2022-09-27
Gone home, went to bed
Inhoudstafel
Terwijl ik hier op een ergonomische bureaustoel zit en deze blog aan het typen ben op een breedbeeldscherm, moest ik terugdenken aan het begin van onze reis, toen ik de eerste blogpost nog in minder dan ideale omstandigheden moest schrijven. Want ondertussen zijn we al een weekje terug thuis. En alhoewel de start van de reis al eeuwen geleden lijkt, zijn die twee-en-een-halve maanden ook voorbijgevlogen.
Maar daarover op het einde meer, eerst nog een poging om de laatste dagen van de fietsreis samen te vatten.
Donderdag 15 september - Langs de Saar en Frankrijk naar Luxemburg
Na een rustdag in Saarbrücken (waar het ook echt geregend heeft, dus het was eens terecht dat we binnen zaten!), sprongen we donderdagochtend opnieuw op onze fietsen. Het weerbericht voorspelde wisselvallig weer, maar uiteindelijk hebben we geen druppel regen meer gezien.
In het centrum van de stad vervoegden we de Saar (nog een riviermetgezel erbij!) en fietsten we west- en noordwaarts, parallel met de Frans-Duitse grens tot net voor Merzig.
Daarna verlieten we de rivier om een stukje te klimmen tot de grens, waarna we op Frans territorium de afdaling inzetten tot aan het drielandenpunt (Frankrijk, Duitsland en Luxemburg) in Schengen, langs de Moezel.
Daarna was het nog maar enkele kilometers langs de Moezel fietsen tot aan onze camping voor die avond. Om nostalgische (en praktische) redenen staken we nog even de rivier over om op Duits grondgebied te slapen, voordat we de Bundesrepublik voor een hele tijd achter ons zouden laten.
Vrijdag 16 september - Dwars door Luxemburg tot in België
Vrijdag startte onze rit met een klimmetje weg van de Moezel, door de vele wijngaarden die langs de oevers staan. We merkten wel al snel dat er op dit deel van de EV5 route nog geen bordjes aanwezig waren, dus moesten we opnieuw gebruik maken van de signalisatie voor lokale routes. Na de wijngaarden kwamen we al snel in bekend terrein terecht: weides en landbouwgronden. Maar in tegenstelling tot hun Vlaamse varianten, waren er hier wel wat meer hoogtemeters te vinden.
De rest van de voormiddag fietsten we door kleine dorpjes, soms langs relatief drukke wegen zonder fietspad en altijd met wisselvallig weer op de achtergrond tot in Luxemburg stad.
In Luxemburg stad zelf fietsten we nog even verkeerd, maar gelukkig konden we van het lagergelegen deel omhoog via een lift, om onze benen toch nog wat te sparen.
Aangezien de buitjes frequenter en groter aan het worden waren, beslisten we om in de stad zelf iets te lunchen. Daarna fietsten we de stad uit, maar jammer genoeg zagen we nog steeds geen EV5-bordjes (alhoewel de Eurovelo site beweert dat die er vanaf Luxemburg stad zouden moeten zijn). Om het start/stop/kaart bekijken tot een minimum te beperken, beslisten we dan ook om wat af te wijken van de EV5 en al iets sneller richting de Belgische grens te gaan.
Na een heleboel kilometers westwaarts rijden, fietsten we in Steinfort de grens over en bevonden we ons meteen op een Waalse legende: de route nationale 4. Zodra we de grens over waren, verscheen er wel een fietspad langs de drukke weg - iets wat we in Luxemburg niet veel gezien hadden - en dat bleef zo terwijl we naar Arlon fietsten.
Dat bleef echter niet zo. De weg werd een dubbele tweevaksbaan en we werden naar een brokkelige zijkant geduwd die als fietspad moest dienen. Toen bleek dat ook die zijkant er niet meer zou zijn, stopten we even om onze opties te bekijken. Google Maps bleef bij z'n keuze om ons langs de N4 te laten rijden (levensgevaarlijk), dus kozen we voor de optie die OsmAnd voorstelde: een kleine omweg via wat kleinere gehuchtjes.
Maar ook dat was niet ideaal, aangezien we door een stukje bos gestuurd werden waar we omheen meerdere omgevallen bomen moesten navigeren. Waarschijnlijk nog restanten van een van de grote voorjaarsstormen, maar jammer om te zien dat die maanden nadien nog niet opgeruimd zijn (of op z'n minst gesplitst zijn om een pad vrij te maken).
