2023-07-02

The sun is in our eyes

Inhoudstafel

Het is vandaag 2 juli 2023. Het is juli. De zevende maand van het jaar. De laatste maand van ons pensioenjaar. Binnen één maand zijn we opnieuw thuis en is dit avontuur afgelopen. Maar we hebben geen tijd om daar al te veel aan te denken, er zijn hier nog te veel mooie dingen te zien en te doen!

Woensdag 21 juni - Autoproblemen en rijden richting Lake Louise

Woensdagochtend werden we sinds lange tijd nog eens wakker met het geluid van een wekker. Het zit namelijk zo: sinds dit jaar kan je niet meer van Lake Louise (het dorpje) naar Moraine Lake rijden met je eigen auto. Naar Lake Louise (het meer) kan dat wel nog, maar de parking is beperkt en je betaalt sowieso 21 dollar per dag. Als alternatief zijn er shuttlebussen voorzien (in een proefproject), maar je moet wel een plaatsje in een bepaald tijdsslot reserveren. En de reservaties voor die shuttles (en zeker de meest populaire tijdstippen) zitten meestal al weken op voorhand volgeboekt.

Gelukkig komen er wel nog elke dag last-minute reservaties vrij voor de shuttles van twee dagen nadien. Die gaan natuurlijk ook zo goed als onmiddellijk de deur uit, dus hadden we ons alarm nodig om iets voor 7 uur wakker te zijn om kans te maken op een plekje. De last-minutes komen namelijk om 8 uur vrij, maar 8 uur in Alberta (en een klein deeltje British Columbia) is 7 uur in British Columbia (behalve dat kleine deeltje in het oosten).

Jammer genoeg zijn alle goeie programmeurs1 blijkbaar bezig met het ontwikkelen van het volgende social mediaplatform (aangezien Twitter een beetje aan het imploderen is), dus het online reservatiesysteem had op z'n minst gezegd wat last met de grote vraag op heel korte tijd. Om een halfuur frustraties samen te vatten: we konden nog net tickets bemachtigen voor de shuttle naar Moraine Lake op vrijdag tussen 07:00 en 08:002.

We slaakten een gezamenlijke zucht van opluchting, maar dat moet blijkbaar in het verkeerde keelgat geschoten zijn van het universum. Er kwam namelijk plots een knarsend en piepend geluid uit het dashboard van de Terrymobiel en alhoewel de autosleutel in mijn zakken zat, begonnen zowat alle lichtjes te branden terwijl de ruitenwissers gezapig heen en weer gingen. Na een paar minuten stopte het licht- en geluidspektakel en probeerde ik (heel voorzichtig) de auto te starten. Op het dashboard gingen alle lichtjes opnieuw branden, bleven alle wijzertjes ostentatief liggen en begonnen de ruitenwissers opnieuw aan hun Sisyphiaanse heen-en-weerreis. De motor startte gelukkig wel nog!

We gingen langs bij vier plaatselijke garages die ons allemaal ten vroegste ergens volgende week zouden kunnen helpen. Net nu we de shuttle, de camping en een gletsjerwandeling geboekt hadden. Bij de laatste garage kon ik gelukkig wel een moersleutel lenen zodat ik de batterij even kon loskoppelen om zo het systeem volledig te resetten. Dat bleek niet te werken, maar terwijl we onderweg waren naar de vijfde garage bleven de ruitenwissers plots rustig liggen en werd de disco op het dashboard plots een pak rustiger.

Aangezien de auto twee dagen lang op het natte gras geparkeerd stond, vermoed ik dat er wat vocht in het elektrisch systeem beland is en dat dat de oorzaak was van de problemen. De oplossing was waarschijnlijk even rondrijden (zodat het vocht kon verdampen) en/of het resetten van het systeem (alhoewel het raar is dat dat niet direct werkte). Anyhow, we konden (met een halve dag vertraging) Revelstoke verlaten en terugkeren richting Banff National Park en Lake Louise (het dorpje).

In Glacier National Park hadden we graag nog een graatwandeling gemaakt, maar de vertraging, het mindere weer en de frustraties van die ochtend waren genoeg reden om gewoon verder te rijden. We hebben dus enkel een paar on-the-road foto's.

