2017-04-16
Under The Sea
Het goede nieuws eerst: we hebben Duffy verkocht gekregen! Het iets minder goede nieuws: we zijn ondertussen al bijna een week weg uit Nieuw-Zeeland. Het andere goede nieuws: het is hier in Australië ook niet mis.
Onze dagen in Auckland zijn redelijk snel gepasseerd. Het was een combinatie van regenbuien uitzitten, potentiële kopers zoeken en wat rondslenteren door de stad. Gelukkig waren de eerste geïnteresseerden onmiddellijk happig en na wat papierwerk konden we de sleutel van ons Duffy aan twee Taiwanese vriendinnen overhandigen.
Om dat te vieren maakten we gebruik van wat mooi weer om een stevige stadswandeling te maken, inclusief een beklimming van Mount Eden - een slapende vulkaan temidden de stad. We kregen diezelfde dag te horen van Andy en Helen dat ze ook in Auckland zaten, dus was er snel afgesproken om 's avonds te gaan minigolfen en achteraf iets te eten en drinken.
Vorige week zondag kwam er echter definitief een einde aan ons kiwi-avontuur en begaven we ons richting de luchthaven. Aangezien onze vlucht richting Australië om iets na 7 's ochtends vertrok, hadden we beslist om een nacht accomodatiekosten uit te sparen en de nacht door te brengen op de luchthaven.
Veel slapen kwam er niet aan te pas, maar we waren wel ruim op tijd voor onze vlucht. De eerste etappe bracht ons naar Sydney waar we vlotjes door de douane konden gaan (geen cameo in Border Police - ze waren nochtans aan het filmen!). Daarna was het enkele uurtjes wachten op onze tweede vlucht, richting Cairns. Toen we daar aankwamen was het al 20:00 uur gepasseerd, broeiend heet en waren we ondertussen al een goeie 36 uur (half)wakker, dus crashten we als volleerde stuntpiloten in ons bed - onder een luidruchtige maar héél welgekomen airco.
De dag nadien gebruikten we om wat te acclimatiseren aan de temperatuur - tot 37 graden! We trotseerden de hitte om wat langs de esplanade te wandelen en de fauna in de modder te bewonderen. Het duurde echter niet lang voor we nood hadden aan wat afkoeling - een ijsje ging makkelijk binnen.
's Avonds profiteerden we van de promotie van de plaatselijke pub om ons vochtniveau opnieuw op peil te brengen: alle beerjugs aan 10 dollar! Met verblijde gedachten was het eenvoudig om in slaap te vallen, wat goed was aangezien we 's anderendaags vroeg in de ochtend verwacht werden in de haven voor een dagtrip naar Fitzroy Island.
Toen we daar aankwamen was het nog wat overtrokken, dus beslisten we om eerst een wandeling te maken vooraleer we ons aan wat gesnorkel zouden wagen. De weg werd ons even versperd door een kaketoe, maar de rest van de wandeling verliep zonder incidenten.
Daarna gingen we richting strand voor onze eerste snorkelervaring in de Australische wateren. We pikten wel nog even enkele stingersuits op - lichte pakjes die ons moesten beschermen tegen de Irukandji- en kubuskwallen. Gezien de tijd van het jaar was het onwaarschijnlijk dat we er zouden tegenkomen, maar als je even de Wikipedia-pagina's leest, neem je liever het zekere voor het onzekere.
Nope.
Nope nope nope.
Alhoewel we onmiddellijk al wat prachtig koraal gezien hadden (en een pijlstaartrog!), was dit nog maar het opwarmertje. De dag nadien stonden we namelijk opnieuw in de haven (deze keer nóg wat vroeger) voor de start van een tweedaagse trip naar het Great Barrier Reef.
't Is te zeggen: 2 riffen die deel uitmaken van het Great Barrier Reef - dat bestaat uit bijna 3000 riffen die uitgestrekt zijn over een lengte van 2300 kilometer. Bij onze eerste stop (aan het Arlington rif) kregen we een korte duikinitiatie. Na een briefing gingen we het water in en konden we enkele basistechnieken uitoefenen: de druk in je oren gelijkmaken, water uit je masker krijgen en je mondstuk opnieuw in je mond nemen zonder al het water erin te moeten inslikken.
