2022-10-23
Driving through the desert
Inhoudstafel
Aangezien we onze reis door Chili en Argentinië opgesplitst hebben in een paar aparte delen, is het eenvoudiger om telkens na zo'n deel te bloggen. Dat betekent geen wekelijkse blog (gelieve jullie gejuich te beperken), maar als er dan eens eentje is, zal het geen korte zijn (ik hoor de diepe zuchten aan de andere kant van de Atlantische oceaan). Na een eerste selectie van foto's voor deze blog, hebben we er nog 501 over. Ik probeer het nog wat te beperken zodat jullie geen volledige fles wijn nodig hebben bij het lezen van deze post!
Woensdag 12 oktober - Met de bus van Salta naar Calama
Ons originele plan was om in Salta (Argentinië) een auto te huren en een paar dagen in deze noordelijke regio door te brengen. Maar er waren blijkbaar nog veel anderen met hetzelfde idee, want een auto huren aan een deftige prijs bleek al heel snel onmogelijk te worden. Als we eens keken hoeveel het zou kosten om voor diezelfde periode een auto te huren in Chili, kwamen we aan een fractie van het bedrag. En zo pasten we ons plan dus aan: we nemen een bus van Salta (Argentinië) naar Calama (Chili), huren daar een auto en dan steken we met die auto opnieuw de grens over en doen we onze geplande rondrit. Daarna moesten we natuurlijk nog eens de grens over om terug in Chili de auto in te leveren.
Dat heen-en-weer gerij is snel getypt, maar in de realiteit is de route van Salta naar Calama 700 kilometer lang. Dat valt op zich nog mee, tot je je herinnert dat de grens tussen Chili en Argentinië ongeveer over het Andes gebergte loopt en je dus dat gebergte moet oversteken. Dus: starten in Salta op 1200 meter hoogte, via een meanderende weg stijgen naar gemiddeld 4200 meter hoogte, een grensovergang met zo veel mogelijk kafkaiaans papierwerk en daarna verder rijden naar het hoogste punt op 4831 meter hoogte voor de laatste afdaling die je na 700 kilometer in Calama afsluit.
Dat hebben we deze woensdag in 13 uur afgelegd met de bus, met geen enkele stop onderweg (behalve dan de grensovergang). Laat ons zeggen dat ik daar weinig leuks over te vertellen heb. 😶
Donderdag 13 oktober - Per ongeluk wandelen in de Catarpe vallei
Na een goede nachtrust in Calama was de helse rit gelukkig al wat vergeten en gingen we 's ochtends onze huurauto oppikken. Een Volkswagen Virtus1 van minder dan een jaar oud, maar wel al met wat blutsen en builen - die allemaal heel correct genoteerd werden. Na een pitstop bij het tankstation en de plaatselijke supermarkt begonnen we de busroute in omgekeerde route terug te volgen.
Onderweg naar San Pedro de Atacama (waar we die nacht zouden slapen) stond er maar één activiteit op de planning: de Valle de la Muerte. Dus zodra we een bord zagen met die naam er op, gingen we van de hoofdweg af en reden we langs een nauw, onverhard weggetje tot we aankwamen in... Catarpe. En dat was niet waar we naartoe wilden, maar het gebrek aan duidelijke borden had ons hierheen gebracht en we beslisten om dan maar deze vallei te bezoeken. Na het betalen van een kleine som en wat uitleg van een gids, begonnen we aan een wandeling door het Chulacao ravijn (aka Quebrada Chulacao aka Garganta del diablo2).
De wandeling volgde het bochtige parcours dat uitgesneden werd door het water in de zandsteen. Het ene moment moesten we door nauwe doorgangen manoeuvreren en een paar stappen verder ging het ravijn open en stapten we door een stuk dat wat meer open was. Tijdens het wandelen konden we heel duidelijk de kalkstenen lijnen zien in de stenen muren rondom ons, een herinnering aan de tijd dat dit gebergte nog onder een oceaan lag.
Na een paar kilometer stappen, konden we een bergkam beklimmen om van bovenaf een uitzicht te hebben op het bijna buitenaardse landschap rondom ons. Het klimmen zelf deden we langzaamaan, aangezien we hier al opnieuw boven de 2500 meter hoog zaten en onze lichamen nog wat moesten acclimatiseren.
