2016-07-22

Every fucking hill

Hier zitten we dan, op de trein naar Bristol. Na 2 dagen zwoegen en zweten door Cornwall hebben we gisteren besloten om de nationale feestdag op gepaste manier te vieren: door een lekker Belgisch compromis te sluiten. Onze benen hebben het eventjes gehad met het op-en-neer-gaan langs de Cornish Coast en de kust (en bijhorende heuvels) hebben tot nader order geen plannen om zich aan te passen - dus slaan wij dit gedeelte over om onmiddellijk verder te gaan door het (hopelijk) iets zachter glooiende Wales.

Woensdag werden we wakker in onze kamer in het Penzance YMCA. De nachtrust was minder dan ideaal door de verstikkende hitte. Kleine tip voor iemand die ooit naar Penzance afzakt: het YMCA is z'n geld niet waard. Toch zijn we vol goede moed vertrokken om - na een tussenstop in de plaatslijke Lidl voor wat ontbijt - haast onmiddellijk op een omleiding te stuiten. Gelukkig vertelde een vriendelijke fietser ons dat we de probleemzone eenvoudig konden vermijden door even over het strand te fietsen. Geen probleem, dachten we, tot we op het strand zelf waren en onze achterwielen af en toe wegzakten in het mulle zand. Eventjes vergeten dat er enkele kilo'tjes extra aan onze fietsen hangen te bengelen.

We vonden al snel het echte pad terug en de rest van de voormiddag ploeterden we verder langs rustig (en soms iets minder rustige) B-wegen. Rond de middag reden we door Hayle, een kustdorpje aan de noordkust van Cornwall. De gelijknamige rivier Hayle had al betere tijden gekend: door de aanhoudende hitte was de monding bijna volledig opgedroogd.

De rest van de dag ging - met de nodige ommewegen - richting Truro. We konden genieten van enkele prachtige off-road kilometers door een streek waar vroeger veel tin en klei uitgegraven werd.

Die avond konden we net voorbij Truro slapen bij Mrs. Door - een quintessentially Brits vrouwtje van eind de 70. Haar tuin is normaal enkel voor caravans, maar ze was zo stomverbaasd dat 2 mensen zot genoeg zijn om in deze verzengende hitte rond te fietsen én dan nog eens (vrijwillig!) in een tent te slapen dat we toch een plaatsje kregen. We hadden nog wat tijd over dus konden we experimenteren met het opzetten van de tent en het zeil om al ons materiaal (inclusief fietsen) droog te houden - mocht het dan toch eens regenen in Engeland (ongehoord!).

De volgende dag werden we wakker en hoorden we het al druppelen op het tentzeil. Geen stortvloed, maar toch voldoende om ons even te doen aarzelen om te vertrekken. Dat gaf ons de gelegenheid om met iemand te praten die blijkbaar enkele jaren geleden onze route (LEJOG - Land's End to John 'o Groats) in de omgekeerde richting had gedaan (JOGLE). Alleen dan dat hij het mét bagage, zónder vitessen en in 9 dagen gedaan heeft (meer dan 160 kilometer per dag!). Hij moest wel toegeven dat hij de volledige reis langs grote A-wegen gereden heeft die dus iets meer genivelleerd zijn dan de regionale wegeltjes waar wij voor kiezen.

Hij moest ook toegeven dat de wegen in Cornwall weinig logisch aangelegd waren. In plaats van de contourlijnen rond de heuvels te volgen, gaan ze meestal linea recta naar de top. Zoals hij het zo mooi verwoordde:

It's like they want to show you the top of every fucking hill.

Zijn opmerking dat het vanaf Bristol wat platter werd gaf ons voldoende moed om opnieuw te vertrekken. Jammer genoeg duurde het niet lang of we kwamen alweer een helling tegen die onmogelijk op te fietsen was met onze mega-mastodonten. Er zat zelfs een stukje in waar mijn fiets - met beide remmen toegenepen - bergafwaarts begon te glijden. Een minder begin van de dag.

Iets later ging het weer vlotjes naar beneden. Natuurlijk ook niet té vlotjes, want vanaf 35 km/h begint zo'n volgeladen fiets behoorlijk onstabiel aan te voelen en je wil natuurlijk ook nog op tijd kunnen stoppen als er plots een auto om de bocht verschijnt. Er verschenen ook enkele auto's, maar allemaal stilstaand omdat ze aan het wachten waren op de floating bridge ferry. Een korte oversteek en aan de overkant onmiddellijk een nieuwe steile beklimming. De schippers moeten medelijden gehad hebben met ons, want we moesten zelfs de pond per persoon voor de overzet niet betalen.

Die laatste helling was er eentje teveel en dus beslisten we toen om zo snel mogelijk naar St. Austell te rijden om daar een trein te nemen naar Bristol. Cornwall had ons op onze knieën gekregen. Devon (en de Dartmoor en Exmoor nationale parken) zullen we een volgende keer te voet komen verkennen.

Gelukkig voerden de laatste kilometers naar St. Austell ons nog langs rustige fietswegeltjes tussen prachtige natuur. Enkel de beklimming naar het station deed nog even pijn. Tickets gereserveerd voor vrijdagmorgen en daarna een bed gezocht (en gevonden) in de Duke of Cornwall Inn (goedkoper én beter dan Penzance YMCA - aanrader!). Deze ochtend nog snel een full English breakfast naar binnen geschrokt om onze trein van 08:44 te halen.

En hier zitten we dus - op de trein, met een namiddagje Bristol in het verschiet. Nog snel een last-minute AirBnB geboekt om er dan morgen weer volledig in te vliegen.