Daarna kon je kiezen om - tegen een fikse meerprijs - verder en dieper te gaan. Onder het motto YOGTTGBO1 (AEIYCBIMBGBT2) besloten we om ervoor te gaan. Tijdens de eerste duik mochten we geen camera meenemen, maar toen we verkasten naar onze tweede locatie (Michaelmas rif - waar we ook de nacht zouden doorbrengen) haalden we ruimschoots onze schade in.
Tijdens ons eerste snorkeluitje bij het tweede rif zagen we bijna onmiddellijk één van de drie zeeschildpadden die er hun thuis hebben. Veel meer hoef ik niet te vertellen: ik kan de foto's voor zich laten spreken.
Het was redelijk winderig, dus het water was niet zo kalm als we gehoopt hadden waardoor we niet meer locaties konden aandoen (en tijdens het snorkelen werden we af en toe wat heen en weer geklotst), maar tijdens het duiken was er van het onrustige oppervlak niets te merken.
Het is een onbegonnen taak om alle beesten die we gezien hebben op te sommen: het waren er té veel en ik ken er bijna geen één van. De meest bekende waren de zeekomkommers, de clownvissen (beter bekend als de Nemo's), de rifhaaien (die jammer genoeg telkens te snel waren voor een foto) en een eenzame pijlstaartrog (die ook cameraschuw was).
Na een zalige nacht op zee keerden we nog eens terug naar een andere locatie op het Arlington Reef voor onze laatste uitstapjes in het water. Lien hield het na drie duiken voor bekeken, terwijl ik nog eens diep in de portemonnee tastte voor een vierde trip naar het onderwaterrijk.
Voor alle duidelijkheid: Lien draagt gele zwemvliezen en heeft een gele rand rond haar zuurstoffles. Bij mij was alles in het zwart. :)
Veel meer valt er niet over te vertellen - de foto's zeggen genoeg. Maar zo een hele serie foto's is maar saai, dus bij deze een beetje tekst om dat te onderbreken.
Jammer genoeg zat de trip er veel te snel op en stonden we tegen de avond opnieuw aan wal in Cairns. We waren redelijk bekaf, dus na een korte stop bij de lagune (waar je gratis ende voor niets kan in zwemmen!) trokken we ons opnieuw terug naar ons bed. We moesten de ochtend nadien nóg een keer vroeg uit de veren.
We maakten namelijk een trip naar Cape Tribulation - temidden het Daintree Rainforest, het oudste regenwoud ter wereld. Op de heenweg stopten we nog even bij Mossman Gorge, waar we kort wat uitleg kregen over de rituelen van de aboriginals voor we een korte wandeling konden maken in de gorge.
Daarna reden we verder tot de Daintree River, waar we onze bus inruilden voor een boot en op krokodillenjacht gingen. Naast een jaar oud krokodilletje (dat nog in de schattige fase zat) zagen we ook nog een iets minder schattig vrouwtje van een kleine vier meter. Niet meteen de beste zwempartner.
Die (zoutwater)krokodillen zorgen er (samen met de dodelijke kwallen) voor dat de uitnodigende stranden en prachtige kustlijn van oost-Australië zo goed als off-limits is. Onze gids hamerde het er in en toen we bij Cape Tribulation beach aankwamen, gaf een waarschuwingsbord hem gelijk: blijf weg van het water.
Na ons blitsbezoek aan de kaap, moesten we al rechtsomkeer maken. Op de terugweg stopten we nog even voor een korte wandeling door het Daintree Rainforest, waar we de vele mangroveplanten (en hun ingenieuze wortelsystemen) konden bewonderen (en een draak!). Jammer genoeg was het na een halfuurtje opnieuw tijd om in de krakkemikkige bus te kruipen en terug te rijden naar Cairns.
Al bij al een toer die wat tegengevallen is, maar we laten dat niet aan ons hartje komen. Vandaag hebben we immers Cairns achter ons gelaten en zijn we tot in Adelaide gevlogen, waar morgen ons échte Australische avontuur begint: een roadtrip door de outback richting Darwin.