Daarna moesten we terug stappen naar het begin van het ravijn en brachten we nog een bezoek aan de Capilla de San Isidro. Een kleine kapel/kerkje die iets verder in de vallei ligt. Tijdens onze reizen hebben we ons al veel afgevraagd waarom er in godsnaam (ha!) zo veel religieuze gebouwen neergepoot worden op de meest onlogische plaatsen, maar ook hier werd ons geen antwoord gegeven.
Ondertussen was het al laat in de namiddag en de combinatie van hoogte, warmte en de busrit de dag voordien had ons goed afgepeigerd dus reden we naar onze hostel en gingen we vroeg naar bed.
Vrijdag 14 oktober - Richting Paso Chico en terug
Voor we verder terug reden naar Argentinië, gingen we eerst de omgeving rond San Pedro de Atacama nog wat ontdekken. Je kan hier gerust meerdere dagen (of zelfs weken) doorbrengen, maar wij kozen er voor om Ruta 23 af te rijden richting de Sico pas en onderweg enkele bezienswaardigheden te bezoeken. Normaal gezien zouden we via die Sico pas terug naar Argentinië gaan, maar het verhuurbedrijf kon ons niet verzekeren dat de weg er goed genoeg bij zou liggen om het met een gewone auto te doen.
Laguna Chaxas
De eerste stop lag enkele tientallen kilometers (over onverharde wegen) van de hoofdweg: Laguna Chaxas. Een set van enkele zoutmeren waar quasi altijd wel wat flamingo's te zien zijn. Wij waren die ochtend iets later vertrokken dan alle dagtours die hier ook stopten, dus tegen dat wij er waren, hadden we de paadjes (bijna) voor ons alleen. De voordelen van een huurauto!
De flamingo's, andere vogelsoorten, het kleurrijke water, de bergen in de verte, de interessante patronen in grond en zout rondom ons... Het was overweldigend en soms moeilijk kiezen naar wat te kijken. En stilstaan en luisteren naar de quasi absolute stilte rondom ons was ook al een hele activiteit op zich.
Laguna Miscanti en Salar Aguas Calientes
Daarna reden we terug naar Ruta 23 en verder richting Socaire. Aangezien we zo veel mogelijk tijd wilden uitsparen (en de mensenmassa's van de dagtours te vermijden), stopten we niet in het dorpje en reden we verder naar de volgende stop: laguna Miscanti. Een hartvormig brakwatermeer van zo'n 14 vierkante kilometer groot dat tussen de bergen genesteld is. We namen de afslag van Ruta 23 en reden (opnieuw op een onverharde weg) de laatste kilometers naar het controlestation voor het meer.
Daar vroegen ze naar ons ticket, terwijl wij hen vroegen om een ticket te kopen. Na wat uitleg bleek dat ze ter plekke geen tickets verkochten, maar dat we daarvoor in Socaire moesten zijn. Meer dan een halfuur (en enkele honderden hoogtemeters) terug!
Na wat gevloek namen we de beslissing om niet te veel tijd te verliezen en verder te rijden. Er waren nog meer dan genoeg mooie dingen om te zien en te bezoeken. En na ruim een uur rijden zagen we al het volgende in de verte: de Salar Aguas Calientes. Een zoutmeer (met bijhorende zoutvlakte) en bijhorende warmwaterbronnen. Toen we de parking opreden zag het er goed uit: er was een klein kantoortje waar je ongetwijfeld je ticket moest kopen... toen je hier nog een ticket kon kopen.
Er kwam een vriendelijke dame aangewandeld die opnieuw hetzelfde vroeg en vertelde: we moesten al een ticket hebben gekocht in Socaire. Aangezien er nergens in Socaire duidelijk aangegeven stond dat je daar (en enkel daar) een ticket moest kopen, hebben we toch even onze frustraties geuit. Ze verstond het volledig, maar kon er zelf niets aan doen. Blijkbaar is de ticketverkoop door de pandemie een tijd exclusief online geweest, maar sinds kort is dat opnieuw verschoven naar enkel in Socaire.
