2023-06-10

This is America's amazing grace

Inhoudstafel

Een kleine waarschuwing voor de enkelingen die graag mijn gezever lezen: je zal er hard moeten naar zoeken tussen de 300+ foto's die we de voorbije dagen verzameld hebben. Maar hier zeggen ze a picture's worth a thousand words, dus deze post zal waarschijnlijk opnieuw het doelwit worden van het advocatenteam van Proust1 en voldoende zijn om een volledige zondagmiddag te vullen.

Woensdag 31 mei - Grand Teton National Park

Na een ongeplande extra rustdag in Dubois reden we westwaarts richting Grand Teton National Park. Al van ver konden we de new kid on the block zien: met z'n 64 kilometer lengte en een leeftijd tussen de zes en negen miljoen jaar oud is deze (relatief kleine) bergketen de jongste in de Rocky Mountains.

De oorsprong van de bergen is opnieuw hetzelfde verhaal: een breuk in de tiramisu. Alles ten westen van de breuk werd omhoog gestuwd, met de bergen als gevolg en alles ten oosten van de breuk zakte in. En zo ontstond de Jackson-vallei: een uitgestrekte vlakte die de bergen des te dramatischer maakt, aangezien het van plat naar berg gaat zonder heuvels ertussen.

We hadden graag tussen de bergen zelf gaan wandelen, maar de canyons die je tot tussen de bergen brengen lagen jammer genoeg nog vol met sneeuw. Sneeuwschoenen of ski's waren ook geen optie, aangezien de sneeuw tegen de late ochtend voldoende opgewarmd was om er een bijna ondoorgaanbare slurrie van te maken. We begonnen dus met een wandeling naar en rond de meren Bradley en Taggart.

Tijdens de wandeling konden we de bergtoppen van wat dichterbij bekijken en begonnen we de Fransen te begrijpen die ze benoemd hebben2.

In de loop van de namiddag begonnen er zich wat regenwolken te vormen boven de bergen, maar we beslisten om toch nog heen- en weer te stappen richting Inspiration Point: een uitzichtpunt aan de oostelijke oever van Jenny Lake. Door het mindere weer en het latere uur was het heel rustig wat andere wandelaars betreft.

Gelukkig maar, want hoe meer mensen er zijn, hoe groter de kans dat er iemand wat kutmuziek door een goedkope Bluetoothbox aan het jagen is. En hier konden we daar jammer genoeg niet echt iets over zeggen: het wordt aangeraden om veel geluid te maken zodat je de beren voldoende kans geeft om je te horen en weg te lopen.

Beren zagen we niet, maar wel heel wat grondeekhoorns en een wat tegenvallend uitzicht op de Jackson vallei (terwijl je met je rug naar de bergen gedraaid staat). Op de terugweg werden we wel nog verrast door een hert dat zich vlak naast het pad geparkeerd had en dacht dat we het niet zouden zien zolang het niet bewoog. En dat zou ook gewerkt hebben, want we zagen het pas toen het plots wegsprong omdat we er op minder van een meter langs stapten (en het nog niet gezien hadden).

We hadden beide niet echt veel zin om te koken, dus beslisten we om 's avonds nog een pizza te gaan eten voor we het park uitgingen om ergens te wildkamperen. De pizza was héél lekker en onze beslissing had nog een onverwacht voordeel. Door die eetpauze waren we perfect op tijd om tijdens onze rit uit het park onze eerste, echte beer te spotten.

Het was (gelukkig, maar ook weer niet) vanop relatief grote afstand, maar we konden er toch een paar kiekjes van nemen. In Noord-Amerika leven twee beersoorten: zwarte en bruine (a.k.a. grizzlies), maar die kan je jammer genoeg niet eenvoudig uit elkaar houden door de kleur of grootte. Zwarte beren zijn doorgaans kleiner en zwart, maar kunnen ook groot en bruin zijn. En grizzlies zijn meestal wat groter en bruin, maar kunnen ook klein en zwart zijn.

Grizzlies zijn over het algemeen wel wat agressiever (lees: minder bang van idiote mensen die er dicht bij gaan), dus er even naast gaan staan lijkt me geen intelligente litmustest. Hetzelfde geldt voor het andere, duidelijke verschil: de klauwen van een zwarte beer zijn meestal maar twee centimeter lang, terwijl een (volwassen) grizzl exemplaren van minstens vier centimeter heeft.