Na ons avontuur doorheen de (provinciale) Luxemburgse bossen, vervoegden we opnieuw de route in Luxemburg (het land). En tot ons groot jolijt zagen we dat de bordjes voor de EV5 ondertussen wel aanwezig waren. Nog een laatste, Luxemburgse klim en daarna konden we ons bergaf laten bollen tot in Martelange, waar we België opnieuw (en deze keer definitief) binnen fietsten. Daarna restten er ons nog maar een paar kilometer langs de Sûre tot camping Beau Rivage.
Daar konden we, vroeger dan verwacht, ons West-Vlaams nog eens gebruiken, aangezien de camping uitgebaat werd door een koppel provinciegenoten. Zo kreeg ik ook de kans om, na twee maanden, nog eens een Rodenbach te drinken, maar ik kon aan de verleiding weerstaan en dronk een iets lokaler biertje.
Zaterdag 17 september - Door de bijtende koude tot La Roche-en-Ardenne
De volgende dag werden we wakker onder een blauwe hemel en een kille herfstzon en fietsten we langs een oude tramweg noordwaarts richting Bastogne. Het weer werd echter meer en meer herfstachtig, met motregen en een bijtend koude wind die ons verplichtte om al onze lagen aan te doen.
In de namiddag werd er nog meer en heviger regen voorspeld, dus was het opnieuw tijd voor onze gepatenteerde Sprint™ zodat we kort na de middag al in La Roche-en-Ardenne waren. Het was aangenaam opwarmen in onze hotelkamer (in het uiterst charmante hotel Le Chalet, aanrader!) terwijl het buiten pijpenstelen aan het gieten was.
Zondag 18 september - Doorheen bekend terrein naar Dinant
Zondag was het nog steeds frisjes, maar de bijtende wind van de dag voordien was er niet meer, dus het was al weer wat aangenamer fietsen. De hele dag was het fietsen langs en door dorpen die bekend in de oren klinken, maar waar we ons niet altijd exact herinnerden wanneer of waarom we daar ooit geweest waren. We fietsten via Rendeux en Hotton naar Marche-en-Famenne en daarna door richting Ciney.
Na Ciney was het nog maar een kleine twintig kilometer tot Dinant, waar we een kamer geboekt hadden. Onderweg zagen we nog een pasgeboren kalfje z'n eerste stapjes zetten terwijl de moederkoe1 nog wat restjes wonder aan het uitscheiden was. In Dinant zelf hadden we nog tijd genoeg om wat rond te wandelen en wat geschiedenis op te snuiven in het geboortehuis van Adolphe Sax.
Maandag 19 september - Van Ardennen naar Wallonië en Binche
In Dinant lieten we de EV5 voor wat hij was (aangezien die richting Brussel gaat) en schakelden we over op het knooppuntennetwerk om ons verder richting thuis te brengen. Het karakter van het landschap veranderde snel en na een uurtje fietsen hadden we de Ardennen echt wel achter ons gelaten. Het terrein werd wat gematigder en de hoeveelheid landbouwgrond ging merkelijk omhoog.
Even voor lunchtijd konden we nog in sneltempo wat kilometers afleggen via een oude spoorwegbedding. Voor de lunch zelf leken we even in de problemen te komen, aangezien er niet echt een winkel langs de route lag. Maar gelukkig kwamen we plots de beste uitvinding sinds gesneden brood tegen: een pizza-automaat. En dat het lekker was!
In de namiddag fietsten we de resterende kilometers af tot in Binche. Onderweg zagen we nog even wat exotische fauna toen een kermiskaravaan passeerde. Hun vrachtwagen met drie aanhangers had wel wat moeite om te navigeren door, rond en op de nauwe en steile baantjes in de Waalse dorpen.
Dinsdag 20 september - Vlaanderen binnenfietsen via Maarkedal
Dinsdag was het vertrekken met kriebels in de buik, aangezien het onze laatste "volledige" dag on the road was. We fietsten tussen Mons en La Louvière noordwaarts richting Ath.
Daarna was het niet ver meer tot de grens met Vlaanderen, iets over Ellezelles. Net voor we Vlaanderen binnenfietsten, kregen we wel nog een verrassing voorgeschoteld van de Waalse Ravelfietsroutes: een trap temidden een fietsroute. Maar in vergelijking met een paar andere avonturen tijdens onze reis, was dit natuurlijk - mits wat spierkracht - snel geklaard.
