2023-01-23
Higher ground
Inhoudstafel
Vrijdag 13 januari - Naar Drake Bay
Na ons avontuur in Corcovado, wilden we het even wat rustiger aan doen. Na een
laatste overnachting in Puerto Mojito Jiménez reden we dus richting Sierpe.
In ons verblijf hadden we de avond voordien Iris en Ruben leren kennen - een
Nederlands koppel dat bijna klaar is met een rondreis van zes maanden. Aangezien
zij ook richting Drake Bay wilden en het openbaar vervoer in deze contreien niet
echt duidelijk of te betrouwen is, gaven we ze een lift.
In Sierpe parkeerden we de auto en gingen we aan boord van een bootje dat ons via de rivier door de mangroves van Terraba Sierpe naar de Pacifische oceaan zou brengen. Daar trotseerden we een paar golven om daarna dicht bij de kust te blijven tot we aankwamen in Drake Bay. De baai mag dan vernoemd zijn naar dezelfde Francis Drake die zijn naam verleende aan de Drake Passage (waar Lien's maag een paar weken geleden nog wat last had), hier was de zee toch een pak rustiger.
We werden opgepikt en in enkele minuten naar ons verblijf gebracht: een klein hutje, genesteld tussen het groen, dat uitkijkt over de baai. Van op ons terrasje konden we de lokale flora en fauna al wat bewonderen. Meerdere kolibri's (of dezelfde meerdere keren) genoten van de lekkernij in de lokale bloemen terwijl wij hen probeerden te fotograferen.
Tegen het einde van de namiddag stapten we nog even het plaatselijke strand af zodat we zeker genoeg goesting hadden in een aperitief voor het avondeten.
Goed slapen was geen probleem met het geruis van de zee op de achtergrond en allerhande dierengeluiden rondom.
Zaterdag 14 januari - Catamaran-tocht naar Caño Island
Zaterdagochtend werden we rond 7 uur opgehaald voor een boottocht richting Caño Island, een klein eilandje dat iets verder in de oceaan ligt en helemaal als natuurpark bestempeld is. De meeste dagtrips gaan met een klein bootje richting het eiland om in snelvaart twee keer te snorkelen en een korte wandeling op het eiland zelf te doen, maar wij hadden ervoor gekozen om op een grotere catamaran te gaan.
Het weer was niet ideaal om te snorkelen - bewolkt en redelijk wat regen, met een relatief ruwe zee als gevolg. Omdat de golven ons telkens richting de gevaarlijke rotsen duwden, moesten we een beetje verder van de kust snorkelen en was het dus moeilijker om veel dieren te spotten. Maar we zagen toch nog relatief veel kleurrijke vissen, een gigantische zeester en een drietal zeeschilpadden.
Tijdens onze tweede snorkelsessie begon het weer wat op te klaren, dus tijdens het terugvaren konden we als professionele Instagrammodellen loungen op het dek van de boot. We kregen een frisse lunch aangeboden en stopten nog even om wat te SUP'en (Stand Up Paddling - alhoewel Lien het stand up gedeelte niet goed begrepen had).
Normaal zouden we kort na de middag al terug zijn, maar uiteindelijk was het al bijna vier uur tegen dat we opnieuw in ons chaletje waren. Geen probleem voor ons natuurlijk, aangezien we het wat rustiger aan wilden doen. We gingen nog iets eten en gebruikten de rest van de avond vooral om ons meermaals grondig in te smeren met aftersun. Les geleerd: het is niet omdat het een beetje bewolkt is, dat de zon niet sterk genoeg schijnt om je volledige rug rood te blakeren.
Zondag 15 januari - Rijden naar Monte Verde
De dag nadien werden we opnieuw om 7 uur op het strand verwacht. Deze keer om opnieuw een taxiboot richting Sierpe te nemen. De zee was spiegelglad, dus de bootrit was nog kalmer dan de heenreis. Vanuit Sierpe vertrokken we opnieuw met de auto en lieten we de Pacifische kust even achter ons.