Het exemplaar dat wij gespot hebben is hoogstwaarschijnlijk een zwarte beer: de typerende schouderbult van een grizzly ontbrak en de snuit was redelijk lang en recht (tegenover de kortere neus van een grizzly die uitsteekt t.o.v. een duidelijke wenkbrauw).

Donderdag 1 tot en met zondag 4 juni - Yellowstone National Park

We sliepen nét buiten de ingang van Yellowstone National Park, aangezien we 's anderendaags zo vroeg mogelijk binnen wilden zijn. Enerzijds om de grote mensenmassa voor te zijn en anderzijds omdat Yellowstone groot is. Heel groot, dus we zouden onze tijd goed kunnen gebruiken.

Donderdag 1 juni - Lower, Midway en Upper Geyser Basins

Om je een idee te geven: het park zelf is ongeveer 9000 vierkante kilometer groot. En die hele lap grond ligt boven een gigantische magmakamer die relatief dicht bij de oppervlakte ligt en op verschillende plaatsen zorgt voor wat vulkanische en andere hogetemperatuuractiviteit. Om het anders te zeggen: eigenlijk is het hele ding gewoon één gigantische, actieve vulkaan die - voor zover we weten - al drie keer uitgebarsten is.

De krater van de meest recente uitbarsting kan je nog steeds zien. Wel niet echt in één oogopslag, aangezien het ding er nogal bergachtig uitziet. En je er in, op en rond kan rijden. Die krater is namelijk ongeveer 80 op 65 kilometer groot - iets meer dan 5000 vierkante kilometer en dus meer dan de helft van het park.

Onze eerste dag in het park brachten we door aan de oostelijke kant van die krater. Te beginnen in en rond de Upper Geyser Basin, waar Old Faithful (een geiser die op heel voorspelbare tijdstippen uitbarst) net op ontploffen stond toen wij aankwamen.

Daarna begonnen we aan een wandeling doorheen het hele basin, waar we verschillende geisers, hot springs en modderpoelen in geuren (vooral rotte eiers, dan) en kleuren konden bewonderen.

We hebben ondertussen al wat geisers gezien (in Nieuw-Zeeland, Bolivië en IJsland3), maar de hoeveelheid, de grootte, de kleurenpracht en vooral de omgeving maakten het hier wel heel speciaal.

Omdat we er een pak gezien hebben en jullie er nu dus ook heel wat gaan zien, nog even een korte les. Een hot spring is een gat in de grond met water erin dat door superhete gassen opgewarmd wordt tot aangename en soms minder-aangename temperaturen. Soms lijkt het alsof het water aan het koken is, maar als dat zo zou zijn, zou er natuurlijk na een tijd geen water meer zijn. De bubbels zijn dus meestal de gassen die door het water heen gaan.

Een geiser lijkt op een hot spring, maar er moet ergens een vernauwing zijn waar het water moeilijk of niet doorheen kan. Daar wordt het water dus wel gekookt tot stoom en zodra er voldoende druk is, krijg je het gekende resultaat. Soms barst een geiser met zo veel kracht uit dat de vernauwing verdwijnt en de geiser een hot spring wordt. Ook omgekeerd kan een hot spring transformeren in een geiser: door een aardverschuiving, sedimenten of debiele toeristen die dingen erin gooien ontstaat een vernauwing et voila - a star geyser is born.

Om het allemaal nog wat complexer te maken (en in veel gevallen ook moeilijk voorspelbaar) zijn al die geisers en hot springs ook nog eens met elkaar verbonden. Zo kunnen geiseruitbarstingen soms aangekondigd worden als een bepaalde hot spring honderden meters verderop actiever begint te worden. En als een geiser uitbarst, wordt het water soms uit meerdere hot springs weggetrokken, waardoor er even een leeg gat achterblijft.

Aha, en de kleuren! Als je dacht dat dat mineraalafzettingen waren, dan heb je vooral ongelijk. Het zijn namelijk levende dingen! Organismen die nog beter tegen de hitte kunnen dan een Finse kampioen saunazitten en zich volledig thuis voelen in superheet water. Op die manier kan je ook in een oogopslag de temperatuur van het water inschatten: in het heetste water geven die beestjes een lichtblauwe tot groene schijn af. En hoe kouder het water wordt (maar nog steeds te warm om er je teen in te doppen), hoe geler en oranjer het wordt.