In Lake Louise3 installeerden we ons op de camping (die trouwens helemaal omheind is met een elektrisch hek om beren buiten te houden) en stelden we een wandelplan op voor de volgende dagen.

Net voor het avondeten stapten we nog langs de Bow River richting het dorpje om een paar hulpmiddelen die ons de stress van 's ochtends deden vergeten. Onze Aziatische buren zorgden ook voor wat afleiding door ons urenlang te entertainen met hun pogingen om een vuurtje te starten. Keukenpapier bovenop een paar houtblokken in brand steken leek alleszins niet te werken en zelfs als ze wat aanmaakblokjes (omhuld met keukenpapier, natuurlijk!) gebruikten, bleef het bij een rookbommetje (waar ze een tweetal uur naar bleven wapperen, zonder succes).

Donderdag 22 juni - Wandelen naar en rond Lake Louise

Donderdag hadden we geen ticket voor de shuttlebus, dus moesten we ofwel met de auto richting Lake Louise (het meer) en 21 CAD betalen, ofwel van de camping tot aan het meer stappen. We kozen natuurlijk voor die tweede optie. Een goed halfuur later stonden we aan de oevers van het gletsjermeer.

We stapten eerst naar een uitkijkpunt op de zuidelijke oever van het meer. Hier hadden we een mooi uitzicht op het iets minder mooie megahotel dat aan de oostkant van het meer ligt.

Daarna gingen we naar de noordelijke oever en begonnen we aan de klim richting Lake Agnes Tea House. Een kleine chalet aan de oevers van (hoe kan het ook anders) Lake Agnes waar toeristen vroeger (en nu nog steeds) naartoe konden stappen op eigen krachten of met behulp van een paard. Onderweg passeerden we ook aan het (nog kleinere) Mirror Lake aan de voet van de Big Beehive - een stenen heuvel die boven Lake Agnes uittorent.

We hadden nog niet genoeg hoogtemeters in de benen, dus we wandelden ook nog rond Lake Agnes om de laatste, steile beklimming naar de top van Big Beehive aan te vatten. Daar lunchten we met een prachtig uitzicht op Lake Louise, ver onder ons4.

Op de terugweg moesten we ons nog even kwaad maken op onze medetoeristen die blijkbaar selectief blind zijn als het aankomt op bordjes zien en begrijpen. Wandelen waar het niet mag en de dieren eten geven - we hebben het hier allemaal al te veel gezien. Gelukkig worden die minder leuke ervaringen snel verdrongen als we gewoon eens rondom ons keken en genoten van het uitzicht.

We moesten natuurlijk ook nog van het meer terugstappen naar het dorp en de camping, dus op het einde van de dag hadden we bijna 25 kilometer en net geen 1000 hoogtemeters afgestapt. Omdat we de dag nadien ook een fikse wandeling gepland hadden, gingen we dus niet te laat naar bed. Gelukkig hadden onze Aziatische buren beslist om geen tweede aflevering van hun sitcom "How-to fire" op te nemen.

Vrijdag 23 juni - Van Moraine Lake naar Lake Louise

Vrijdagochtend werden we opnieuw gewekt door de wekker (het ding doet z'n werk!) aangezien we voor 8 uur op de shuttlebus richting Moraine Lake moesten zitten. Daar konden we nog even genieten van het meer in (relatieve) rust en leerden we ook nog een Belgisch koppel kennen dat met hun twee kinderen anderhalf jaar de tijd genomen heeft om van het noorden tot ergens in het zuiden van Chili te komen.

Daarna knoopten we onze wandelschoenen extra hard dicht en begonnen we aan de wandeling die dankzij de shuttlebussen een pak makkelijker geworden is - qua logistiek dan toch. Van Moraine Lake stapten we (omhoog) naar de Pinnacle Pass.

Onderweg stap je al tussen impressionante bergen en vanop de pas heb je ook een prachtig zicht op zowel de vallei waarin Moraine Lake ligt als Paradise Valley aan de andere kant. De meeste mensen houden het hier dan ook bij en keren terug naar Moraine Lake. Ons plan was echter om naar Lake Louise te stappen en daarvoor moesten we afdalen naar Paradise Valley, via de noordkant van Pinnacle Pass. En die noordkant is niet veel meer dan een hoop steengruis en nog wat sneeuwvelden. De afdaling was dus op z'n minst avontuurlijk te noemen!