Tot op een bepaald punt zeker te verstaan, maar het absolute gebrek aan duidelijke communicatie hierover zorgt voor bakken frustratie, natuurlijk. Tijdens het rijden zagen we nog veel andere toeristen humeurig achter het stuur zitten als ze verplicht werden om terug te keren.
Ondertussen waren wij al zo ver van Socaire dat terugkeren niet echt meer een optie was, dus beslisten we om nog verder te rijden naar onze laatste stop: Laguna Tuyaito. Al na een drietal kilometer passeerden we nog aan een uitkijkpunt waar je (zonder toegangsticket!) een prachtig uitzicht had over de Salar Aguas Calientes. Daar konden we er dus nog even van genieten.
Laguna Tuyaito
Wanneer we na een bocht het Tuyaitomeer zagen liggen, dachten we even dat we verkeerd waren. Er was geen enkele andere auto (of busje) te zien. Heel raar, aangezien je geen ticket nodig had en het meer maar 5 minuten rijden was vanaf de Salar Aguas Calientes. Maar klagen deden we alleszins niet. We hadden het meer (en het uitzicht) voor onszelf en genoten ervan tijdens een korte wandeling en een geïmproviseerde, late lunch3.
Daarna keerden we de auto om en begonnen we aan de terugrit naar San Pedro de Atacama. Aangezien de namiddagzon de temperaturen ondertussen al wat had opgedreven, was de lokale fauna ook wat actiever geworden. We konden dus meermaals stoppen en genieten van kuddes vecuna's4 die naast (en soms zelfs op) de weg aan het grazen waren.
Een paar tientallen kilometers voor we thuis waren, stopten we nog even op de plaats waar de steenbokskeerking loopt. 's Ochtends hadden we hier nog tientallen busjes zien staan, maar nu waren we helemaal alleen en konden we, naast het prachtige uitzicht, genieten van de volledige stilte als de wind even ging gaan liggen.
Zaterdag 15 oktober - Terug naar Argentinië via de Jama pas
De dag nadien waren we vroeg op weg om de lange rit richting Argentinië aan te vatten. Aangezien we nu ons eigen vervoer hadden, konden we ook meermaals stoppen om te genieten van het landschap (en foto's te nemen zodat jullie ook wat kunnen meegenieten). We zaten wel altijd snel opnieuw in de auto, aangezien de temperatuur op die hoogte in de voormiddag een paar graden onder nul bleef.
Na een paar uur rijden kwamen we opnieuw aan bij de grensovergang. We hadden
gehoopt dat het deze keer wat sneller zou gaan, maar jammer genoeg was er net
voor ons een groep motorrijders aangekomen, waardoor het toch opnieuw even
wachten was op Godot. Aan de Argentijnse kant van de route zagen we al wat
meer fauna (wie kan raden welke kameelachtige het deze keer is?) en net voor we
aan de laatste afdaling begonnen reden we nog door de Salinas Grandes. Een
zoutvlakte die ons, ondanks de naam, niet echt een wauw-gevoel gaf5.
De rest van de rit was het vooral remmen op de motor aangezien we op een korte tijd meer dan 2000 meter omlaag moesten, maar uiteindelijk kwamen we nogal uitgeput aan in ons verblijf in Maimara.
Zondag 16 oktober - Wandelen in het noorden
We merkten dat onze lichamen al wat meer gewend waren aan de hoogte, aangezien de rit van de dag voordien snel vergeten was na een nachtje slapen. Dus we hadden meer dan genoeg energie om twee uitstappen te doen.
Quebrada de las señoritas
Na een korte rit van ons verblijf naar het dorpje Uquía parkeerden we de auto en betaalden we de (heel kleine) ingangsprijs voor de canyon van de drie meisjes. We wandelden een tweetal kilometer de (brede) canyon in voor we een afslag naar rechts namen en de Canyon de las 13 curvas binnen gingen. Een heel nauwe kloof die, afhankelijk van het invallende licht, dieprood of feloranje kleurt.