Het beste voorbeeld daarvan is de Morning Glory Pool, een hot spring die veel meeheeft van een ingang naar de hel tijdens pride month. De kleuren waren vroeger nog veel intenser, maar tourons4 kunnen het blijkbaar niet laten om stenen en allerhande prullaria in het water te gooien. Daardoor wordt de toevoer van warm water belemmerd, daalt de temperatuur van het water en krijgt de gele kleur de overhand.

In de wintermaanden zijn deze hotspots in het park trouwens de perfecte plaats voor de plaatselijke fauna om wat op te warmen. Het is dus niet moeilijk om allerhande sporen te zien in de kleurrijke korst rond de geothermische sites. Ook beren weten dat blijkbaar, dus wanneer zij ontwaken uit hun winterslaap gaan ze meestal even naar de thermen om te zien als er bizonkarkassen te vinden zijn om als lentesnack te nuttigen.

Ook in en rond Black Sand Basin en Midway Geyser Basin konden we verschillende hot springs bewonderen. Niet in het minst de Grand Prismatic Spring, de op twee na grootste hot spring in de wereld. 110 meter in diameter en zo'n 50 meter diep, dat is voldoende groot om per minuut meer dan 2000 liter water van 70° Celsius in de Firehole rivier te dumpen.

Hier konden we ook nog eens wat tourons4 live aan het werk zien. Zowat overal zijn er houten platformen aangelegd die je tot dicht bij de verschillende poelen en geisers brengen. Deels zodat de fragiele ondergrond niet beschadigd zou worden. Maar vooral omdat die ondergrond soms niets meer is dan een dun laagje met wat heet water eronder. Het was dus even schrikken om een toerist te zien die van het platform afstapte om een foto te kunnen nemen van zijn familie.

Zo krijg je altijd een rare mix van emoties: je bent opgelucht dat hij het overleeft en terug naar z'n familie kan - mits wat geroep van een paar mensen rond hem. Maar anderzijds vind je het wel jammer dat hij niet op z'n minst een paar gesmolten schoenen er aan overhoudt als les voor zichzelf en anderen.

Er zijn nochtans al lessen genoeg geweest in het verleden. En toch blijven mensen denken dat ze het beter weten. Je hond meenemen naar het park wordt bijvoorbeeld ook afgeraden. Enerzijds omdat je nooit weet wat zo'n beest zal doen als het dicht bij een bizon, beer of eland zou komen. Maar anderzijds ook om situaties zoals in 1981 te vermijden. Toen kon een hond uit een auto ontsnappen en sprong hij één van de hot springs in.

Jammer, het beestje had geen enkele kans op overleven. Maar dat belette een kerel niet om op heldhaftige wijze in diezelfde hot spring te duiken in een ijdele poging om het dier te redden. Hij kon nog net uit het water klauteren (zonder hond, nota bene) en bemerken dat dat niet de slimste beslissing was geweest. Minder dan een dag later overleed hij.

Maar soit, in het heden waren er ondertussen pikzwarte stormwolken boven ons aan het drijven en we konden niet anders dan het park te verlaten om net buiten de westelijke ingang de regen uit te wachten en een nachtje te slapen. Onderweg passeerden we nog aan een paar bizons die druk bezig waren met het verliezen van hun wintervacht.

Vrijdag 2 juni - Norris Geyser Basin en Grand Canyon of the Yellowstone

Vrijdagochtend was het weer nog altijd regenachtig, maar we reden toch het park terug binnen om de autotoerist uit te hangen. Die beslissing werd bijna onmiddellijk beloond aangezien we in het eerste halfuur al een eerste dier konden spotten. Het symbool (en nationaal dier) van de USA: een bald eagle (witkopzeearend in het Nederlands).

Na een korte wandeling rond wat kleinere hot springs konden we ook nog wat bizonopvoeding zien. Een moeder met twee kalfjes stak de rivier over en alhoewel het eerste kalf zonder problemen de andere oever op raakte, had het tweede wat meer problemen. We zijn niet blijven wachten om het resultaat te zien, maar vertrouwden er in dat het beestje wel z'n weg zou vinden. In tegenstelling tot de kerel die een paar dagen voordien dacht dat het slim was om in een gelijkaardige situatie het kalf uit het water te halen, ondanks alle waarschuwingen om weg te blijven van wilde dieren. Uiteindelijk hebben parkwachters het beest toch moeten doden, aangezien het verstoten was door z'n moeder en contact bleef zoeken met mensen.