Op bepaalde punten was er geen pad te zien en moesten we vertrouwen op cairns of op het enige paar voetstappen die die dag dezelfde afdaling gedaan hadden. Die voetstappen leiden ons op een bepaald moment over een groot sneeuwveld naar een heel losse rotshelling, waar het lawinegevaar ons toch deed terugkeren om een beter pad te zoeken. Iets lager kwamen we de twee klimmers tegen die 's ochtends vroeg dat spoor gemaakt hadden. Toen zij er waren was alles nog bevroren en dus veel vaster en veiliger om over te steken.

Het steilste deel van de afdaling stopte toen we Paradise Valley bereikten en afsloegen naar rechts, richting het oosten. Daar stapten we een paar kilometer op een minder lastig pad tot we bij Lake Annette kwamen - de perfecte plek voor een lunch.

Na de lunch en een korte rustpauze stapten we van de zuidkant van de vallei naar de noordkant en begonnen we met de tweede grote klim van de dag, richting Saddleback Pass. Toen we daar aankwamen begonnen we opnieuw wat mensen te zien, aangezien deze pas een populaire dagwandeling is om vanuit Lake Louise te doen. Er restte ons dus enkel nog een lange afdaling tot aan de oevers van het meer waar we de dag voordien nog waren.

Deze keer konden we wel gebruik maken van de shuttle om ons van Lake Louise naar Lake Louise te brengen. En onze benen waren ons dankbaar, aangezien we opnieuw de 20 kilometer gepasseerd waren en deze keer bijna 1300 hoogtemeters verwerkt hadden. Een pittige wandeling5, maar wel een van de mooiste die we tot nu toe gedaan hebben. Des te meer omdat je (na Pinnacle Pass) bijna niemand anders tegenkomt. We zijn zelfs redelijk zeker dat wij de enige waren die de volledige trek gemaakt hebben die dag. Een aanrader!

's Avonds duurde het niet lang voor we in bed zaten en we sliepen nog beter dan anders.

Zaterdag 24 juni - Via Icefields Parkway naar het Columbia Icefield

Zaterdag verlieten we Lake Louise en Banff National Park en reden we naar het noorden, Jasper National Park binnen. Tussen Lake Louise (het dorp) en Jasper (de stad, niet het park) ligt de Icefields Parkway, een 230 kilometer lange snelweg die in de jaren 30 van de vorige eeuw gebouwd werd. Het was een idee van de Canadese regering om de twee toeristische dorpen te verbinden. Het feit dat ze tegelijkertijd een paar honderd mensen aan het werk konden zetten ('t was tenslotte de tijd van de Great Depression) was een bijkomend voordeel. Ik denk dat ze op het moment zelf niet wisten wat voor scenische route ze zo aangelegd hebben.

Langs de weg zijn er meerdere plaatsen om even te stoppen en te genieten van de uitzichten en een korte of langere wandeling te maken. Ergens onderweg hadden we nogmaals het geluk om een zwarte beer van dichtbij te kunnen zien. Deze keer was de ervaring des te spannender, aangezien er een man besloot om alle waarschuwingen te negeren en uit zijn auto te stappen om daarna, met camera in de hand, de weg over te steken en richting de beer te stappen. 't Was verre van de enige keer dat we toeristen iets debiel zagen doen, maar het topt toch wel de lijst van meest gevaarlijke gebeurtenissen.

In de namiddag besloten we om nog eens te testen als onze benen al bekomen waren van de vorige twee dagen stappen. We klommen via tientallen haarspeldbochten omhoog richting Parker Ridge, een richel die onder de gelijknamige berg loopt. Bij de start van de wandeling moesten we nog even lachen omdat er om de paar meter een bord stond om duidelijk te maken dat de vegetatie hier heel kwetsbaar is en je dus op het pad moet blijven en geen bochten mag afknippen.

Maar blijkbaar was de overvloed aan bordjes nog te weinig voor sommige mensen, aangezien we opnieuw idiote toeristen zagen die dachten dat recht omhoog gaan (en zo de vegetatie vertrappelen) minder lastig is dan de bochten te volgen. Gelukkig zorgde hun gebrek aan intelligentie ervoor dat ze bovenop het zadel de verkeerde richting uitgingen en wij de rest van de richel bijna voor ons alleen hadden. Achter ons hadden we zicht op de vallei die uitgekerfd is door de Saskatchewan gletsjer en rivier. De gletsjer zelf (alhoewel die natuurlijk ook in sneltempo aan het krimpen is) was ook prominent in zicht en zorgde voor prachtige plaatjes.