Daarna keerden we terug naar de hoofdvallei en sloegen we rechtsaf om de vallei dieper in te gaan. En om dieper te gaan, moesten we hoger gaan, heel logisch allemaal! Maar na een paar minuten goed doorstappen, kwamen we een groep mensen tegen en werden we aangesproken door de gids die hen begeleidde. Blijkbaar moest je voor dit deel van de vallei verplicht een gids meehebben, tegen betaling natuurlijk.
Met die verplichting (of die kost) hadden wij absoluut geen probleem, maar het was wel handig geweest als dat ergens vermeld zou worden. Of als de persoon aan wie we de ingangsprijs betaalden ons dat gezegd had. Soit, we konden gelukkig wel aansluiten bij de groep en stapten verder de vallei in. Alhoewel stappen misschien een te groot woord is. Het tempo leunde dichter aan tegen slenteren, aangezien sommige mensen in de groep het wat lastig hadden6. Iets verder vertelde de gids ons over de naam van het ravijn: drie verschillend gekleurde rotswanden (rood, wit en zwart) gaven hun naam aan deze streek.
Nog wat dieper in het ravijn kon je een grot bezoeken waar er vroeger blijkbaar veel rituelen uitgevoerd werden. Voor zover wij konden zien, was dit het enige stukje waar je echt een gids voor nodig had, aangezien er wat geklauterd moest worden om de grot te bereiken. Maar jammer genoeg kon de gids maximum vijf personen per keer heen en terug begeleiden. En gezien de grootte van de groep (en het gebrek aan fysieke conditie) berekenden wij dat we daar dus minstens een uur zouden verliezen.
Aangezien we wisten dat het weer in de namiddag zou omslaan, beslisten we om de grot te laten voor wat hij was en stapten we op eigen houtje terug naar de ingang van de vallei (waar we heel braafjes betaalden voor de gids!).
El cerro de los 14 colores
Onze volgende stop was namelijk nog een eindje rijden. De afstand viel mee, maar we moesten opnieuw een onverharde weg nemen die ons omhoog bracht tot 4300 meter, waar we na een korte wandeling een prachtig uitzicht kregen op de cerro de los 14 colores - de berg van 14 kleuren.
Onze beslissing om de tour met de gids iets vroeger te verlaten, bleek ook de juiste te zijn. Wanneer we opnieuw in de auto stapten om terug te keren, waren er al donkere regenwolken op komst die het licht tegenhielden waardoor de kleuren er al heel wat minder indrukwekkend uitzagen.
Maandag 17 oktober - Nog een duivelse keel
Garganta del Diablo
Maandag hadden we een bezoek gepland aan de derde duivelse keel van deze reis. Vanuit het stadje Tilcara reden we langs een (hoe kan het ook anders) onverharde weg naar de Garganta del Diablo - een nauw ravijn waar er het hele jaar door water door stroomt (wat redelijk uitzonderlijk is in deze streek). Het ravijn zelf was niet zo indrukwekkend, maar een korte wandeling bracht ons wel naar een leuk watervalletje. We moesten ook even langs een levada stappen, wat ons deed terugdenken aan onze reis naar Madeira7.
Tijdens het terugrijden, zagen we dat de Argentijnen zich al aan het voorbereiden waren op het wereldkampioenschap voetbal.
Purmamarca
Daarna reden we zuidwaarts en stopten we nog even in het dorpje Purmamarca, gekend voor de kleurrijke berg die er tegen ligt (of het dorpje dat tegen de berg ligt). We wandelden even langs het meest bekende (en bereikbare) pad dat rond de berg gaat, maar de iets moeilijkere wandeling aan de overkant van de rivierbedding gaf een veel mooier beeld op de berg (en we kwamen niemand anders tegen, wat altijd een pluspunt is).
Daarna was het opnieuw de auto in om al wat kilometers richting het zuiden af te leggen. Eindstop van deze dag was San Pedro de Jujuy.
Dinsdag 18 oktober - Zuidwaarts richting Cachi
De dag nadien was het tijd voor déjà vu. We vertrokken in San Pedro de Jujuy en reden naar het zuiden, waar we na een tweetal uur rijden Salta passeerden. Je weet wel, waar we een paar dagen voordien de bus hadden genomen naar Chili. Deze keer stopten we er enkel om de tank vol te gooien en verder te rijden richting Cachi.