Daarna reden we langs de Gibbon Falls naar het Norris Geyser Basin, het heetste basin in het park. Hier konden we ook Steamboat Geyser zien - de hoogste (actieve) geiser ter wereld. Als deze uitbarst, kan het water tot 90 meter hoog spuiten en komen alle omliggende hot springs even droog te staan. De tijd tussen uitbarstingen is niet te voorspellen en gaat van dagen tot jaren. Wij hebben een kwartier gewacht maar hadden jammer genoeg geen geluk (of juist wel, want je zou niet al te dicht bij een uitbarsting willen staan, vermoed ik).

Daarna ging het richting het oosten van het park, naar de plaatselijke grand canyon. Het ravijn dat door de Yellowstonerivier uit het zachte, vulkanische gesteente gesneden wordt.

We hadden voor die nacht nog een plaatsje kunnen bemachtigen op één van de campings in het park. We konden dus tot 's avonds laat in het park blijven om beesten te spotten - die vooral net na zonsopgang en voor zonsondergang actief zijn. Onderweg naar de Hayden vallei (een ideale plek om dieren te zien) hadden we al bijna onmiddellijk prijs: een volwassen wapitimannetje zat op z'n gemakjes wat te herkauwen.

In de vallei zelf zagen we wel al heel wat bizons, maar we beslisten om toch eerst nog even rond te gaan wandelen rond Mud Volcano. Deze heuvelflank was tot eind de negentiende eeuw nog mooi groen en bedekt met bomen, maar de dingen veranderen hier soms snel.

Daarna gingen we terug naar de Haydenvallei en leerden we heel snel twee dingen.

  1. Ga naar de plek waar de mensen met de grootste telescopen staan
  2. Je lens is niet groot genoeg

Van op een heuvelrug konden we een paar zwarte beren zien en in de verte lagen een paar wolven te rusten op het gras. Jammer genoeg waren die soms al moeilijk om te zien met een verrekijker van enkele honderden euro's, dus een duidelijke foto nemen met onze bescheiden telelens was quasi onmogelijk. Toen één van de wolven over een stuk sneeuw stapte, was het toch iets duidelijker - maar wij vullen het plaatje vooral aan met wat we door de verrekijkers gezien hebben.

Bijna iedereen die daar dieren aan het spotten is, is trouwens heel vriendelijk en laat je zonder problemen even meekijken door de verrekijker. Zo hebben we de hele avond doorgebracht met Cindy en haar man. Zij zijn enkele jaren terug verhuisd naar Gardiner om zo veel mogelijk vrije tijd in het park door te brengen. Zo konden ze al een speelse bizon en twee minder speelse bizons filmen.

Ze gaven ons ook nog wat tips mee voor de volgende dag: een dassennest, een plaats waar er een moedergrizzly met twee kindjes gezien was en de locatie van een ander wolvennest. We bleven nog praten tot de zon onderging en de temperatuur een vrije val maakte voor we terug gingen naar de camping.

Zaterdag 3 juni - Lamar Valley

Zaterdagochtend waren we opnieuw vroeg op pad richting de Lamarvallei in het noordoosten van het park. Onderweg zagen we plots iets zwart rollen op de grond en het idee dat het misschien een das was, bleek al snel fout te zijn. 't Was een uit de kluiten gewassen zwarte beer!

Onze timing was opnieuw perfect, want een paar minuten later ging hij opnieuw het bos in. Alhoewel hij nog even stopte bij een boom om zijn beste Baloo-imitatie te tonen.

In de vallei zelf zagen we opnieuw heel wat bizons en ook een paar gaffelantilopen (pronghorn antilopes). Hun naam is wat verkeerd gekozen, aangezien het eigenlijk geen antilopes zijn maar nauwer verwant zijn met giraffen. Wikipedia vertelt mij ook dat het de snelste landdieren ter wereld zijn, op het jachtluipaard na natuurlijk.

Iets verder op de weg was het opnieuw heel duidelijk dat er iets interessant te zien was, aangezien er tientallen auto's langs de kant van de weg stonden. Met de hulp van een geleende verrekijker konden we opnieuw wat wolven zien in de verte. We hebben er ook een wazige foto van - 't zijn die paar grijs-zwarte pixels tussen al het groen!