Na de wandeling moesten we nog maar even rijden naar onze camping voor die avond, waar we bij een vuurtje schuilden voor de ontelbare muggen en probeerden om de debiele toeristen en hun idiote stoten te vergeten.

Zondag 25 juni - Wandelen op de Athabasca Glacier

In vogelvlucht waren we nu maar een goeie vijf kilometer verwijderd van het Columbia Icefield: een gigantische ijsvlakte die genesteld ligt tussen de Rocky Mountains. Een restant van de laatste (mini)ijstijd. Het ijs wordt op verschillende plaatsen in de omliggende valleien geduwd en vormt daar gletsjers. De Saskatchewan gletsjer is daar één van, maar de grootste is de Athabasca gletsjer. En daar zouden we vandaag op wandelen.

Na een relatief korte6 wandeling over rotsen en keien stapten we het ijs op en gingen de crampons aan.

We wandelden omhoog op de uitgestrekte en relatief vlakke tong van de gletsjer, meestal langs kleine stroompjes smeltwater die in de loop van de dag groter en groter zouden worden.

Er waren ook meerdere meetstations op de gletsjer te zien. Dit stukje land wordt zeer nauwkeurig bestudeerd, aangezien het ijsveld water voorziet voor een groot deel van Canada. Net ten noorden van de gletsjer ligt ook Snow Dome, een berg die een tripelpunt van waterscheidingen is. Afhankelijk van waar de regen valt ten opzichte van die piek gaat het water naar de Pacifische, Atlantische of Arctische oceaan. Een wetenschappelijk interessant punt, dus!

Net voor we aan de ijswaterval kwamen, spotte onze gids nog iets bruins in het ijs. Conserven die waarschijnlijk van ergens in de jaren 30 waren en nog maar recent opnieuw opgedoken zijn door het snel smeltende ijs.

We lunchten aan de voet van de ijswaterval en stapten daarna nog even tussen de ijsformaties, waar plakken ijs verticaal afscheuren, omver vallen en daarna hun rit horizontaal verder zetten.

Daarna begonnen we terug te keren. Zelfs op de relatief vlakke ijstong van de gletsjer was het oppassen voor gigantische scheuren die soms onder verse sneeuw verborgen zijn. En aangezien de waterstroompjes ondertussen al sterk aangegroeid waren door de middagzon, moesten we soms wat navigeren rond of over het water.

Net toen we bijna klaar waren met de wandeling begon het te regenen, dus wij konden nog relatief droog in de auto kruipen. We wachtten de regen uit in het (opvallend drukke) bezoekerscentrum. Niet veel later hoorden we waarom het zo druk was: er was een ongeluk gebeurd op de weg richting Jasper en de weg zou tot middernacht volledig afgesloten zijn. Veel mensen die die avond nog in Jasper moesten zijn, konden dus niet anders dan te wachten.

Gelukkig hadden wij nog een avondje op de plaatselijke camping te gaan en na de prachtige gletsjerwandeling sliepen we opnieuw als een roos. 't Is te zeggen: nadat ik mijn schoenen op bevel van Lien buiten gezet had om enige geurhinder tegen te gaan. 🦨🦨🦨

Maandag 26 juni - Naar Jasper via de Icefields Parkway (en terug...)

's Anderendaags checkten we nog even als de weg wel degelijk vrij was en reden we verder noordwaarts richting Jasper. Onderweg konden we ons opnieuw vergapen aan de prachtige omgeving en stopten we meerdere keren om al dat moois te bewonderen.

Het was al middag toen we, net voor Jasper, stopten om een wandeling in de Valley of the five lakes te maken. En zodra ik de schuifdeur van de auto open deed om mijn wandelschoenen aan te doen, zag ik dat er iets niet klopte. Er waren geen wandelschoenen. Die stonden (hoogstwaarschijnlijk) nog op de camping. Oeps.

