2023-02-20
Volcano
Inhoudstafel
De vorige blog sloot ik af met het nieuws dat we Nicaragua deze reis links zouden laten liggen en een vlucht geboekt hadden naar Guatemala. Dat schreef ik terwijl we eigenlijk al in Antigua, Guatemala waren. Eventjes terugdenken aan de transitdagen, dus!
Zaterdag 4 februari - Van Guatemala City naar Antigua
Onze vlucht van San José, Costa Rica naar Guatemala (City) vertrok met een klein uur vertraging, maar verliep voor de rest heel vlot. Alleen jammer dat er iemand van het bagagepersoneel het nodig vond om eens in de heuptasjes van mijn rugzak te kijken en zichzelf beloonde voor de moeite met mijn Zwitsers zakmes1.
In Guatemala City hadden we een verblijf geboekt op een paar honderd meter van de luchthaven en zaterdag werden we in de loop van de ochtend opgepikt door een busje dat ons naar Antigua zou brengen. Die rit is net geen 40 kilometer lang, maar door het helse verkeer in, rond en ver buiten de hoofdstad hadden we daar toch een paar uur voor nodig.
Onze eerste uurtjes in Antigua werden gebruikt om wat cash geld te vergaren. Daarvoor moesten we opnieuw meerdere bankautomaten afgaan, aangezien de ene helemaal niet werkte, de andere een veel te hoge, vaste kost aanrekende en ze allemaal een dagelijkse limiet hadden.
Zondag 5 februari - Antigua te voet verkennen
Antigua is vandaag één van de toeristische hotspots in Guatemala. Vanuit dit stadje van iets meer dan 30000 inwoners kan je het hele zuidwestelijke deel van het land verkennen, met een grote focus op de berglandschappen die hier gevormd werden en worden door een hele resem vulkanen. Vanuit de stad kan je er (als het weer het toelaat) al drie zien: de Aguavulkaan en het vulkaanduo Acatenango en Fuégo.
Van die drie is enkel de Fuégo nog actief, maar die is wel actief genoeg voor alle drie. De Agua kan je vanuit de stad perfect op foto krijgen met de Arco de Santa Catalina op de voorgrond. Deze boog werd in de zeventiende eeuw gebouwd om het klooster met een school te verbinden, zodat de nonnen de straat niet op moesten. Vreemd genoeg is die boog één van de weinige bouwsels in de stad die al die tijd relatief intact gebleven is, aangezien deze regio in de laatste eeuwen meermaals door zware aardbevingen getroffen is.
Antigua was meer dan 200 jaar de hoofdstad van de regio die we nu kennen als Guatemala2, met begin de achttiende eeuw meer dan 60000 inwoners - het dubbele van wat er nu is. Maar tegen het einde van de achttiende eeuw begon het niet aflatende heropbouwen van de stad (omwille van de aardbevingen) wat tegen te steken, dus werd Guatemala City gekozen als nieuwe hoofdstad.
Maar in de huidige stad kan je dus nog heel wat restanten en ruïnes zien van koloniale gebouwen - van kloosters en kerken tot scholen en bibliotheken. Gelukkig zijn er wel al heel wat initiatieven actief om de ruïnes zo goed en zo kwaad mogelijk te restaureren en te behouden.
Maandag 6 februari - Lago de Atitlán
Maandagmorgen ging de wekker vroeg af, aangezien we opgepikt werden voor een daguitstap naar het Atitlánmeer. Qua afstand viel dat opnieuw mee (iets minder dan 80 kilometer), maar door het gebrek aan snelwegen en de overvloed aan snelheidsdrempels (ik ben gestopt met tellen na 50) duurde het toch bijna drie uur voor we Panajachel bereikten. Daar stapten we, na een ontbijt, de boot op voor een bezoek aan een paar dorpjes langs de oevers van het meer.
In het eerste dorp, San Juan La Laguna, stapten we door de mooi versierde straatjes richting een werkplaats waar een coöperatieve van enkele families katoen oogsten, bewerken, kleuren en weven.
Daarna was het opnieuw even door de straten meanderen voor we in een chocoladewinkel binnenstapten en de hele levenscyclus van cacaoplant tot chocoladereep uitgelegd kregen.