We reden terug langs de weg die we op onze eerste avond (in het donker!) genomen hadden en stopten nog even aan een brug die bekend staat als de crocodile bridge. Waarom? Wel, da's snel uitgelegd. Het ligt er altijd vol met krokodillen. Toch leuk om te weten dat het leven soms nog eens eenvoudig kan zijn ook.
Na een paar uurtjes rijden (en een heel eind stilstaan door wegenwerken) sloegen we rechtsaf en ging de weg oostwaarts en omhoog. Het landschap veranderde zienderogen en in de namiddag kwamen we aan in Santa Elena, het grootste dorp in het canton van Monte Verde. Het canton ligt in de Cordillera de Tilarán, een bergketen die aan de westkant van de Cordillera Central ligt. Die bergketen doorkruist Costa Rica van het noordwesten naar het zuidoosten en vormt een natuurlijke grens tussen de Pacifische en Caraïbische kant van het land.
Omwille van redenen die een meteoroloog beter kan uitleggen dan ik, wordt er doorgaans vochtige lucht van de Caraïbische kant (het oosten) naar het westen geblazen. Wanneer die vochtige lucht botst op en omhoog geduwd wordt door de bergen, worden er lage regenwolken gevormd die de bergtoppen bijna altijd in hun greep hebben. En zo krijg je de typische flora van een cloud forest - een (echt nat) regenwoud op grote hoogte.
Dat betekent ook dat het in Santa Elena in een paar minuten van zonnig naar bewolkt kan gaan en de wind er bijna altijd aanwezig is, waardoor het een pak frisser aanvoelt dan aan de kust. Maar de combinatie van die weerspatronen zorgt wel regelmatig voor een paar prachtige regenbogen.
Maandag 16 januari - Birdspotting in Curi-Cancha Reserve
Curi-Cancha Reserve
Maandag waren we 's ochtends al vroeg op pad voor een bezoek aan het Curi-Cancha Reserve. Een relatief klein natuurpark waar er op strategische plaatsen open ruimtes gemaakt zijn om verschillende vogelsoorten te lokken. Bepaalde fruitbomen worden ook gekweekt en onderhouden om zeker te zijn dat ze een kans krijgen om te overleven in deze (letterlijke) jungle.
De eerste twee uurtjes stapten we de meeste wandelpaden af en konden we ons vooral vergapen aan de flora: met regelmaat een gigantische boom en ik dacht even een wilde koffieplant gespot te hebben, maar het bleek gewoon een plant met rode besjes te zijn (Notopleura, voor de liefhebbers).
Nadat we onze ogen wat opgewarmd hadden, begonnen we meer en meer vogels te spotten. Het begon met hier en daar een kolibri, een slapende groene papegaai, een groepje bruine gaaien (familie van de kraaien) en zelfs een kuifsjakohoen (de Nederlandse benaming van dieren is soms toch maar raar - in het Engels is het een crested guan).
We toonden de groene papegaai aan een groepje toeristen en als dank vertelde hun gids ons dat er een quetzal te zien was, ietsje verderop. De felgekleurde vogel met lange staart werd al door de Aztecen en de Maya vereerd en opgenomen in hun mythes en legendes. Jammer genoeg worden ze meer en meer bedreigd omdat hun habitat (het cloud forest) steeds kleiner en kleiner wordt. Ze maken het zichzelf ook moeilijk, aangezien ze vrijwel uitsluitend de vruchten van de wilde avocadoboom eten. En de bestuiving en voortplanting van die bomen is blijkbaar complexer dan de Belgische staatsstructuur.
De vogel in kwestie was een vrouwtje, dus iets minder kleurrijk en extravagent dan de mannelijke variant, maar nog steeds zeer mooi om te zien, met haar blauw-groene veren die leken te veranderen van kleur op basis van de lichtinval.
Naarmate de zon meer warmte gaf, zagen we ook meer en meer kolibri's in actie. In de boomtoppen werd het ook wat drukker, met hier en daar een eekhoorn of wat aapjes.