We beslisten onmiddellijk om rechtsomkeer te maken en ze te gaan oppikken (aangezien het mijn enige paar schoenen is, naast mijn sandalen). Het was bijna 100 kilometer terugrijden, maar gelukkig is dat in dit soort landschappen geen straf. Toen we terug bij de camping waren, waren de schoenen echter verdwenen. Ai, waarschijnlijk meegenomen door de park rangers. Wij dus terug naar het bezoekerscentrum om te vragen als de schoenen daar binnengebracht zijn. Maar daar wisten ze ons te vertellen dat alle verloren voorwerpen meegenomen worden naar... Jasper. Bellen naar de rangers die de ronde van de campsites doen, was ook geen optie aangezien er nergens bereik was. Er zat dus niets anders op dan een lost-and-found formuliertje in te vullen en dan zou ik mijn schoenen, in het beste geval, binnen de twee à drie dagen terug krijgen...

Niet ideaal, maar we konden er niet veel aan doen en begonnen dus nogmaals aan de rit richting Jasper. Toen we een paar kilometer verder een andere campsite passeerden, zag Lien een auto met de groene streep van de park rangers. We keerden dus (zonder handrem, dat mocht niet van Lien ☹) om en reden/liepen richting de auto. Gelukkig waren het dezelfde rangers die langs onze camping gepasseerd waren en zodra ik over schoenen begon, wisten ze waar ik het over had. Long story short (alhoewel ik het al helemaal verteld heb): ik had mijn schoenen direct terug!

We hadden natuurlijk wel heel wat tijd verloren, dus de wandeling zou voor een andere keer zijn. We reden terug naar Jasper (de stad) en gingen langs bij het bezoekerscentrum om wat informatie. De gids op onze gletsjerwandeling had ons getipt dat je op Maligne Lake meerdere dagen kon kanovaren, dus dat was ons plan. Jammer genoeg waren de campings langs het meer heel klein en weken op voorhand volgeboekt.

Als bij wonder konden we echter nog een plekje reserveren voor de dag nadien, dus moesten we enkel nog een kano en al het nodige materiaal huren - wat ook geen probleem leek te zijn. 's Avonds trakteerden we onszelf nog op een iets duurdere maaltijd (om energie op te doen, he!) en gingen daarna opnieuw vroeg naar bed.

Dinsdag 27 en woensdag 28 juni - Kanotocht op Lake Maligne

Van Jasper naar de oever van Lake Maligne was het nog een uurtje rijden, dus we waren 's ochtends alweer vroeg op weg. Onderweg passeerden we nog Medicine Lake, een meer dat tijdens de lente gevuld wordt met smeltwater, tijdens de zomer geleidelijk aan leeg loopt en tegen de herfst bijna volledig leeg is. Het water loopt ook niet weg via een rivier, maar zakt de grond in via een uitgebreid netwerk van grotten. Aan de oevers van Medicine Lake konden we ook nog eens een bald eagle spotten die opnieuw heel fotogeniek op een boom zat.

Op de oever van Lake Maligne hadden we nog een halfuurtje nodig om al ons materiaal in de kano te laden en daarna gingen we het water op. Het was ondertussen al van in Nieuw-Zeeland geleden dat we nog in een kano zaten, maar het paddelen en de j-stroke kwamen gelukkig snel terug.

Het werd ook wel snel duidelijk dat paddelen op een meer een pak lastiger is dan een rivier stroomafwaarts te volgen. We namen dus een tweetal pauzes voor we in de vroege namiddag aankwamen bij onze campsite, na bijna 14 kilometer varen.

Hoe verder we op het meer kwamen, hoe mooier de kleur van het water werd. Ook het zicht vanuit onze tent telt waarschijnlijk als één van de beste die we tot nu toe gehad hebben. Na een snelle lunch gingen we opnieuw het water op om nog iets verder te gaan richting Spirit Island: een klein eilandje in het water met op de achtergrond de met sneeuw (en ijs) bedekte bergtoppen. Als je ooit een foto van de Canadese Rocky's gezien hebt, zal het waarschijnlijk die geweest zijn.

Na ons bezoek aan Spirit Island paddelden we terug naar de camping (en zo kwam de teller op 16 kilometer) en genoten we nog van het uitzicht. We kregen ook nog bezoek van een jong muildierhert dat absoluut niet bang leek te zijn. Een goede indicatie dat er waarschijnlijk geen beren in de buurt zijn.

