatten. We blijven dus positief ingesteld en hopen op het beste (alhoewel de Maori-weergoden het weer van de voorbije dagen mogen shoven waar de zon niet schijnt).
PS: om mijn literair gewauwel wat beter te kunnen volgen hebben we ook een overzichtskaartje gemaakt van onze route tot nu toe. Pakketjes met zonneschijn mogen de volgende weken richting west- en noordwesten van het zuidelijk eiland gestuurd worden.