Gelukkig konden we een betere foto nemen van de coyote die voor onze neus de weg overstak toen we verder reden. Een pak verder in de vallei konden we ook nog - met hulp van de chauffeur voor ons - een eland spotten (niet te verwarren met het witstaarthert dat we ook zagen!). En om de dierentuin volledig te maken: we zagen ook nog een vos die naarstig zijn lunch aan het samenjagen was.

We hebben zowat de hele dag de vallei doorkruist en konden nog een paar glimpsen vangen van: een das, een (andere) vos en een paar wolven die aan het chillen waren naast een kudde bizons (opnieuw: 't zijn die paar blekere pixels).

In de late namiddag trok er ook nog een onweersbui over de vallei, waardoor we een plaatje te zien krijgen dat zo door AI gegenereerd zou kunnen zijn - als je die AI zou vragen om een besneeuwd berglandschap met groen gras en stenen en wat water en hier en daar een boom en felblauwe lucht maar ook donkere regenwolken. Oh, een regenboog. Of twee.

En dat was het zowat voor die (heel) geslaagde dag. Ah nee, wacht, onderweg naar onze kampeerplek zagen we ook nog een nest vossenjongen!

Laat ons zeggen dat we heel goed geslapen hebben. :)

Zondag 4 juni - Mammoth Hot Springs en American Computer and Robotics Museum

Zaterdagavond hadden we het park verlaten via de noordoostelijk uitgang om te kunnen wildkamperen. Zondagochtend reden we dus het park opnieuw binnen en reden we nogmaals door de Lamarvallei richting Mammoth Hot Springs. Deze keer hadden we wat minder geluk met de dieren, maar net op het einde konden we wel nog een koppel kraanvogels spotten.

Mammoth Hot Springs was de laatste geothermische regio van het park. Hier zijn vooral de terrasstructuren die door de hot springs gemaakt worden heel mooi om te zien.

Ik vermeld het trouwens niet altijd expliciet maar we proberen ook zo veel mogelijk de bezoekerscentra te bezoeken, aangezien er daar altijd wel interessante exposities en een film over het park te bekijken zijn. In Mammoth Springs was het vooral leuk om de schaal te zien van de beesten die er rondlopen. En het verschil in grootte tussen een grizzly en een zwarte beer.

En toen zat ons bezoek aan Yellowstone er op. Zowat het eerste nationale park tijdens onze roadtrip waar alles open en bereikbaar was en waar we dus heel wat tijd hebben kunnen doorbrengen. Een absolute aanrader - zeker als je wilde dieren wil spotten!

We wisten al dat we die nacht in de stad Bozeman zouden slapen, dus kort na de middag reden we al die richting uit. We hadden namelijk ook gelezen dat er in Bozeman een computermuseum is. Dat op maandag gesloten is. Er was dus iemand5 heel blij dat we er een kleine twee uur voor sluitingstijd nog aankwamen!

In het gezellige, kleine museum (dat volledig op donaties opgebouwd is en onderhouden wordt) start je met een korte rondleiding door de geschiedenis van informatie. Van Sumerische kleitabletten over de drukpers via de eerste mechanische computers van Charles Babbage (die hij toen kon gebruiken als conversation piece tijdens een feestje) en Ada Lovelace die er zo onder de indruk van was dat ze het eerste algoritme neerpende tot de start van de elektrische revolutie in de computerwereld.

En toen begon het natuurlijk écht snel te gaan. Vacuumbuizen en computergebouwen (letterlijk) werden vervangen door halfgeleiders en microprocessoren die aan een razend tempo (bedankt, Moore!) kleiner, efficiënter en krachtiger werden. En voor je het weet waren we terug bij de kleitablets.

Je kon ook een paar gameklassiekers (Oregon Trail, Asteroids!) uitproberen op de originele systemen waar ze voor gemaakt waren. Er was ook een hele kamer gewijd aan (het kraken van) de Duitse Enigmamachines, een intro over quantumcomputers en blijkbaar was Picasso ook een fan van Douglas Adams - nog voor die laatste geboren was!

Ik zou er nog een pak langer over kunnen doordrammen, maar Lien zei dat ik het wat moest beperken. Kort samengevat: het lijkt me een leuke, dynamische sector om in te werken - misschien moet ik dat toch eens proberen.