Daarna was het gewoon nog even de Kanarieberg overfietsen voor we een allerlaatste keer onze tent opzetten. De camping waar we verbleven was al in fin-de-saison modus, dus we hadden geen warm water om te douchen, maar dat lieten we niet aan ons hart komen.
Woensdag 21 september - De laatste kilometers tot thuis
Mensen die Vlaanderen wat kennen, zullen weten dat er tussen Ronse en Izegem niet gigantisch veel kilometers liggen. We hadden er dus nog maar ruim 40 te gaan. Aangezien we niet te vroeg thuis wilden aankomen (om de mensen die moesten werken de kans te geven om ons op te wachten), haalden we dus alles uit de kast om niet te snel te affeseren: zo lang mogelijk in de tent liggen, uitgebreid (chocoladekoek)ontbijt en de snelheid zo veel mogelijk beperken.
Maar zelfs met al die zelfopgelegde beperkingen, waren we tegen de middag toch al de Leie overgestoken en in Ooigem aangekomen. Gelukkig konden we daar nog op het gemak een broodje eten bij mijn doopmeter thuis, voor we naar de sluis van de vaart Ooigem-Roeselare gingen om onze allerlaatste kilometers in te zetten. We brachten iedereen op de hoogte van onze aankomsttijd en deelden onze locatie via een live-tracking app. Om ons aan de beloofde aankomsttijd te houden, probeerden we maximum 18 km/u te fietsen - niet zo vanzelfsprekend als je wekenlang gewend bent om op vlak terrein wat snelheid te halen.
Wanneer we de Brigandsbrug in Ingelmunster naderden, kregen we een paar verrassingen tegelijk voorgeschoteld. Op de brug (en op het jaagpad) werden we opgewacht door vrienden die we van ver zagen zwaaien en hoorden roepen en fluiten. En terwijl we met hen aan het praten waren, kwamen er van achter ons nog twee fietsers in sneltempo afgefietst. De dooppeter van Lien en zijn vrouw hadden ons opgewacht aan de sluis in Ooigem, maar wij waren iets verder op het jaagpad gekomen. Toen ze dat op de live-tracking kaart zagen, zijn ze Evenepoel-gewijs een inhaalbeweging gestart en konden ze ons gelukkig nog inhalen.
Terwijl we aan het praten waren, kregen we al van een paar mensen berichtjes met de vraag als we een platte band gekregen hadden, aangezien de pin op de live-tracking kaart al even niet meer aan het bewegen was. We sprongen dus op onze fietsen en fietsten, met onze nieuwe metgezellen, de laatste kilometers naar huis af in een sneltempo.
En als we eerlijk zijn: we verwachtten wel een welkomstcomité, maar we waren toch niet helemaal voorbereid op een muzikaal onthaal met en door vrienden. Veel details kan ik me al niet meer herinneren, aangezien mijn brein vooral bezig was met het verwerken van het feit dat de reis er op zat en we opnieuw thuis waren. Dat er redelijk wat Rodenbach gedronken is, kan er ook iets mee te maken hebben. Maar ik herinner me wel nog dat het zalig, aangenaam en gezellig was.
En wat later op de avond kruisten we nog een todo af die al wekenlang op onze lijst stond: frietjes van het frietkot. Als ze altijd zo lekker zouden smaken als na meer dan 2 maanden fietsen, dan zouden we niets anders meer eten!
Bij deze nog eens bedankt aan iedereen die er bij was!2
En ondertussen...
En ondertussen zijn we dus al een kleine week thuis. De eerste dagen werden de normale zaken afgehandeld: al het materiaal eens grondig wassen en/of kuisen en wat werken in de tuin om die winterklaar te maken. Daarnaast hebben we natuurlijk ook al zo veel mogelijk de ronde van vrienden en familie gedaan, kwestie van ze nog eens te zien en te spreken voor we opnieuw weg zijn voor meer dan twee maanden.
Voor de rest zijn we de resterende tijd aan het gebruiken om de planning van het volgende deel af te werken, nog wat ontbrekend materiaal te kopen, (heel af en toe) een pintje te drinken en zo goed als mogelijk wat te rusten3.
Volgende week zullen we al begonnen zijn aan dat tweede deel: onze reis door Argentinië en Chili. De volgende blog zal dus waarschijnlijk nog een tweetal weken op zich laten wachten. Als je ons voor die tijd nog eens wil horen of zien: laat gerust iets weten. We zien wat er nog mogelijk is met onze drukke planning. 😀