We sloegen rechtsaf richting het westen en reden via Ruta 33 door een prachtige vallei. Hoe hoger we gingen, hoe meer wolken er kwamen, maar we waagden het er toch op om een korte wandeling te doen in de Valle Encantado.
Na die korte stop was het nog maar een paar kilometer omhoog tot we een bergkam passeerden en we in een andere weer-regio belandden. In het nationaal park Los Cardones was het zonnig, winderig en niet al te warm, maar we konden wel genieten van fauna, flora en uitgestrekte vlaktes waar grote cactussen de plak zwaaien. Voor één van de wandelingen had de toeristische dienst ingeschat dat je 20 minuten nodig zou hebben voor een lusje van 210 meter. Het deed ons even terugdenken aan onze tijd in Australië.
In the middle of nowhere werden we ook nog even herinnerd aan het conflict dat al enkele tientallen jaren op een laag pitje broedt tussen het Verenigd Koninkrijk en Argentinië: wie er nu precies baas is op/van de Falkland eilanden/islas Malvinas. Na die laatste sightseeing stop reden we nog verder naar Cachi waar we nog een prachtige zonsondergang konden meepikken voor we gingen slapen.
Woensdag 19 oktober - Van Cachi naar Cafayate via Ruta Nacional 40
Woensdag hadden we onze eerste kilometers op de Ruta Nacional 40 voor de boeg. De weg die Argentinië volledig doorkruist van noord naar zuid (of omgekeerd), goed voor net geen 5200 kilometer. Het stukje dat wij moesten doen (van Cachi naar Cafayate) is er wel één waar ze nog niet aan toe gekomen zijn om te asfalteren. Het was dus een dag om heel geconcentreerd te rijden, af en toe dooreen geschud te worden door het wasbordachtige oppervlak (waardoor zelfs onze nummerplaat er bijna van gevallen is!) en vooral veel te genieten van de ruwe omgeving.
Net voor we Cafayate bereikten, moest ik nog even hard op de rem staan toen ik in de bomen naast de weg wat beweging zag. Daardoor konden we onze dierenverzameling nog wat uitbreiden met 2 koppeltjes papegaaien.
Donderdag 20 oktober - Onwards and northwards
De volgende dag was het alweer tijd om terug te keren en noordwaarts te rijden, opnieuw richting Salta en San Pedro de Jujuy. Net na Cafayate reden we wel nog een heel toeristisch stukje weg af, met verschillende stops onderweg.
Los Colores
Los Castillos
El Obelisc
El Sapo
't Is een kikker!
Los Tres Cruces
El Anfiteatro
Garganta del Diablo
De vierde van onze reis! Deze keer opnieuw een nauwe canyon die, jammer genoeg, overspoeld was met dagjestoeristen. Gelukkig is er ongeveer halfweg in het ravijn een steile wand waar je niet op of over mag klimmen met flip-flops aan. Die waarschuwing was genoeg om bijna iedereen tegen te houden. Dus wanneer wij de klim aanvatten richting het einde van het ravijn, hadden we de kloof voor ons alleen (dat verklaart de glimlach op mijn gezicht). Op het einde van de kloof wordt de hellingsgraad hoger en hoger, waardoor je verplicht bent om wat te klauteren, een uitgelezen kans om het innerlijke kind nog eens los te laten!
De rest van de dag bracht ons (opnieuw) via Salta tot (terug) in San Pedro de Jujuy.
Vrijdag 21 oktober - Paso Jama... voor de derde keer
Vrijdag was opnieuw een rijdag. Deze keer terug richting Chili via, jawel, dezelfde weg die we al met de bus (en in de omgekeerde richting met de auto) hadden afgelegd. Maar dezelfde weg in omgekeerde richting, biedt natuurlijk nieuwe uitzichten, dus we stopten opnieuw regelmatig om de omgeving vast te leggen op de gevoelige plaat. Aangezien we nu ook op een ander tijdstip passeerden, zagen sommige zaken er ook volledig anders uit - een meer dat in het heengaan nog bijna volledig bevroren was, had nu een donkerblauwe kleur.