Maandag 5 juni - Museum of the Rockies

De dag nadien was onze eerste stop de plaatselijke Jiffy Lube om de Terrymobiel nog eens op orde te stellen (we zijn ondertussen al ruim voorbij 14000 kilometer!). Daarna gingen we naar het Museum of the Rockies. Hier leerden we bij over hoe de mensen (aboriginals en Westerse kolonisten) hier vroeger (over)leefden.

Er was ook een grote collectie fossielen te zien. De onderzoekstak van het museum houdt zich blijkbaar vooral bezig met de groei van dinosaurussen. Ze hebben een set van vijf Tyrannosaurus Rex-schedels die van jong tot oud gaan en een hele resem Triceratopsschedels die tonen hoe de hoorns en het nekschild veranderen tijdens de groei.

Ik heb ook bijgeleerd dat de huidige consensus blijkbaar is dat alle dinosaurussen warmbloedig waren (in tegenstelling tot de hedendaagse reptielen). Dat betekent wel dat ze het koud-versus-warmbloedig argument niet kunnen gebruiken om te verklaren waarom de niet-vliegende dinosaurussen uitgestorven zijn, terwijl de rest wel nog leeft. Heel interessant, allemaal!

Er waren ook nog twee kamers gevuld met houten creaties op basis van schetsen van Leonardo da Vinci, maar dat paste niet echt binnen de context van het museum. Wat wel leuk was om te zien, was een originele homestead - een huis dat begin de twintigste eeuw gebouwd werd door een hardwerkende boerenfamilie en waar je nu kan zien hoe ze in die tijd leefden.

De rest van de dag gebruikten we om noordwaarts te rijden richting ons laatste park in de Verenigde Staten: Glacier National Park.

Dinsdag 6 en woensdag 7 juni - Glacier National Park

Glacier National Park kan je normaal van west naar oost (of omgekeerd) doorkruisen via de Going To The Sun Road (wat een naam!). Een weg die je door het gebergte brengt en waar je op verschillende punten kan stoppen om een korte of minder korte wandeling te maken.

Jammer genoeg was die weg nog niet open na het winterseizoen, dus moesten we tevreden zijn met het oostelijke stuk van de weg die al open was.

Dinsdag 6 juni - St. Mary en Red Rock Falls

We reden de weg af tot waar hij afgesloten was en zochten een parkeerplekje om te wandelen richting de Virginia Falls. Het weer zat mee en we hadden prachtig zicht op de steile valleiwanden die zo'n 15000 jaar geleden nog onder een dik pak ijs lagen.

Die gletsjers hebben deze bergketen op verschillende plekken uitgehold tot een netwerk van valleien, gevuld met smeltwatermeren. Ook nu nog kleuren die meren af en toe turquoise door toedoen van de gletsjers die er nu nog zijn. Maar heel lang zal dat niet meer duren - de film in het bezoekerscentrum wist ons te vertellen dat er tegen 2030 (dat is niet zo lang meer!) geen gletsjers meer gaan zijn. Als je denkt dat we het nu al lastig hebben door de klimaatverandering, wacht dan maar totdat we moeten uitleggen aan toekomstige generaties waarom dit park Glacier National Park heet als er geen gletsjers te vinden zijn!

Na de lunch beslisten we om al verder te rijden naar de Many Glacier ingang van het park, een paar kilometers naar het noorden. Ook daar reden we naar het einde van de weg en stapten we nog richting de Red Rock Falls.

Woensdag 7 juni - Grinnell Lake

Woensdag reden we opnieuw het park binnen in Many Glacier en begonnen we aan de wandeling richting Grinnell Lake. We hadden graag naar de Grinnell Glacier gestapt, maar die trail was nog dicht omwille van te veel sneeuw.

Gelukkig was het meer ook zeker de moeite waard. En op het einde moesten we zelfs ook nog even op wat sneeuw stappen, dus we geloven wel dat de gletsjer zelf nog niet te bereiken was zonder gespecialiseerd materiaal.

Jammer genoeg hadden we op die manier wel al ongeveer gedaan wat we konden doen in het park. Dus zat er niets anders op dan al verder te rijden naar onze volgende bestemming. Gelukkig deden we dat wel niet te snel, want plots zagen we een zwarte figuur de weg oversteken. En jawel, we hadden het geluk om voor een tweede keer een zwarte beer van heel dichtbij te zien (terwijl wij veilig in de auto zaten)!