Daarna gingen we via watertaxi naar het tweede dorpje: San Pedro La Laguna. Dit voelde al iets minder traditioneel aan en onze gids vertelde ook dat de locals dit San Pedro Los Locos noemen, aangezien er heel veel alternatieve buitenlanders zich hier gevestigd hebben en er een party town van gemaakt hebben. Gelukkig lagen die locos hun roes uit te slapen en konden wij ongestoord een kleine wandeling maken naar het plaatselijke kerkje, met onderweg nog een homage aan Van Gogh op de muur.
Onze laatste stop van de dag was in Santiago Atitlán. Onze gids bracht ons naar de plaatselijke kerk waar er blijkbaar een samensmelting van het christendom en de plaatselijke religie ontstaan is. We konden ook nog één van de laatste abuelas zien die een traditionele toyocal draagt. Het ziet er uit als een hoed, maar het is een meterslang lint dat op een specifieke manier gedraaid en geplooid wordt om op z'n plaats te blijven.
Achteraf las ik dat Santiago Atitlán blijkbaar een broeihaard van geweld was in de Guatemalteekse burgeroorlog, maar daar repte onze gids geen woord over.
De terugrit naar Antigua moet ik hier jammer genoeg ook vermelden, aangezien die minder dan ideaal was. Toen er een busje aankwam om onze groep op te pikken, werden wij en een ander koppel plots zonder verklaring naar een ander busje geleid. In dat busje stonden de (ongemakkelijke) bankjes zo dicht op elkaar dat ik mijn benen in vier moest plooien om te kunnen zitten.
We waren een beetje met verstomming geslagen toen het busje ook nog eens stampvol gepropt werd zodat niemand echt makkelijk kon zitten. En mensen met een goed geheugen zullen zich herinneren dat de rit meer dan twee uur duurde én de weg bezaaid was met snelheidsdrempels.
Kortom: niet zo'n aangename ervaring. We hadden dus liefst onmiddellijk na aankomst in bed gekropen, maar we moesten eerst nog even onze rugzakken herverdelen voor een uitstapje naar koudere regionen.
Dinsdag 7 en woensdag 8 februari - Beklimming volcan de Acatenango
Dinsdagochtend werden we namelijk opgepikt door een (school)bus voor een tweedaagse beklimming van de Acatenangovulkaan. Vandaag stond er een paar uur stevig stappen op het programma. We moesten op een luttele zes kilometer meer dan 1000 meter klimmen naar de kampeerplaats op de zuidelijke flank van de vulkaan op 3600 meter hoogte.
Onze inspanning werd echter heel snel na aankomst beloond met een lekkere, warme chocomelk. Én prachtig uitzicht op de top van de Fuégovulkaan, die heel regelmatig van zich liet horen en zien. Er kwam heel regelmatig as en rook uit de top van de vulkaan en zodra er een kwartier of langer niets gebeurde, zat iedereen in spanning te kijken tot er (onvermijdelijk) een grotere uitbarsting kwam, vergezeld van een daverende soundtrack. In het oosten konden we ook de Aguavulkaan zien, die af en toe leek te varen in een zee van wolken.
In de late namiddag stapten we nog een paar honderd meter verder voor een (nog) betere plaats om de zonsondergang te bekijken.
En zodra het donker genoeg was, werden de uitbarstingen nog indrukwekkender. De kokend hete lava die uitgespuwd werd, was nu heel goed zichtbaar en leek soms minutenlang na te gloeien op de bergwand.
Een mens zou een hele nacht kunnen blijven kijken naar het spektakel, maar de temperatuur begon richting het vriespunt te gaan. En we wisten dat we 's ochtends voor dag en dauw opnieuw wakker moesten zijn, dus nestelden we ons zo diep mogelijk in onze slaapzakken en probeerden we het sporadische gebrul van de vulkaan te negeren en wat te slapen.
Om vier uur 's ochtends ging de wekker af en een kwartiertje later stond een deel van de groep klaar om de laatste 300 meter omhoog te klimmen naar de top van Acatenango. Een paar mensen hadden last van de hoogte of waren fysiek uitgeput door de wandeling gisteren, dus die bleven nog even rustig in bed liggen.