's Avonds werden we nog heel vriendelijk onthaald door onze medekampeerders. Allemaal locals die hier voor meerdere dagen waren, vooral om op het meer te vissen. We werden door Bob, Ross en Stefan getrakteerd op een pintje en bleven tot heel laat napraten.

De dag nadien waren we opnieuw vroeg wakker om nog eens terug te keren naar Spirit Island. De dag voordien moesten we het zicht namelijk delen met de tourboten die de hele dag door af en aan varen. Op het meer zijn verbrandingsmotoren verboden, maar het toerbedrijf (en de park rangers) is een uitzondering op de regel. Dat betekent jammer genoeg dat het nooit helemaal stil is en je om het kwartier moet oppassen voor de golfslag van een passerende boot.

Maar de eerste boot vertrekt pas om 9 uur, dus zaten wij tegen 8 uur al opnieuw in de kano om het eiland in alle rust nogmaals te bezoeken en er ook te ontbijten. Door het vroege uur en het gebrek aan boten was het wateroppervlak zo glad als een spiegel.

Daarna zat er niet veel anders op dan terug te keren. Het was warmer dan de dag voordien, dus het paddelen was nog wat lastiger en de pauzes waren nog meer welgekomen. Tijdens één van die pauzes konden we ook even gebruik maken van het wildernistoilet. Het ding leek meer op een plastieken troon, maar je had alleszins mooi zicht rondom. Alleen weet ik niet hoe je het best reageert als je plots een beer op je ziet afkomen.

Met onze ochtendlijke uitstap erbij en door een pittige tegenwind voor de laatste twee kilometer, kwamen we in de vroege namiddag pompaf aan bij de parking. We reden terug naar Jasper, genoten nog van een drankje in het plaatselijke koffiehuis en gingen daarna terug naar de camping.

Donderdag 29 juni - Valley of the five lakes en Maligne Canyon

's Nachts had het al redelijk wat geregend en het weerbericht voorspelde heel wat regenbuien, maar we gingen toch op pad rondom Jasper. We begonnen met de wandeling die we een paar dagen terug gemist hadden door het schoen-debacle: de Valley of the five lakes.

Daarna reden we nog richting Mount Edith Cavell waar we een korte wandeling konden maken naar de gelijknamige gletsjer.

Daarna was het opnieuw even wat onweer uitwachten in Jasper voor we nog richting de Maligne Canyon reden. De rivier die deze canyon aan het uitsnijden is, komt uit het grottensysteem waar het water van Medicine Lake in verdwijnt. Ook hier verschilt de sterkte van het water sterk naar gelang het seizoen.

's Avonds konden we op de camping nog wat genieten van de plaatselijke fauna. De wapiti hebben een paar weken terug gekalfd en de moeders wandelen zonder zorgen doorheen de campsite, samen met hun jongen. Er staan dan ook overal borden dat je best wat extra afstand houdt, aangezien ze iets agressiever zijn dan normaal.

Iets later op de avond stond de camping ook in rep en roer toen we eerst wat wapitis voorbij zagen rennen, daarna een paar park rangers de andere richting zagen uitrijden en daarna een paar schoten hoorden. Blijkbaar was er een beer op de camping gekomen en moesten ze die wegjagen. Er waren opnieuw heel wat (niet al te slimme) kijklustigen die op de actie kwamen afgelopen - wij bleven veilig in de auto zitten.

Vrijdag 30 juni - Bushwhacken in Mount Robson Provincial Park

Vrijdag verlieten we Jasper en reden we naar het westen, richting Mount Robson Provincial Park. Daar is een prachtige, meerdaagse trektocht die jammer genoeg grotendeels afgesloten is door winterschade. Wij hielden het dus bij een wandeling richting de Yellowhead Mountain.

Op het bord bij de start van de wandeling hing een blad waarop stond dat het pad de laatste keer vrijgemaakt was in september 2022. Het logboek dat wandelaars kunnen invullen was ook zo goed als leeg (de laatste lijn was van een paar weken voordien), dus we wisten dat het waarschijnlijk een ruige wandeling zou worden.

