2016-09-28

Homeward bound

Vorige week dinsdag vertrokken we uit Galway om het laatste deel van onze fietsreis in te zetten. Tijdens het eerste deel van de dag werden we nog vergezeld door onze vrouwelijke kompanen: Lise en Lyn. We reden tot in Kinvarra waar we Dunguaire Castle kort van buitenaf bekeken (terwijl we afgeleid werden door een Amerikaan die maar niet kon zwijgen over de vier knie-operaties die hij al op zijn palmares had). Na afscheid te nemen van onze metgezellen reden we nog verder naar Ballyvaughan - een dorpje aan de rand van het Burren national park.

Omdat we daar al redelijk vroeg waren, beslisten we nog wat verder te rijden - ook al passeerde er een heftig buitje terwijl we in de toeristische dienst het weer aan het bekijken waren. We reden zuidwaarts The Burren in en Corkscrew Hill op. Blijkbaar was die Corkscrew Hill een berucht klimmetje voor fietsers (iets wat we 's avonds in de hostel vernamen), maar onze getrainde benen hadden er op het moment zelf weinig moeite mee.

We passeerden nog aan de Poulnabrone dolmen en vloekten even toen bleek dat toegang tot het Caherconnel Stone Fort maar tot 17:00 uur mogelijk was, voor we arriveerden in Lisdoonvarna.

De volgende dag lieten we de regen z'n ding doen in de voormiddag voor we rond een uur of twee in de namiddag de fiets opsprongen (zonder zware bagage) voor een dagtrip naar de Cliffs of Moher. Hier valt weinig over te vertellen (maar wel veel foto's over te tonen!): een prachtig, natuurlijk spektakel - hoewel de ervaring toch soms wat wrang aanvoelt door de massa volk die er rondloopt. Onze ervaring op Inismore enkele dagen voordien had een grotere indruk op ons nagelaten door de intiemere sfeer.

Na een tweede nacht in onze hostel in Lisdoonvarna sprintten we donderdagvoormiddag naar Ennis om een trein te halen richting Killarney. Het plan was om de Ring of Kerry te fietsen, maar het weer hield ons een tweetal dagen tegen. Vrijdag konden we nog het Killarney National park verkennen, maar zaterdag liet het weerbericht ons geloven dat we beter een dagje binnen bleven (achteraf gezien was dat helemaal niet nodig).

Ook zondag leek het weer nog wat kuren te hebben, maar na een slapeloze nacht (met dank aan een Amerikaans koppel dat blijkbaar verwikkeld zat in een hevige competitie om-ter-luidst-snurken) hadden we behoefte aan een dosis buitenlucht en natuur dus waagden we het er op en vertrokken we opnieuw.

Na een dertigtal kilometer kwamen we aan in Glencar, het hart van de highlands in Kerry. En aangezien we alletwee redelijk uitgeput waren door het gebrek aan slaap, besloten we te stoppen in de Climber's Inn hostel. Zodra we echter de prijs gehoord hadden (25 euro per persoon) en de beschimmelde bedden in de onverluchte kamer gezien hadden, vonden we toch nog wat energie om nog verder te rijden tot Waterville.

Als bij wonder konden we alle buien die in de lucht hingen ontwijken en na een stevig klimmetje over de Ballaghisheen Pass was het aangenaam rijden tot in Waterville (van waar ze trouwens één van de eerste transatlantische telegraafkabels gelegd hebben). Daar aangekomen gingen we nog even wandelen langs de kust voor we volledig crashten en gingen slapen.

De ochtend nadien zaten we nog even onder een wolkendek terwijl we het westelijke puntje van de Ring of Kerry afreden. In de loop van de dag klaarde het echter op en tegen het einde van de dag reden we de Black Valley (één van de laatste plekken in Ierland die aangesloten werd op het elektriciteitsnet) binnen onder een blauwe lucht en stralende zon.

Gisteren stonden er dus weinig kilometers maar veel natuurschoon op het programma: vanuit de Black Valley gingen we via de Gap of Dunloe terug naar Killarney. 's Ochtends vroeg was het eerste werk de klim naar de pas, maar nadien ging het vrijwel continu bergaf langs de meren in de vallei, tot in Killarney.

Dat was dus gisteren en dat waren ook onze laatste kilometers die we in Ierland gefietst hebben. Vandaag wachten we op de trein naar Dublin, waar we nog een dag of twee zullen citytrippen voor we via trein en ferry terug naar huis gaan. De (laatste) trein zal ons maandag in Rijsel afzetten waarna we de laatste kilometers naar Meulebeke nog te fiets zullen afleggen. Als iemand ons wil verwelkomen (met spandoeken en/of een bak Rodenbach): we denken dat we rond een uur of 16:00 zullen arriveren.