2016-12-01
We've been through the desert
Vorige week donderdag gingen we vanuit La Paz, middels een relatief korte busrit van 3 uur, richting Oruro om daar de trein te nemen richting Tupiza. Een tiental minuten vóór de trein moest vertrekken, kwam er al beweging in de stalen mastodont - de NMBS kan hier nog wat komen bijleren - en een goede 12 uur later kwamen we aan in Tupiza.
Toen was het wel net 3 uur 's nachts geworden, dus begaven we ons onmiddellijk naar een hostel om nog wat slaap in te halen. Een paar uurtjes en één hartig ontbijt later waren we voldoende uitgerust om de omgeving op een gepaste manier te gaan verkennen. Tupiza en de regio er rond wordt omschreven als het wilde westen van Bolivië dus gingen we voor een full-on cowboy experience: paardrijden (inclusief fancy sombrero!).
De tocht ging via de Puerto del Diablo (een dunne rotsformatie waarin een deurachtige doorgang is) naar de Valle de los Machos - alhoewel die beter bekend staat als de penisvallei. Toch even een serieuze tip voor de mannelijke lezers: als uw jongeheer lijkt op de rotsformaties in de foto's hieronder ga je toch best even naar de dokter.
Al blozend gingen we nog verder tot de Canyon del Inca, voor we - na wat klim- en klauterwerk - terug richting Tupiza gingen. Iets meer dan 3 uur paardrijden was voldoende voor zowel Don Lucho en Sport (onze 2 hengsten) als voor Andy en Annabel (onze 2 achterwerken).
De dag daarna ruilden we onze 1 PK'tjes in voor een iets krachtiger voertuig om een vierdaagse trip richting Salar de Uyuni aan te vatten. 's Ochtends maakten we kennis met onze medereizigers (een Duitser en in Duitsland-wonende Fransman in onze auto en nog 5 anderen in een tweede jeep) en vertrokken we voor een lange dag in de auto richting Quetena Chico - één van de kleine nederzettingen in het park.
Onderweg stopten we meermaals voor de prachtige uitzichten, interessante rotsformaties en fijne fauna. Zo zagen we voor de eerste keer vicugna's en guanaco's en konden we dus ons kwartet van de 4 Zuid-Amerikaanse kameelachtigen afwerken (de andere 2 zijn natuurlijk de lama en alpaca).
We stopten ook even bij de Ciudad del Encanto: een rotsformatie van lavagesteente die elk jaar opnieuw van vorm verandert door de regen en wind.
Terwijl we door het woestijnlandschap reden, bleven we kuddes dieren zien en af en toe ook een struisvogel of twee. In de late namiddag stopten we nog even bij el Pueblo Fantasma. Een verlaten dorp dat eind zestiende eeuw door de Spanjaarden gebouwd werd (of beter: door de zwarte slaven die de Spanjaarden van Afrika lieten overkomen) om er mineralen uit de grond te halen (of beter: door de slaven uit de grond te laten halen).
De mijnschacht is nog relatief intact, maar na een meter of 10 afdalen werd het ons te claustrofobisch en zochten we opnieuw de zonneschijn op. Er was toch geen goud, zilver, tin of koper te bespeuren.
De tweede dag ging het eerste deel van de trip langs twee zoutmeren - Laguna Hedionda en Laguna Kollpa. Hoewel het water wel degelijk een hoge zoutconcentratie bevat, bestaan de verharde, witte vlaktes bij Laguna Hedionda vooral uit boor en zwavel (dat laatste konden we aan de hand - of eerder neus - ondervinden toen iemand van de groep door de witte korst zakte en haar schoen in zwavelachtige drek bedekt werd).
Bij het Kollpa meer is de witte stof dan weer vooral trona, dat onder andere gebruikt wordt om detergenten te maken. Tussen de meren in zagen we ook nog wat rijkelijk versierde alpaca's.
Na de twee kleinere meren reden we verder richting de Paso del Cóndor (waar we jammer genoeg nog geen condors konden zien) via de Desierto de Dali, een stukje woestijn met rotsformaties die doen denken aan de (gesmolten) elementen in de schilderijen van de gelijknamige Spanjaard
De naam leek eerder gekozen te zijn om toeristen te lokken, dus besloten we om van de vlakte gebruik te maken om wat groepsfoto's te maken (en hier bleek dat de groep een accuut gebrek aan timing had).
Na de fotoshoot gingen we verder richting Laguna Verde en Laguna Blanca - twee meren die (zoals de naam al doet vermoeden) een heel specifieke kleur aannemen, als het weer en de mineralen willen meewerken. Jammer genoeg hadden die er niet echt zin in, dus moesten we de kleuren er wat bij fantaseren.