We stapten nog de rest van de wandelpaadjes af en keerden zelfs even terug op onze stappen om de quetzal nogmaals te bekijken. Ze had zich ondertussen wat gedraaid, zodat we ook de rode borstkleur konden zien.
Kolibri cafe
Aangezien het al na de middag was, reden we een beetje verder richting het Kolibri cafe voor een koffietje. De naam van het cafe doet het al vermoeden, maar hier wordt het kolibrispotten wel heel makkelijk. Er hangen een viertal vogelvoeders gevuld met suikerwater, waardoor er continu tientallen kolibri's (in alle soorten, maten, geuren en kleuren) rond zoeven. Het is dus niet moeilijk om ze te vinden of te zien, maar een duidelijke foto maken vergt toch nog een beetje kunde. Gelukkig was dat voor Lien geen probleem.
Ik ga me niet wagen aan het exact oplijsten van welke soorten we gezien hebben (en welke de mannetjes of de vrouwtjes waren), maar als iemand zich geroepen voelt: catalogeer gerust de volgende foto's en stuur me een lijstje - dan vul ik het aan. :) Ik geef wel één hint: het harige beest op de grond is een coati, géén kolibri!
Dinsdag 17 januari - Ziplinen en koffie/chocolade tour
Na een nachtje dromen over kolibri's gingen we dinsdagochtend vroeg op pad voor een paar uurtjes adrenalinefun. In een nabijgelegen adventure park werden we in een klimgordel gehesen en na een korte veiligheidsbriefing startten we aan een parcour van ongeveer 11 ziplines.
De eerste waren relatief kort (maar zeker niet traag) en mochten we op een traditionele manier van sjezen. Op de twee laatste (en langste - eentje was er 1600 meter lang!) mochten we onze innerlijke superheld even bovenhalen. Geen Spiderman, zoals in Peru, maar wel Superman!
Om af te sluiten mochten we ook nog de tarzan swing uitproberen. Een schommel en bungeejump-combinatie die beter overkomt op video dan op foto - dus daar mag je je in de komende weken nog aan verwachten!
In de namiddag namen we even de tijd om te bekomen voor we 's avonds vertrokken voor een combotour bij een plaatselijke koffiekwekerij. We zouden op een uurtje tijd alles te horen krijgen over cacao- en koffieplanten om daarna in het donker op stap te gaan om wat nachtelijke beestjes te spotten.
Onze gids toonde ons hoe de cacaobonen geteeld, geoogst, gefermenteerd en gedroogd worden om uiteindelijk gemalen te worden en een papje te krijgen dat de basis is om chocolade te maken zoals wij die kennen (er wordt vooral veel suiker toegevoegd). In Monteverde zelf kweekten ze geen cacaoplanten, aangezien de muggen die de planten bestuiven hier niet kunnen overleven. Je mag trouwens nog steeds vloeken op de klotebeesten die je jeuk bezorgen: de bestuivers zijn bijna microscopisch kleine mugjes die ons niets doen.
Daarna werd de aandacht verlegd naar de koffieplant. Zodra de Europeanen doorhadden dat het klimaat van Latijns- en Zuid-Amerika ideaal was voor deze plant, werd ze vanuit Afrika naar hier gehaald en ondertussen is Brazilië de grootste koffieproducent ter wereld. Costa Rica kan daar qua hoeveelheid niet mee concurreren, dus gaan zij voor kwaliteit boven kwantiteit.
We leerden hoe je in één bes altijd twee koffiebonen vindt. De bonen zelf worden beschermd door verschillende laagjes die allemaal zorgvuldig verwijderd moeten worden voor ze kunnen drogen. Een speciale variant die hier gemaakt wordt is de honingkoffie: een zoet-smakend slijmvlies blijft aan de boon tijdens het drogen, wat een aparte smaak geeft aan het eindproduct (een combo van zoetigheid en citrussmaak - ik ben persoonlijk niet echt een fan).
Daarna trokken we het donkere bos in om dieren te spotten. We zagen een slapende motmot (geen typfout, zo heet die vogel), een actieve luiaard (waar we zelfs geen scherpe foto van konden krijgen - het beest was te snel! En er was een gebrek aan licht), allerhande insecten en kikkers en een boomslang.