Door het fijne, vulkanische stof en gesteente onder de voeten, leek de klim soms wat op de processie van Echternach. Maar na een goed uur stappen kwamen we aan op de vlakke top van Acatenango, net onder de 4000 meter hoogte. Daar deden we wat extra laagjes aan en gingen we geduldig zitten wachten op de zonsopgang, met zicht op de vulkanen Fuego en Agua. Om het (voor een keer) kort te houden: een magisch moment.
Daarna gingen we terug naar het kamp om te ontbijten en niet lang daarna vatten we de terugweg naar beneden aan. Terwijl de Fuego ons uitzwaaide met nog wat uitbarstingen, gingen we aan sneltempo omlaag. In amper twee uurtjes stonden we beneden, alhoewel het voor sommige in de groep met pijnlijke knieën en krampen was.
De rest van de dag gebruikten we om al het vulkanische stof uit onze kleren te wassen en wat slaap in te halen. 's Avonds gingen we nog even in de stad wandelen om afscheid te nemen van Antigua.
Donderdag 9 februari - Richting Copán, Honduras
Donderdagochtend was het (opnieuw) vroeg dag toen we opgepikt werden door een
busje om ons richting Copán in Honduras te brengen. Voor de verandering waren de
zitplaatsen in de auto nog maar eens net iets te klein voor iemand van normale,
Europese lengte. Gelukkig reed onze chauffeur langzaam Onze chauffeur moet
in een ver verleden nog rally gereden hebben ook, want we moesten ons soms
krampachtig vasthouden terwijl hij bochten vlotjes aan 90 km/h nam.
Maar zo kwamen we natuurlijk wel relatief snel aan de grensovergang tussen Guatemala en Honduras. Daar ging alles relatief vlot (alhoewel de verplichte vaccinatiestempel voor een koppel in het busje even een probleem was - eenvoudig opgelost door gewoon even rechtuit te liegen), behalve voor één Amerikaanse dame die de grens niet mocht oversteken. Zij had een bezoekersvisum dat drie maanden geldig was en ze dacht dat ze gewoon even de grens moest oversteken om die termijn te resetten.
Maar blijkbaar (en dat wisten wij ook niet) bestaat er tussen een paar landen in Latijns-Amerika een soort van Schengen-zone - SICA. En die termijn van drie maanden geldt dus voor alle landen die daar deel van uitmaken. Dus zat er voor haar niets anders op dan een taxi terug te nemen om daarna het land te verlaten richting Mexico en daarna opnieuw binnen te komen. Dat hebben we dus ook alweer bijgeleerd!
Toen we in Copán aankwamen, zat het hele dorp zonder elektriciteit. Maar gelukkig hadden de plaatselijke banken blijkbaar een paar noodgeneratoren en konden we dus nog wat cash bemachtigen (onze zesde soort deze reis!).
Vrijdag 10 februari - Ruïnes van Copán en Macaw Mountain
Ruïnes van Copán
Even duidelijkheid scheppen: het dorpje waar wij verbleven heet eigenlijk Copán Ruinas. En dat dorpje ligt vlak naast de ruïnes van Copán - de naam van een stad van de Mayabeschaving. Maar het is eenvoudiger om te zeggen dat we in Copán verblijven en de ruïnes bezocht hebben.
In de volgende blogs zal ik waarschijnlijk wat meer uitwijden over de Maya, maar het is nu wel al handig om te weten dat de "Mayabeschaving" eigenlijk een veel te brede en algemene noemer is voor waar het eigenlijk over gaat. 't Is alsof je zou zeggen dat er in Europa de laatste drie- á vierduizend jaar een "Eurobeschaving" was. In realiteit ging het over een gigantische groep verschillende en uiteenlopende volkeren die lange tijd leefden in stadsstaten (zoals dat bij ons ook voor langere periodes het geval was - zowel in het oude Griekenland als in de middeleeuwen).
De hele vallei van de Copán rivier werd ingenomen door de stad en wij bezochten eerst de hoofdgroep. Die groep is een verzameling van ruïnes die het politieke en religieuze centrum van de stad waren. Hier waren vooral tempels, tombes en grote pleinen voor ceremonies te vinden.