We konden dus met een goed gevoel de Verenigde Staten verlaten en onze laatste6 grens van dit pensioenjaar oversteken om Canada binnen te rijden.

We reden naar de dichtstbijzijnde camping (die een pak goedkoper was dan het gemiddelde RV park in de VS) en vielen rustig in slaap. Nadat we een tweetal uur bezig waren met muggen dood te meppen.

Donderdag 8 juni - Waterton Lakes National Park

Donderdagochtend reden we Waterton Lakes National Park binnen. Dit is gewoon de Canadese kant van Glacier National Park, dat officieel het Waterton-Glacier International Peace Park heet. Canada had al een Glacier National Park, dus er moest wel een andere naam gekozen worden.

Hier hebben we jammer genoeg de volledige dag wat tussen, rond en door buien heen moeten manoeuvreren. We konden nog een korte, niet-zo-interessante wandeling langs Cameron Lake maken en bij de Red Rock Canyon waren alle wandelingen die we wilden doen niet bereikbaar door werken aan de paadjes.

Vrijdag 9 en zaterdag 10 juni - Natte rust-plan-blogdagen!

Gisterenochtend werden we wakker met het geluid van regen op ons dak. We hadden ook geslapen met het geluid van regen op ons dak. En we reden richting Pincher Creek met het geluid van regen op ons dak. Er was ook regen op onze voorruit en op de grond rondom ons. Kort samengevat: er was regen. Véél regen.

Gelukkig konden we redelijk vroeg inchecken en al beginnen aan het titanenwerk dat deze blogpost geworden is. Enkel voor de post over Antarctica hadden we tot nu toe meer foto's!

Bij deze dus onze excuses voor de lengte van de post, maar hopelijk zijn de foto's mooi genoeg om het aangenaam te houden.

Nog even over de VS

Zo zijn we ook de laatste grote mijlpaal van onze reis gepasseerd. We zijn iets langer dan twee maanden in de VS geweest. In ons oorspronkelijk plan gingen we twee maanden VS en twee maanden Canada doen, maar het werd al snel duidelijk dat we zeker langer konden doorbrengen in de VS. Zelfs met alle problemen omwille van de uitzonderlijk strenge winter zijn we dus langer dan verwacht hier geweest. En we zijn zeker dat er nog veel meer te doen is. Eens terugkomen is dus zo goed als zeker.

Maar waar we voor deze reis misschien nog overwogen hadden om - als de puzzelstukjes zo zouden vallen - naar hier te verhuizen, dan zijn we nu zeker dat dat volledig out of the question is. Er zijn heel veel goeie dingen te zeggen over het land, vooral dan wat betreft natuur en het behoud ervan.

Maar al die positieve dingen voelen te vaak aan als een dun laagje vernis over een heel rotte kern. Als je in de betere middenklasse zit, heb je hier een aangenaam leven, maar je bent altijd maar één of twee medische noodgevallen verwijderd van een neerwaarste spiraal die eindigt waar veel andere mensen in geboren worden: armoede en dakloosheid. Zonder er een top tien van te maken, denken we aan het overduidelijke en institutionele racisme7, vrouwen rechten ontnemen, het verbieden van boeken in scholen, het gebrek aan klimaatmaatregelen en, en, en...

Ik denk dat die lijst met negatieve punten op dit moment op z'n langst is, terwijl het land gestart is op basis van een paar heel goede, originele ideeën8. 't Valt nog te bezien hoe het verder zal evolueren en welke kant van de medaille zal overwinnen.

Overzichtskaartje



  1. in die originele post waren er ocharme 45 foto's te zien. 't Is alsof ik soms nogal kan overdrijven!

  2. of ze waren gewoon wat te lang onderweg zonder vrouwelijk gezelschap en begonnen in alles tepels (tétons) te zien...

  3. daar komt misschien ooit nog een blogpost van.

  4. tourist morons - de ergste soort. 2

  5. je raadt nooit wie het was!

  6. de allerlaatste is natuurlijk als we terugvliegen, maar dat is mieren seksueel misbruiken.

  7. voor alle duidelijkheid: we hebben een probleem met het racisme tout court, niet alleen dat het overduidelijk en institutioneel is

  8. alhoewel je natuurlijk sowieso al het probleem had van de aboriginals die hun eigen land werden afgepakt