Woensdag 18 januari - Reserva Santa Elena
Voor onze laatste dag in Monteverde reden we iets verder richting het Reserva Santa Elena. Dit natuurpark ligt grotendeels aan de oostkant van het gebergte, dus de natuur hier wordt vrijwel continu geweekt in regenwolken. Door de dichte begroeiing was het hier bijna onmogelijk om dieren te spotten, maar we wandelden door het bos in een feeëriek, bijna spiritueel sfeertje. hashtag connectedWithMotherEarth, zoals ze op Instagram zouden zeggen.
Na een paar uur wandelen, beklommen we nog een observatietoren waar je op een zeldzame, heldere dag de Arenalvulkaan kan zien. Wij keken echter op een witte muur die ons deed denken aan een dagje fietsen in Ierland.
Donderdag 19 januari - Rijden richting Rincón de la Vieja
Donderdag reden we een paar uurtjes richting de vulkaan Rincón de la Vieja. We kwamen in de vroege namiddag aan en maakten nog gretig gebruik van het zonnige weer en het zwembad en de jacuzzi bij ons verblijf om wat te relaxen.
Vrijdag 20 januari - Parque Nacional Rincón de la Vieja
's Anderendaags brachten we een bezoek aan het nationaal park aan de voet van de vulkaan. We stapten heen-en-terug naar een waterval en wandelden daarna een cirkelvormig pad af dat langs een paar geologische eigenaardigheden ging: modderpoelen, zwavelafzettingen en fumaroles. Allemaal mooi om naar te kijken (iets minder leuk om te ruiken), maar tijdens onze reis naar Nieuw-Zeeland waren we al iets te veel verwend met dit soort dingen.
Wel uniek voor deze streek waren de leguanen die de warmte kwamen opzoeken en er zo echt uitzagen als volleerde draken. In het laatste deel van de wandeling konden we ook al wat oude bekenden spotten: een paar curassow/hokko koppeltjes en een agouti.
Terwijl we een paar aapjes in de boomtoppen aan het bekijken waren, zagen we plots - een kleine twee meter voor ons - een tak bewegen. Het duurde even voor we door hadden dat een tak niet zomaar kan buigen en draaien, dus beslisten we dat het een boomslang moest zijn. En dat bleek nog te kloppen ook!
Zaterdag 21 januari - Parque Nacional Tenorio Volcano
Zaterdag reden we naar de Tenorio vulkaan en stapten we in de namiddag de (relatief korte) wandeling in het gelijknamig nationaal park. Het hoogtepunt (of eigenlijk laagtepunt, aangezien je redelijk wat trappen naar beneden moet stappen) is een waterval in een turquoise poel - een kleur die er komt dankzij de vele mineralen in het water. Onderweg kwamen we nog een pad (het dier, niet de wandelweg) tegen die een familie voor een paar dagen zou kunnen voeden.
Helemaal op het einde van de wandeling kwamen we nog uit op een warmwaterpoel, waar een schildpad zich aan het opwarmen was in het zonnetje.
We rondden de namiddag af met een wandeling rond een meertje dat bij ons verblijf lag. Daar waren er opnieuw heel wat vogels van de partij, inclusief een toekan en nog wat oude bekenden: de tero, a.k.a. de alarmvogels die ons ook in Argentinië vergezelden.
Daarna hadden we nog wat tijd over om te chillen in de hangmatten bij ons verblijf, met zicht op de Arenal vulkaan, waar we de dag nadien naartoe zouden rijden. Ook hier konden we nog wat vogels spotten.
Zondag 22 januari - Richting La Fortuna
Gisteren reden we dan langs het Arenalmeer richting La Fortuna, het toeristisch stadje aan de voet van de Arenalvulkaan. Ondertussen hebben we hier al wat niet-toeristische dingen gedaan, maar daarover vertel ik jullie in de volgende post wat meer.
Nu hebben we hier nog twee dagen te gaan voor we verder naar het oosten gaan en beginnen aan de Caraïbische kust!