2016-08-25
Oh Danny boy
Zeven uur dertig. 07:30. Ik had geen idee dat er dus al dingen gebeuren op dat uur van de dag. Maar dat was het uur waarop onze ferry van Campbeltown in Schotland vertrok naar Ballycastle in Noord-Ierland. En aangezien het om een ferry ging, gingen wij er van uit dat we best voldoende op voorhand daar waren om het inschepen vlot te laten verlopen. Maar blijkbaar zijn niet alle ferries gelijk geschapen, zoals al snel bleek toen we om 07:28 rechtstreeks de kade op mochten wandelen en ons ferry'ke zagen dobberen.
Dat het geen doorsnee rustige overvaart zou zijn werd al snel duidelijk toen we onmiddellijk al een reddingsvest mochten aantrekken. En van zodra de - redelijk luide - motoren ontwaakten, werden sommigen onder ons al helemaal enthousiast. Het werd uiteindelijk een op-en-neer ervaring over een niet al te rustige zee. Maar snel ging het wel: anderhalf uur later stonden we al in Ballycastle.
Aangezien het dan nog steeds vroeger was dan wanneer we normaal vertrokken, beslisten we om de lokale Bob and Berts coffee shop binnen te gaan. Na een licht maar lekker ontbijtje schoven we de fietsen weer onder onze achterwerken om de NCN 93 te volgen richting Giant's Causeway. Het weer wist niet echt wat het nu wou, dus kregen we een mix voorgeschoteld van zonnig, warm, koud, winderig en af en toe wat regen. Niet het meest aangename weer om veel foto's te nemen, maar zo ging het wel snel vooruit en waren we tegen lunchtijd al bij de basaltige bezienswaardigheid.
Jammer genoeg wemelde het daar van het volk, dus een foto van het natuurschoon zonder enkele in fluo gehulde toeristen was haast onmogelijk. Dus dan namen we maar een foto van een paar passanten die wél nog te aanzien waren. Het was trouwens frappant dat ze net hier een verkeersbord plaatsten om mensen te waarschuwen om hun zak met oliebollen niet te laten vallen. Ik vermoed dat die witte poedersuiker vervelende vlekken nalaat op de zwarte basalt-stenen.
We fietsten nog door tot iets over Coleraine en gingen slapen met de hoop dat het weer de dag erna iets beter zou zijn. Maar de ochtend nadien bleek dat al snel ijdele hoop te zijn. Het was alsof het Ierse weer wou bewijzen dat het niet moest onderdoen voor Schotland. Opnieuw geen regen die met bakken uit de lucht kwam gevallen, maar wel een combinatie van mist en T-rex-druppels die het zicht tot enkele meters beperkte en er dus voor zorgde dat onze inspanningen zeker niet beloond werden met een mooi uitzicht.
Toen we dan ook nog eens een klim van een goeie 300 meter voorgeschoteld kregen, leek elk alternatief leuker te zijn. Inclusief het fotograferen van de doorweekte spinnenwebben langs de weg.
Op de top van de heuvel stond ons een bord te wachten dat ons in ons gezicht uitlachte. De tekst erop legde uit hoe je vanop dat exacte punt aan je linkerkant Londonderry zag liggen, terwijl je aan de rechterkant de Schotse eilanden kon zien. Dat leek me een leuke opportuniteit om een foto te nemen van dat zicht met Lien in het midden. Een soort artistieke weergave van onze overgangsfase in de reis. Of ik in die opzet geslaagd ben, laat ik aan de lezer over.
Het beeld dat nog enkele meters hoog stond gooide ook z'n handen in de lucht en had een uitdrukking à la 'the fuck is this'.
Na de afdaling (die iets vlotter verliep dan de klim) werd ons het zicht op onze prestatie dan ook nog eens onthouden. Alles boven de 200 meter was één grijs-witte, natte wolk. Om de moraal wat op te krikken placeerden we ons in Limavady in de lokale Bob and Berts voor een uitgebreide lunch en bijhorende koffie met taart. Naar de avond toe trokken we nog naar het dorpje Dungiven voor onze camping van de dag en gelukkig was het weer tegen dan al wat bijgedraaid. Voor we de slaapzak inkropen, werden we nog getrakteerd op een prachtige zonsondergang (die verdikke moeilijk vast te leggen is op de gevoelige plaat).
De dag daarna (gisteren dus) werkte het weer wel weer mee. We werden wakker onder een stralende zon en blauwe hemel en vatten dan ook de laatste kilometers naar Londonderry aan met een glimlach op onze gezichten. Of misschien kwam dat omdat we de dag voordien beslist hadden om in Derry opnieuw een rustdagje in te lassen om de stad wat te kunnen bezoeken.
De kilometers vlogen voorbij en voor we het wisten reden we de stad binnen waar de Troubles culmineerden in één van de bloedigere hoogtepunten - Bloody Sunday. Tijdens onze toeristdag besloten wij echter wat verder terug in de tijd te gaan met een wandeling over de oude stadsmuur - die nog bijna volledig intact is en waar er nog verschillende kanonnen te zien zijn die gebruikt werden in de verdediging tegen de belegering van de stad in 1689.
Morgen betreden we opnieuw de Europese Monetaire Unie (of EMU) wanneer we de republiek van Ierland binnen rijden en officieel starten met de Wild Atlantic Way. Maar voor dat we daar aan beginnen, genieten we nog een avondje van een écht bed en wat prachtige, toepasselijke muziek. Fheiceann tú an chéad uair eile!