We eindigden de dag opnieuw in bekend terrein: San Pedro de Atacama.
Zaterdag 22 oktober - De laatste dag met Richard Gere
Gisteren was onze laatste dag met onze (eerste) huurauto, Richard Gere (nummerplaat RCHG34). In plaats van de rechtstreekse weg van San Pedro de Atacama naar Calama te nemen, gingen we noordwaarts richting de El Tatio Geysers - een vlakte in de bergen waar er door geothermische activiteit nogal wat water brobbelt. Onderweg kwamen we nog wat moerassig land tegen waar er opnieuw heel wat vogels te spotten waren. En vanuit onze ooghoek zagen we ook nog iets schattig bewegen en dat bleken viscachas te zijn - beestjes die op konijnen lijken maar er geen familie van zijn (klik gerust verder op de wiki-pagina in verband met convergente evolutie).
De geysers zelf waren een aparte ervaring. We wisten dat ze vooral 's ochtends heel actief zijn, maar dat is dan ook het tijdstip dat alle tours vanuit Atacama er naartoe gaan. Wij kwam er dus een pak later aan en waren er helemaal alleen, met wat minder actieve geysers natuurlijk.
We konden ook niet anders dan het te vergelijken met wat we in IJsland8 gezien hadden, wat oneerlijk is voor deze Chileense geysers aangezien je moeilijk kan opboksen tegen the originals (geyser is ten slotte een woord dat zijn oorsprong vindt in het IJslands). Maar de omgeving zorgde er wel voor dat het op zijn eigen manier toch speciaal was.
Daarna restte er ons enkel nog de laatste rit richting Calama, waar we Richard inleverden en een lift kregen naar de luchthaven. Na onze helse, 13 uur durende busrit hadden we er namelijk voor geopteerd om een vlucht naar Santiago te boeken (2 uur vliegen) in plaats van 24 uur in een bus te liggen stinken.
Zondag 23 oktober - Blogdag in Santiago
Gisterenavond zijn we dus geland in Santiago en vandaag was een rust/blogdag. Alhoewel die rust wel in tijd beperkt is, aangezien het schrijven van de blog (en vooral het selecteren van de foto's) toch al wat uurtjes in beslag neemt. Als ik goed geteld heb, zijn er 175 foto's overgebleven van de initiële selectie van 501. Hopelijk geeft het een goed beeld van wat we alweer gezien en meegemaakt hebben. Zo niet: je kan altijd een afspraak inboeken om eens de volledige collectie te komen bekijken wanneer we terug thuis zijn. 😃
Straks gaan we nog onze nieuwe voiture oppikken: een campervan waar we de volgende 38 dagen mee zullen rondrijden richting het zuiden. Maar daar lees je dus de volgende post meer over (als je tegen dan al klaar geraakt met deze).
Voor de mensen die liever wat bewegend materiaal zien in plaats van al die tekst te lezen (alhoewel je die waarschijnlijk al allemaal gelezen hebt om hier uit te komen): we hebben ook opnieuw een filmpje gemaakt dat de laatste dagen wat samenvat. Veel kijkplezier!
-
als je nog nooit van een Volkswagen Virtus gehoord hebt: you're not alone. Ik moest ook even opzoeken dat het blijkbaar een model is dat speciaal voor de Zuid-Amerikaanse markt gemaakt werd en ondertussen ook al zijn weg naar India gevonden heeft. ↩
-
jawel, na de waterval in Iguazú nu ook een ravijn die vernoemd is naar de keel van de duivel. ↩
-
avocado met crackers. Topper! ↩
-
fans van het eerste uur zullen zich herinneren dat vecuna's één van de vier kameelachtigen zijn die in Zuid-Amerika leven. De andere kan je hier terugvinden! ↩
-
toegegeven, ze moesten wel opboksen tegen de Salar de Uyuni. ↩
-
er waren wel wat oudere mensen mee, maar er waren evengoed jonge mensen mee die ook last hadden van de hoogte en huften en puften terwijl we traag verder gingen. ↩
-
TODO: blogpost schrijven over Madeira en hier naar linken ↩
-
TODO: blogpost schrijven over IJsland en hier naar linken ↩