Voor we bij de eigenlijke ruïnes waren, hadden we wel het geluk om te zien hoe de plaatselijke populatie geelvleugelara's (of red macaws) gevoederd werd. Dit kaderde in een breder kweekprogramma dat de vogels opnieuw probeert te introduceren in het wild. Imposante beesten!
Daarna stapten we het ruïnecomplex in en passeerden we langs verschillende tempels. De ene al wat meer gerestaureerd dan de andere. Sommige gingen onder een paar gigantische bomen gebukt.
Langs het hoofdplein konden we de belangrijkste vondst van Copán zien, overdekt met stoffen doeken om de zon en regen tegen te houden: een dertig meter hoge trap die bedekt is met hiërogliefen en de geschiedenis van de dynastie in Copán beschrijft.
Niet ver daarnaast was er ook een speelveld voor een balsport die een verre voorloper van het hedendaagse voetbal is. Het spel was deel van een religieus ritueel om te bepalen wie geofferd moest worden aan de goden. Afhankelijk van het doel van de offers werden soms de verliezers, soms de winnaars geofferd.
Na de ruïnes stapten we ook nog het museum binnen dat in hetzelfde complex lag. Hier waren nog veel meer beelden en sculpturen te zien, inclusief enkele originelen die in de ruïnes zelf vervangen waren door plaasteren versies.
In het centrum van het museum stond een levensgrote replica van een tempel die onder een grotere tempel gevonden was. Het idee om verder te bouwen op of over een ouder gebouw deed ons terugdenken aan de tempels nabij Trujillo in Peru.
Na het museumbezoek stapten we ook nog een tweetal kilometer langs de autoweg om een ander stuk van de ruïnes te bezoeken - Las Sepulturas. De naam doet vermoeden dat het om graftombes zou gaan, maar eigenlijk was dit het deel van de stad waar de schrijvers en beeldhouwers van de stad woonden.
Jammer genoeg waren deze ruïnes nog niet zo goed uitgegraven als de hoofdgroep en ontbrak het ook een beetje aan verduidelijkende bordjes. Niet echt de moeite waard, dus.
Macaw Mountain
We stapten dus terug naar Copán (het huidige dorp Copán, dat eigenlijk Copán Ruinas heet) en namen een snelle lunch voor we tuktuk-gewijs naar Macaw Mountain gingen.
Macaw Mountain is een vogelasiel waar ze verschillende vogelsoorten opvangen en, indien mogelijk, terug in het wild uitzetten. Sommige dieren werden met een verwonding in het wild gevonden, maar het overgrote merendeel is ooit een huisdier geweest.
Vooral Amerikaanse expats vinden blijkbaar dat een ara als huisdier hoort bij de paradijselijke lifestyle die ze zich aanmeten als ze naar een Latijns-Amerikaans land verhuizen. Als ze na een paar jaar genoeg hebben van die levensstijl en terug naar Amerika gaan, laten ze die beesten jammer genoeg wel aan hun lot over. Omdat die beestjes dan jarenlang enkel contact gehad hebben met mensen, is het onmogelijk om ze opnieuw in het wild uit te zetten.
Die dieren worden in dit asiel dus voor de rest van hun leven zo goed mogelijk behandeld. Als je weet dat ze in gevangenschap tot 100 jaar oud kunnen worden, is dat natuurlijk een wel héél lange tijd om door te brengen in dezelfde kooi, hoe groot ze ook mag zijn.
Zaterdag 11 februari - Van Honduras naar El Salvador
Zaterdag was opnieuw een transitdag: van Honduras naar El Salvador. Deze keer héél comfortabele zetels én we waren de enige in het busje, dus de uurtjes vlogen voorbij en voor we het wisten kwamen we aan in San Salvador, hoofdstad van El Salvador.
Zondag 12 februari - Volcán de Santa Ana
De dag nadien gingen we op uitstap naar de Santa Ana vulkaan, de hoogste in El Salvador. Deze was blijkbaar de inspiratie voor Antoine de Saint-Exupéry in zijn Le Petit Prince (zijn Salvadoriaanse vrouw stond blijkbaar model voor de roos in het verhaal, who knew!). Onderweg naar de vulkaan vertelde onze gids allerlei interessante zaken over de geschiedenis van het land. Van de tijd van de Maya (opnieuw: parapluterm voor heel wat verschillende volkeren) over de kolonisatie door de Spanjaarden tot de onafhankelijkheid van het land en de meer recente problemen met bendegeweld.