En ruig was het. In het beste geval was het pad overgroeid en moesten we wat zoeken, in het slechtste geval lagen er meerdere bomen over het pad en moesten we wat klauteren. Het was ook de eerste wandeling waar we, omdat er niemand anders was en door de dichte begroeiing, het gevoel hadden dat we elk moment een beer zouden kunnen tegenkomen. Er werd dus veel gefloten, geklapt en gezongen.

We kwamen uiteindelijk bij een moerassige open ruimte waar we de Yellowhead Mountain net konden zien. Maar daar beslisten we ook om terug te keren. Alhoewel het een heel mooie wandeling was, wilden we het risico niet nemen om hier een voet om te slaan of een close-upfoto van een beer te moeten nemen.

Nadat we het logboek ingevuld hadden, stapten we opnieuw de auto in en reden we terug naar het oosten, opnieuw door Jasper, aangezien we via het noordoosten het park zouden verlaten richting Edmonton (de hoofstad van Alberta). We reden nog door een prachtige vallei en stapten nog een korte wandeling af die ons langs twee oude groeves bracht, maar waar er niets van informatiebordjes stond, dus veel meer kan ik er niet over vertellen.

's Avonds sliepen we op de parking van een supermarkt in Hinton en werden we nog eens op een donderstorm getrakteerd - alhoewel we deze keer niet pal in het midden zaten.

Zaterdag 1 en zondag 2 juli - Blannen in Whitecourt

Gisteren reden we dan verder richting Whitecourt, waar we opnieuw twee nachtjes geboekt hadden om, je raadt het al, te bloggen en te plannen7. Ik heb het ondertussen al zo veel keer getypt dat ik een nieuw woord in het leven roep en het gewoon blannen noem. Dat komt volgend jaar zeker in de keuzelijst voor woord van het jaar!

Zoals ik in het begin van de post al zei: het zit er bijna op. We hebben nog minder dan een maand te gaan, dat zijn nog vier weken. De laatste week willen we opnieuw in Vancouver zijn om de Terrymobiel te verkopen, dus hebben we nog (maar) drie weken te gaan. En wat we gaan doen, dat is nog niet helemaal duidelijk.

Er zijn zeker dingen genoeg te doen, maar we moeten afwegen hoeveel, hoe ver en hoe lang we nog willen rijden om iets te bezoeken. Als we twee dagen onderweg zijn om één dag ter plekke te zijn en daarna terug moeten, dan zijn we niet echt efficiënt bezig, natuurlijk. Daarbij komt nog eens dat (ondanks de regelmatige regen) er weer heel wat bosbranden aan het opflakkeren zijn in het noorden van Alberta, waar wij eventueel nog naartoe willen.

Ik moet de blogpost dus eindigen zoals de seizoensfinale van Thuis: met een cliffhanger (ik houd het wel maar bij één). Gelukkig hoeven jullie maar twee weekjes te wachten om te weten hoe het afloopt!

Nergens beter dan hier.

Overzichtskaartje



  1. even verduidelijken dat ik de programmeurs niets verwijt. Het is overduidelijk opnieuw een geval van het snel-snel moeten aanpassen van een bestaand systeem zonder er genoeg tijd voor te krijgen. Stay strong and fight the power, my IT bros!

  2. nadat we eerst een reservatie hadden voor de shuttle naar Lake Louise tussen 11:00 en 12:00. En dus wat geld kwijt zijn aan reserverings- en annuleringskosten.

  3. het is héél verwarrend dat er een dorpje Lake Louise is dat op een paar kilometer van het meer Lake Louise ligt. Ter plekke weten ze het ook niet goed, want soms gaat het over de combo Lake Louise Village en Lake Louise terwijl het de andere keer Lake Louise Lakeside en Lake Louise is. Hopelijk is de context in de post telkens duidelijk genoeg.

  4. voor alle duidelijkheid: we hebben de chipmunks géén eten gegeven. Jammer genoeg zijn de beestjes al zo geconditioneerd dat ze grijpen naar je vingers zelfs als je niets van voedsel vast hebt.

  5. toen we in het bezoekerscentrum om informatie gingen vragen, zeiden ze onmiddellijk dat de wandeling van Moraine naar Louise meestal in twee dagen gedaan wordt.

  6. het was maar een paar honderd meter, maar dat is wel de lengte waarmee de gletsjer in de laatste decennia ingekort is.

  7. en te nukken omdat we het trouwfeest van Phyllis en Niels moesten missen. 😥