Onderweg hadden we trouwens nog het geluk dat we de legendarische Zorre tegenkwamen zonder zijn masker en cape. Gelukkig was Corporal Garcia niet in de buurt!
Na de lunch keerden we even wat terug op onze stappen tot we opnieuw bij de aguas termales aankwamen, waar we even al het zweet, vuil en zout van ons af konden laten weken.
Jammer genoeg moesten we een halfuurtje later opnieuw de hete jeep in om richting geisers te rijden. Onze neus wist dat we er waren voor we de poelen konden zien - een redelijk sterke zwavelgeur verraadde het boeltje al.
Op het einde van de dag gaven we de gekleurde meren nogmaals een kans en Laguna Colorado bleek het prijsbeest van de dag te zijn. Blauw, bruin, oker, wit, grijs en wat flamingoroze om het plaatje af te werken.
's Avonds probeerden we de sterrenhemel nog op de gevoelige plaat vast te leggen, maar jammer genoeg was er toch nog wat teveel lichtvervuiling. Dus dan hebben we ons maar geamuseerd met wat lichtschrijven voor we ons (lekker warme) bed gingen opzoeken.
Op dag drie gingen we nog even langs bij een ander uitzichtpunt op Laguna Colorado (dat in de ochtend veel van z'n pluimen en kleuren verloren had) voor we verder gingen richting de rotsformaties bij Arbol de Piedra (de stenen boom). Alhoewel de meren altijd mooi waren om naar te kijken, was dit toch een welgekomen mogelijkheid om wat actiever te zijn.
Ik liet de innerlijke boulderer1 in mij los en probeerde wat van de rotsformaties te beklimmen. Jammer genoeg bleek dat ik in gedachten wat beter bespierd was dan in de realiteit, want na een klimmetje of 3 voelde ik mijn spieren al kermen en mijn handen hadden ook geen positivie indruk gekregen na hun ontmoeting met de scherpe lavagesteentes.
Na de harde rotsen was het opnieuw de beurt aan de zoutige meren. We stopten bij de Lagunas Hondas, Charcota en Hedionda en zagen Laguna Canapa in de verte liggen (door de aanhoudende droogte - 5 maanden in plaats van de gebruikelijke 3 - was de toegangsweg tot sommige meren gevaarlijk onstabiel).
Ondertussen knorden onze magen al wat dus stopten we voor een snelle lunch, waarna we verder reden richting Laguna Negra. Het meer op zich was mooi (en had wel degelijk een zwarte kleur) maar we lieten ons opnieuw afleiden door de leuk uitziende rotsformaties. Zelfs Lien waagde haar even aan wat waaghalzerij!
Toen de speeltijd gepasseerd was, sprongen we opnieuw de jeep in om de laatste uurtjes richting de Salar de Uyuni af te haspelen. Voor onze derde overnachting kregen we een specialleke voorgeschoteld: een nacht in een zouthotel. Muren, tafels, stoelen en vloer - alles werd uit zout gemaakt.
Onze nacht op de zoutbedden was echter heel kort, aangezien we om 4 uur voor de eerste keer de zoutvlakte opreden richting Isla Incahuasi - een heuveltje in het westen van de vlakte vanwaar we de zonsopgang konden bewonderen.
Voor we het met cactus bestippelde eilandje achter ons lieten, schrokten we nog snel wat ontbijt binnen. Daarna reden we verder de zoutvlakte in om ons tegoed te doen aan wat perspectieffotografie, maar niet voor we even onze handen in het zoutige water onder de oppervlakte konden steken om wat zout- en lithiumkristallen op te duiken.
Toen de inspiratie opgedroogd was, gingen we nog verder tot aan het monument voor de Dakar-rally (die hier 2 keer gepasseerd is) voordat we de zoutvlakte achter ons moesten laten en richting Uyuni gingen.
In Uyuni brachten we nog een kort bezoek aan het Cementerio de los trenes voor we in het centrum van het stadje afgezet werden.
Daarna was het even wachten op onze nachtbus die ons (3 uur vroeger dan verwacht en opnieuw op een onmenselijk vroeg uur) om 5 uur 's ochtends in La Paz afzette.
Ondertussen zijn de laatste drie weken van dit deel van de reis ingegaan en als ik naar de planning kijk zullen die nog sneller dan de rest voorbij gaan. De eerstvolgende week doen we nog wat actief rond La Paz voor we opnieuw richting Peru vertrekken.
Naar het schijnt is het daar heel mooi weer langs de kuststreek (die wij nog moeten doen) - een beetje zoals in België, niet?
1: Boulderers zijn mensen die boulderen en dingen als dit en dit kunnen doen