De klim omhoog was niet zo lastig als in Guatemala, aangezien de vulkaan maar 2300 meter hoog is. Toen we startten was de top wel nog in wolken gehuld en stond er al een stevige wind. Onderweg moesten we dan ook soms heel snel zijn om van het uitzicht te genieten. Twee foto's die op enkele seconden van elkaar genomen zijn tonen hoe snel de wolken langs ons waaiden en het zicht volledig ontnamen.
Hoe hoger we gingen, hoe harder de wind begon te waaien (en snijden!). Op de top zochten we een plekje om zo goed mogelijk uit de wind te blijven en wachtten we meer dan een halfuur tot het wolkendek eventjes openging en we een blik konden werpen in de krater, waar een groen meer te zien was.
Blijkbaar komt dit soort weer maar een paar dagen per jaar voor, dus hadden we wat minder geluk dat wij er net mee zaten. Maar terwijl we omlaag stapten, kregen we af en toe wel nog een mooi uitzicht te zien. En nadien stopte onze gids nog bij een restaurant langs het Coatepequemeer voor een late lunch - dat maakte het nog een beetje goed!
Maandag 13 tot en met zondag 19 februari - Chillaxen in Roatán
's Anderendaags gingen we per taxi naar de luchthaven in San Salvador. We hadden een aantal weken terug namelijk een vlucht geboekt van San Salvador naar Roatán, een eiland net voor de kust van Honduras. En die vlucht is de reden waarom we, na het laten vallen van Nicaragua, een beetje heen- en weer gepingpongd hebben. We hadden ondertussen ook gehoord dat het openbaar vervoer in Honduras niet de meest veilige plaats was voor toeristen.
Daarom beslisten we om van Roatán verder te vliegen naar Belize. Jammer genoeg moesten we daardoor wel nog drie dagen langer op Roatán blijven. Een weekje rusten op een paradijselijk eiland, dus. We hebben het met veel tegenzin ondergaan.
Roatán zelf ligt langs (bijna op) het zuidelijke uiteinde van het Meso-Amerikaanse rif: het tweede grootste koraalrif ter wereld, na het Great Barrier rif in Australië. Het lag dus voor de hand dat we elke dag op verkenning gingen met ons snorkelmateriaal.
Ik ga zelfs niet proberen om alles wat we gezien hebben correct te benoemen, maar we zagen vissen (echt!), roggen, inktvissen, schaaldieren, zeesterren en nog veel meer.
Maandag 20 februari - Privévliegtuig naar Caye Caulker, Belize
Jammer genoeg komt aan alle mooie verhalen een einde. Maandag moesten we dus het paradijselijke Roatán verlaten en vlogen we eerst, met een wel heel klein vliegtuigje, richting Belize City (in Belize!). Daarna stapten we in een nog kleiner vliegtuigje en werden we afgezet op het paradijselijke Caye Caulker.
Hier hopen we morgen nog mee te kunnen met een driedaagse zeiltocht die de riffen langs dit eiland gaat verkennen. Hopelijk wordt het achterlaten van de witte stranden en het kristalhelder water van Roatán wat draaglijker gemaakt door de witte stranden en het kristalhelder water van Caye Caulker.
Hoe we omgaan met deze drastische verandering, kan je hier volgende keer lezen!
Overzichtskaartje
-
een zakmes dat ik nota bene in Buchs, Zwitserland gekocht had tijdens het eerste deel van onze reis. Alhoewel dat voor ons al een eeuwigheid geleden lijkt. ↩
-
zowel de koloniale als de meer recente geschiedenis van zowat alle landen in Latijns-Amerika (en bij uitbreiding Zuid-Amerika) is héél boeiend om over bij te leren, maar ik ken er zelf nog niet genoeg van om een poging te doen om het samen te vatten in een paar zinnen. Wikipedia is your friend! ↩